Door de coronacrisis en de lockdown kwam de bouw eerst stil te liggen, waardoor de voorraad van bouwproducten daalde. Nu de sector weer aantrekt, is er ineens grote schaarste aan bouwmaterialen en -personeel ontstaan. Gevolg: hogere prijzen.
Dat heeft ook gevolgen voor de Humanities Campus: het project waarbij ruim 100 miljoen euro wordt geïnvesteerd in nieuwe huisvesting voor de faculteit Geesteswetenschappen. Met dat budget kan nu minder worden gedaan dan oorspronkelijk geraamd.
Daarom worden er nu manieren bedacht om geld mee te besparen, weet universitair docent filosofie Tim Meijers. Hij zit in een van de twee werkgroepen van ieder ongeveer vijftien universitair medewerkers waarin in een aantal consultatierondes ‘mogelijkheden worden verkend’. De leden bestaan uit hoogleraren, docenten, PhD’s en ondersteunende staf van de verschillende instituten. Een extern consultancybureau dat de gesprekken leidt, brengt uiteindelijk verslag uit van de consultatierondes.
Minder vierkante meter
Een van de mogelijke ‘bezuinigingsopties’ is het verminderen van het aantal vierkante meter werkruimte per werknemer, zegt Meijers. ‘De norm is nu 14 vierkante meter per fulltime werknemer, die willen ze over de hele Humanities Campus terugbrengen naar 11 vierkante meter.’ Volgens Meijers wil de faculteit daarmee in lijn lopen met de rest van de universiteit, waarbij die 11 vierkante meter al een tijdje geldt. ‘In de werkgroep proberen we vast te stellen of het mogelijk is die ruimtereductie te incasseren zonder dat het ten koste gaat van de werkzaamheden.’
De zorg is echter dat ‘de flexibiliteit eruit wordt gehaald’, zegt Meijers. ‘Het wordt dan heel moeilijk om sommigen een eigen kamer te geven zonder anderen een eigen bureau af te pakken.’ Ook denkt Meijers dat het lastig wordt om werknemers die niet op de loonlijst staan nog een bureau te geven. ‘Veel PhD’s zijn bijvoorbeeld extern. Hen wil je de mogelijkheid geven om af en toe op de universiteit te werken met een supervisor. Maar minder vierkante meter betekent minder ruimte om te variëren.’
Volgens Meijers zullen er in de toekomt vaker kantoren moeten worden gedeeld. ‘Geesteswetenschappers willen liever een klein kantoor dan een gedeeld kantoor. Maar daar wordt in de plannen niet in voorzien.’
Gevoelig punt
Ook voorzitter van de faculteitsraad Jan Sleutels is op de hoogte van het voornemen en kent de zorgen. ‘Medewerkers vragen zich af of ze straks hun werkruimte en bureau met anderen moeten delen en of er op de kamer nog wel plek is voor hun boekenkast. Het zou best kunnen dat die straks op de gang moet staan, terwijl dat voor geesteswetenschappers een gevoelig punt is. Door Huisvesting wordt daar een beetje badinerend over gedaan: “Wat moet je nu met boekenkasten op je kantoor? Dat is zo ouderwets!” Daar kun je bij deze faculteit alleen beter niet mee aankomen.’
De boekenkasten verplaatsen naar de gang is echter tegen het zere been van de docenten. ‘Daar heb je niks aan, je moet ze binnen handbereik hebben’, verwoordt Sleutels het sentiment onder de docenten.
Een docent die anoniem wil blijven omdat hij veel te maken heeft met de afdeling Huisvesting, bevestigt het beeld dat Sleutels schetst. ‘Wat ik zie is de onwil om geesteswetenschappen tegemoet te komen. Huisvesting vindt dat zij te veel ruimte innemen met hun wensen, zoals een eigen werkkamer of boekenkast. Het idee is dat het allemaal gezeur is, en dat je blij moet zijn dat je een baan en bureau hebt. Maar een chemicus zet zijn bunsenbrander ook niet thuis op zijn bureau, er zijn minimale eisen waar een werkplek aan moet voldoen.’
Kamers delen
Universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke laat weten dat wordt onderzocht of medewerkers in de toekomst werkkamers kunnen delen en er meer overlegplekken kunnen worden gerealiseerd. Volgens haar zit ‘de verbeterslag’ dan ook niet in het aanpassen van de grootte van de individuele werkplekken, maar in het ‘beter gebruiken van het beschikbare oppervlak’. Als voorbeeld noemt ze de situatie waarbij een werkplek die drie werkdagen door een medewerker wordt gebruikt, de overige werkdagen wordt gebruikt door een collega.
Huisvestingsadviseur Elisa Meijer, die het project leidt, bevestigt noch ontkent of het aantal vierkante meter werkruimte per werknemer daalt van 14 naar 11. ‘Een eventuele nieuwe werkpleknorm gaat uiteindelijk over het aantal vierkante meters per instituut en is de uitkomst van een rekensom op basis van het aantal fte en een factor voor betaalde of niet-betaalde functies. Het totaal is de beschikbare ruimte voor werkplekken, overlegruimtes, pantry’s, postvakken en multifunctionele faciliteiten. Het is uiteindelijk aan een instituut of afdeling om binnen de toebedeelde vierkante meters een indeling van de werkplekken te maken.’
Mare benaderde vier instituten (LIAS, LUCAS, LUCL en Instituut voor Geschiedenis) met de vraag of zij minder vierkante meter toebedeeld hebben gekregen dan aanvankelijk het plan was en wat de gevolgen zijn voor de indeling, maar kreeg van alle vier geen reactie.
De hamvraag is echter: hoe levert een andere indeling van de werkruimte die gewenste kostenbesparing op?
Jan Sleutels vroeg zich dat ook af, maar kreeg geen duidelijk antwoord. Zelfs Tim Meijers, die als lid van de werkgroep over dit plan moet nadenken, moet het antwoord schuldig blijven. ‘Ik heb Huisvesting gevraagd of er kleiner gebouwd gaat worden, maar het werd me niet duidelijk. Ik kreeg wel de indruk dat ze van plan zijn minder vierkante meter te realiseren. Dat zou een bizarre beslissing zijn, want dan zitten we straks weer in een te klein gebouw.’
Ook Mare krijgt van huisvestingsadviseur Elisa Meijer noch van decaan Mark Rutgers antwoord op die vraag. Universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke antwoordt na enig aandringen dat nog niet bekend is ‘wat het concreet gaat betekenen voor de ontwerpplannen’ en dat ‘hier nog verder op moet worden gestudeerd’. De suggestie dat de Humanities Campus wellicht kleiner wordt dan oorspronkelijk het plan was, kan ze ‘zeer zeker niet bevestigen’.
Thuiswerken
Faculteitsraadvoorzitter Sleutels denkt dat het plan is ingegeven door het vele thuiswerken gedurende de coronacrisis. Hij schat dat docenten straks structureel tien tot twintig procent minder op kantoor aanwezig zullen zijn dan voor de crisis en dat dat extra reden is om meer werknemers een kantoor te laten delen.
Volgens de anonieme docent is het juist ‘een breed gedeelde vrees onder collega’s dat de coronacrisis wordt aangegrepen om mensen veel meer thuis te laten werken zonder dat daar iets tegenover staat’. Hij vindt dat de universiteit juist zou moeten zorgen voor een goede werkplek voor iedereen zodra de crisis achter de rug is. ‘De werknemers zitten thuis nog steeds te werken achter hun eigen keukentafel op een kruk. Maar mijn vermoeden is dat er niet genoeg geld en ruimte is om iedereen een plek te geven.’
Tim Meijers vindt de timing van het plan problematisch. ‘Iedereen werkt vanaf zijn keukentafel keihard, terwijl we er juist naar uitkijken om weer een prettige werkomgeving te hebben. Maar op het moment dat we kunnen verlangen naar terugkeer naar de oude situatie, krijgen we dit. Ik schrok er echt van toen ik over dit traject hoorde en vind het niet netjes naar de werknemers toe.’
Flexibeler
Van Overbeeke erkent dat ‘de verwachting is dat na coronatijd medewerkers flexibeler omgaan met hun kantoorplek dan daarvoor’ en dat de ontwikkeling van de Humanities Campus ‘juist nu de mogelijkheid biedt om veranderende wensen bij de bouw mee te nemen’.
Ook Elisa Meijer ziet dat de medewerkers ‘de mogelijkheden van thuiswerken, hybride werken en blended onderwijs hebben ontdekt’, maar zegt ook dat nog niet duidelijk is ‘hoe die ontwikkelingen doorzetten’ na de coronacrisis. ‘Deze periode is volop onderwerp van gesprek en daarbij wordt ook de inrichting van de werkplekken besproken.’
De bevindingen van de consultatierondes worden de komende tijd gedeeld binnen de faculteit. Wanneer er een beslissing wordt genomen over de invoering van een eventuele nieuwe werkpleknorm is nog niet bekend.