‘Jongeren met een depressie vinden het erg om kritiek te krijgen’, zegt promovendus Lisanne van Houtum. ‘Bij gezonde jongeren daalt hun stemming met name als ze zich niet kunnen vinden in de kritiek. Als ouders commentaar geven waarmee ze het eens zijn, blijft hun stemming neutraal. Bij jongeren met depressie zien we dat effect veel minder.’ Die tieners trekken zich namelijk álle vormen van kritiek aan, óók als ze het ermee eens zijn. ‘Ze filteren minder.’
Voor het onderzoek, dat deel uitmaakt van een groter VICI-project van hoogleraar stressgerelateerde psychopathologie Bernet Elzinga, zijn tachtig pubers zonder klachten (en 151 ouders) onderzocht, en 35 jongeren met depressie (en 63 ouders).
Ze vulden vragenlijsten in, hielden via een app dagboeken bij en ondergingen hersenscans. Op dat laatste heeft Van Houtum zich voornamelijk gericht. Dinsdag promoveerde ze op haar bevindingen.
Kritiek opslaan
Terwijl ze in een MRI-scanner lagen, moesten de pubers reageren op de positieve, neutrale en negatieve feedback van hun ouders. ‘Kritiek doet pijn’, zo bleek uit de scans. ‘We zagen activiteit in de hersenen die betrokken zijn bij de verwerking van emoties en pijn. Maar bij jongeren met depressie zagen we ook een grotere toegenomen activiteit in de hippocampus: het gebied dat betrokken is bij het geheugen. We weten het niet zeker, maar het kan betekenen dat zij kritiek van hun ouders beter opslaan.’
Daarbij lijken ze ‘veel meer gefocust te zijn’ op het afkeurende commentaar, zegt Van Houtum. ‘Na afloop moest iedereen in twee minuten zoveel mogelijk woorden noemen die ze daarvoor als feedback hadden gekregen van hun ouders. De gezonde jongeren noemden evenveel negatieve als positieve feedback, de tieners met depressie veel meer negatieve.’
Ook lieten de onderzoekers de proefpersonen onder de MRI-scanner herinneringen herbeleven. Wanneer tieners met depressie die minder fijn vonden, zagen de onderzoekers afwijkende activiteit in het zogenoemde zelfreferentiële netwerk in het brein. ‘Dit netwerk wordt geactiveerd als je nadenkt over jezelf. Maar als de herinneringen heel fijn waren, zagen we deze afwijkingen niet. Dat kan een aanwijzing zijn dat als jongeren met depressie bezig zijn met positieve herinneringen – met name degene die goed bij hun zelfbeeld passen – dit een boost kan geven aan hun stemming en zelfbeeld.’
Feedback
Daar moeten ouders hun voordeel mee doen, vindt de onderzoeker. ‘Actief met je kinderen over positieve herinneringen praten, kan ervoor zorgen dat deze beter blijven hangen en makkelijker uit het geheugen naar boven komen. Over het algemeen blijven bij jongeren met een depressie negatieve herinneringen beter hangen, maar door er veel over te praten kun je dat misschien tegengaan en het positieve zelfbeeld van je kind ondersteunen.’
Tegelijkertijd is het van belang dat ouders feedback blijven geven. ‘Van kritiek kun je leren. Maar ze moeten zich ervan bewust zijn dat het bij sommige kinderen harder binnenkomt. Het is de tendens in de literatuur geweest dat pubers zich meer op leeftijdsgenoten richten en zich losmaken van hun ouders. Dat klopt zeker, maar tot nu toe werd veelal genegeerd hoe belangrijk de rol van ouders tijdens de adolescentie blijft.’
Lisanne van Houtum, Exploring the self in adolescent depression. Promotie 19 september