Maandag 10 maart zat ik aan mijn bureau. Op mijn scherm rolde een reeks gelijkluidende out-of-office-replies voorbij met uitleg waarom ‘ik’ boos was. Die uitleg was door het bestuur eerder gestuurd naar de medewerkers voor kopiëren en plakken in hun out of office.
Nu ben ik toch al het type dat het liefst in een onzichtbaarheidsmantel in protestoptochten meeloopt, maar deze voorgeschreven template van mijn motivatie voor de acties knaagde eerder aan mijn ideaal van (academische) vrije meningsuiting dan dat het mij aandreef de straat ervoor op te gaan.
De lol was eraf. Ik ging aan het werk.
Wrijving
Nog eerder was er al wrijving geweest tussen de medewerkers en de universiteit over deze staking. Aanvankelijk eiste het bestuur namelijk dat verplicht onderwijs, dat door de staking niet door kon gaan, later door docenten moest worden ingehaald. Daar waren de docenten en de vakbonden het niet mee eens, want staken is per definitie ‘tijdelijk geen werk verrichten voor je werkgever’.
De boosheid dreigde zich dus even richting de werkgever zelf te keren, zoals gebruikelijk bij stakingen. Maar de universiteit herstelde snel de alliantie met de medewerkers door de boosheid ‘eensgezind tegen het regeringsbeleid’ van zichzelf af te buigen. In de oproep aan wie het verkeerd had begrepen, vlak voor de stakingsdag, werd overigens nog niet expliciet helder of je nu wel of niet geacht werd het verzuimde onderwijswerk in te halen.
Het bestuur mailde: ‘Er bereiken ons signalen dat het bericht over de staking van 10 maart aanstaande, dat wij via de instituutsbesturen aan jullie hebben verstuurd, niet overal goed is ontvangen. Daarom verduidelijken we graag: het faculteitsbestuur staat voor ieders recht om te staken en steunt de stakingen volledig.
Grootse actiedag
‘We willen graag samen met jullie onze stem laten horen tegen het regeringsbeleid en voor ogen houden waarom deze staking wordt georganiseerd: het enorme maatschappelijk belang van wat we als universiteiten via ons onderwijs en onderzoek bijdragen aan de samenleving. We kijken uit naar een grootse en eensgezinde actiedag op 10 maart aanstaande.’
De aangereikte out-of-office template voor 10 maart luidde als volgt:
‘Beste afzender,
Vandaag ben ik niet aan het werk – niet voor een pauze, maar om op te komen voor de toekomst van het onderwijs. De voorgestelde bezuinigingen bedreigen de kwaliteit, toegankelijkheid en impact van onze universiteiten.
Onderwijs is geen kostenpost; het is een investering in onze toekomst. Daarom staken we vandaag – voor onze studenten, voor onderzoek en onderwijs, en voor een sterke academische gemeenschap.
Ik zal zo snel mogelijk na de staking op je e-mail reageren. Omdat kennis belangrijk is.’
Omdat ook ik wetenschappelijk onderwijs en onderzoek een groot goed vind, was ik aanvankelijk van plan geweest om wel degelijk ‘een pauze’ van mijn werk te nemen. Sterker: ik wilde het werk neerleggen, en daarmee de tegenstander benadelen. Zo kon ik druk uitoefenen om mijn zin te krijgen. En mijn zin is: geen bezuiniging op de mensen die het wetenschappelijk onderwijs maken, geven, en onderzoek doen.
Het bestuur van de universiteit liep voorop in de optocht voor háár zin. Die is: géén korting op haar budget. Uit dat budget worden immers al die docenten en onderzoekers betaald.
Bestrijden
Maar nog veel meer, zoals de communicatieadviseur die stakers op de been brengt en hun out-of-offices formuleert, de impression managers die de reputatie van de universiteit naar buiten toe onderhouden, de internationaliserings-, onderwijs- onderzoek- en andere beleidsmedewerkers. De crisismanagers die hoogleraar-bestuurders bijstaan - of juist bestrijden - die te lang in vrijheid hun gang mochten gaan en uiteindelijk in de problemen raakten. Grafisch ontwerpers die strategische plannen voor de toekomst glossy illustreren. Externe adviseurs bij integriteitsontsporingen. Cursussen voor academisch inspirerend leiderschap, en juristen die klachten en claims onschadelijk maken.
In-the-office deed ik mijn eigen staking. In duidelijke taal waarschuwde ik de minister tegen bezuinigingen op wetenschappelijk kapitaal, onafhankelijk onderwijs en onderzoek, in een wereld met Trump. Maar ik vond het best als hij wat wilde snijden in de lagen eromheen.
Fenna Poletiek is universitair docent cognitieve psychologie bij de Universiteit Leiden