Columns & opinie
Laten we in vredesnaam een standpunt innemen
Past de academie werkelijk nog langer een onpartijdige blik als het over Gaza gaat? Laten we ons niet verstoppen achter de vermeende heiligheid van academische vrijheid, betoogt Geert-Jan Kroes.
Gastschrijver
donderdag 20 maart 2025
Pro-Palestijnse demonstraten voor de Oude UB in mei 2024. Foto Taco van der Eb

In Mare van 20 februari haalt Sense Jan van der Molen hard uit naar pro-Palestina-activisten, die volgens hem bijdragen aan een angstcultuur voor Joodse studenten aan onze universiteit. In zijn opiniestuk doet hij nogal wat ongenuanceerde uitspraken. ‘There is only one solution: intifada revolution’ wordt via een geheel vrije eigen associatie verbonden met een roep om een soort van ‘Endlösung’ en ook geassocieerd met terreur, die bij een revolutie zou horen. De slogan ‘From the river to the sea’ zou mikken op het einde van de staat Israël.

Als iemand zou zeggen ‘Israël heeft ook oorlogsmisdaden gepleegd in Gaza’ is de reactie van Van der Molen, die lid was van het universitaire ‘Kernteam Academische Vrijheid’: ‘Dat zou kunnen, en dat moet worden uitgezocht.’ Werkelijk? Kan het zijn dat een Leidse hoogleraar daar dan geen geïnformeerde mening over heeft? Verder is de angstcultuur volgens Van der Molen allemaal te wijten aan docenten voor wie activisme een doel op zich zou zijn, want op zich is het best te begrijpen dat ‘studenten vatbaar zijn voor (simplistisch) idealisme’. Tja.

Ik raad Van der Molen, en alle andere leden van onze academische gemeenschap, aan om het boek Israël-Palestina te lezen, geschreven door Derk Walters, voormalig NRC-correspondent. Een paar feiten hieruit: ja, Israël is volgens het geldende internationale recht een legitieme staat. Maar al in 1947 kreeg de Joodse bevolking met Israël door de Verenigde Naties, onder sterke Amerikaanse druk, proportioneel veel meer land toebedeeld van Palestina dan de oorspronkelijke bevolking. En volgens het geldende internationale recht hoort Israël in geen enkel opzicht aanwezig te zijn op bijvoorbeeld de Westoever van de Jordaan. Al het geweld dat Israël daar gebruikt is in feite terreur, er hoort daar geen Israëlische politie te zijn en geen Israëlisch leger.

En er zijn verschillende manieren om tegen de slogan ‘From the river tot the sea’ aan te kijken. Veel idealistische pro-Palestijnse activisten bepleiten dat het oorspronkelijk verdeelde Palestina wordt omgevormd naar één gemeenschappelijke Joods-Palestijnse staat, waarin Joden en Palestijnen in vrede samenleven. Ja, er zijn ook activisten die pleiten voor de oude situatie, en het einde van Israël willen, maar alle pro-Palestijnse activisten in dit kamp plaatsen is domweg een anti-Palestijns frame. En er zijn trouwens ook veel Israëliërs die willen dat er een groot Israël komt van de zee tot de rivier. Tot dit kamp behoort onder andere Netanyahu en daar hoor je zelden een autochtone Nederlander over.

‘Hoe zouden mensen met een Arabische of moslimachtergrond zich voelen op onze universiteit?’

In de Westerse wereld zijn wij op allerlei manieren bevooroordeeld over dit conflict. Veel mensen weten niet dat er zowel orthodoxe christenen als orthodoxe joden zijn die menen dat de Messias (terug of voor het eerst) op aarde zal komen als gebieden waaronder de Westoever valt weer bewoond worden door Joden. Zij vinden dat het hele ‘Bijbelse land’ aan de Joden behoort.

Veel autochtone Nederlanders zijn geneigd om Israël te zien als een ‘bastion van westerse beschaving in een barbaarse regio’. Na alles wat er in Gaza gebeurd is, denk ik: werkelijk?

De ‘juridische blik’ vindt dat het internationaal recht bepaalt wat wel en niet mag. De postkoloniale blik ziet Israël als een koloniaal project op grondgebied van de Palestijnen. Elke westerling zou moeten inzien dat dit ook kan gelden als een legitiem standpunt, waarbij bewoners van andere werelddelen kunnen menen dat het ontstaan van de huidige situatie mede te wijten is aan de Holocaust, waarvoor de verantwoordelijkheid primair bij het Westen berust.

Dan nu een belangrijk punt dat ik wil maken: hoe zouden mensen met een Arabische of moslimachtergrond zich voelen op onze universiteit, en in ons land? Voelen zij zich veilig onder alle bevooroordeeldheid die wij aan de dag leggen, door niet in beweging te komen? In Gaza staan weinig gebouwen nog overeind, zijn de afgelopen anderhalf jaar vijftigduizend mensen gedood en er is sprake van scholasticide: Palestijnse universiteiten zijn verwoest.

‘Doet internationaal recht er nog toe, of leeft de wereld inmiddels onder Amerikaans recht?’

Heeft onze universiteit zich al uitgesproken over de wenselijkheid om nu een einde te maken aan alle samenwerkingen met Israëlische instellingen, bij wijze van protest? Of blijven we volhouden dat dit in strijd is met de ‘academische vrijheid’, want daar hoort bij dat we met iedereen moeten kunnen samenwerken, en dat is heilig? Waarom spreekt Van der Molen zich daar niet over uit?

De actie van Hamas op 7 oktober 2023 was een oorlogsmisdaad, en die verheerlijken is fout, zoals Van der Molen terecht stelt. Echter, Israël heeft daar een veelvoud van oorlogsmisdaden tegenovergesteld, en wat doen we daaraan? Terwijl er sprake zou moeten zijn van een bestand zijn er in de nacht van 17 op 18 maart massale Israëlische lunchtaanvallen op Gaza geweest, waarbij meer dan vierhonderd Gazanen omkwamen. De Israëlische premier vermeldde dat vooraf advies was gevraagd bij de VS. Doet internationaal recht er nog toe, of leeft de wereld inmiddels onder Amerikaans recht?

Bij dit conflict is het onvermijdelijk dat de emoties hoog oplopen bij bevolkingsgroepen die zich op basis van religie of afkomst extra betrokken voelen. Dus graag ook wat meer begrip voor Palestijnen, mensen met een Arabische afkomst en moslims. Nogmaals: hoe zouden zij zich voelen bij wat zij op het journaal zien, terwijl Nederland en de Universiteit Leiden werkeloos toekijken? Voelen zij zich gezien?

Laten we in vredesnaam als universiteit een standpunt gaan innemen over samenwerkingen dat niet alleen berust op de vermeende heiligheid van de academische vrijheid, want die behoort ook zijn beperkingen te hebben. Wij horen te stoppen met samenwerkingen met Israëlische instellingen om helder te maken waar we voor staan. Hiervoor haal ik graag bisschop Desmond Tutu aan, die stelde dat kiezen voor neutraliteit in situaties van onrechtvaardigheid neerkomt op de kant kiezen van de onderdrukker. Welke positie neemt onze universiteit in?


Geert-Jan Kroes is hoogleraar scheikunde. Hij schrijft dit stuk op persoonlijke titel

Lees ook een reactie van Sense-Jan van der Molen op eerdere kritiek:  Waarheidsvinding en activisme gaan niet samen