Toen onze demissionair minister-president Mark Rutte op de persconferentie van 14 september aankondigde dat de anderhalve meter bij het grofvuil kon, ging er een golf van jubel en jolijt door ons huis. We prezen onze vrienden Mark en Hugo om hun doortastende besluitvorming en sloegen elkaar op de schouders. We proefden de zoete smaak van de vrijheid, ons al die tijd ontzegd, al op onze hongerige tongen.
Anderhalf jaar hebben wij moeten wachten, steeds maar moeten wachten. Nee, we wilden niet naar de club. We wilden niet wildvreemden ‘huggen’. We wilden zelfs niet met duizenden andere mensen op een kluitje staan op een of ander festival.
Wij stonden niet tussen de technodebielen van Unmute Us op de Singels.
We wilden al die tijd maar één ding: naar de UB gaan zonder te moeten reserveren.
Ik begon de website van de universiteit af te struinen, op zoek naar een update. Ieder uur refreshte ik de pagina met coronanieuws. Op het moment dat ik deze column schrijf, een goede week na de persconferentie, is er nog steeds geen mededeling gedaan. Niet van de universiteit, niet van de bibliotheek.
De enigen die wel een update hebben gegeven waren de vlijtige pr-medewerkers van de rechtenfaculteit. Hun stuk op de website begon veelbelovend: ‘Er zijn tot onze vreugde verdere versoepelingen aangekondigd.’
Ik voelde me erkend, gezien door deze mensen wier namen ik niet kende. Ik was ook blij met de versoepelingen.
Daarna spraken ze over het belang van verantwoord werken en dat we iedereen daarbij nodig hadden. Ook hiermee was ik het roerend eens. Ik begon te springen op mijn bank. Ik scandeerde: ‘VREUGDE, VERANTWOORD WERKEN EN GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID!’
Huisgenoot Giraffe vond de leus niet pakkend genoeg, maar ik vond hem beter dan ‘LIEFDE, VRIJHEID, GEEN DICTATUUR’ - de gouden standaard onder de coronaleuzen.
Lang mocht mijn euforie helaas niet duren. Ik las verder en kwam een zinnetje tegen dat mijn wereld deed instorten: ‘Reservering van de studieplekken in de bibliotheek blijft verlopen via SharedDesk.’
Ik was razend.
Voor de invoering van het reserveringssysteem had ik alle begrip. Moeilijke tijden vragen nou eenmaal om moeilijke beslissingen. Dat de tijdslots eigenlijk nooit echt handig uitkwamen nam ik voor lief. Dat mensen straffeloos konden reserveren zonder te komen opdagen was maar even zo. Dat vier uur in de UB zitten et maximaal haalbare was in tentamenperiodes (om het even van welke faculteit) accepteerde ik mismoedig.
Ik hield mezelf op de been met de gedachte dat er na deze tijdelijke maatregel betere tijden zouden komen. Ooit zou ik toch weer zo vrij als een vogel spontaan onze bibliotheek binnen kunnen fladderen om, dwars door de grenzen van de huidige tijdslots, te zitten aan een willekeurige tafel die ik niet van tevoren al online heb uitgekozen.
Vanaf de 25e kan het allemaal al in mijn sportschool. Laten we hopen dat de universiteitsbibliotheek snel volgt.
Omar Ghaly is student Egyptologie