Herman Brusselmans en de vrouwen, het is een onderwerp apart. Wellicht herinnert u zich de aflevering van De Wereld Draait Door, waarin hij Georgina Verbaan in verlegenheid bracht door zich hardop voor te stellen hoe hij haar zou beffen. Daarmee bevestigde hij het sinds jaar en dag door hem uitgedragen imago van de rokkenjager, de man die bij literaire optredens borsten en billen signeert, de schrijver met de gewillige groupies. Regelmatig laat hij zich fotograferen met naakte vrouwen, ja zelfs met een wulpse Carice van Houten.
Dat hij relaties heeft met jonge meisjes die zijn dochter kunnen zijn, draagt ook toe aan dit beeld. De roddelbladen, maar ook de serieuzere tijdschriften, krijgen er geen genoeg van. Zo ook toen hij in 2013 een relatie kreeg met de journaliste Melissa Janssens. Het grote leeftijdsverschil – ze was 24 – leidde tot ophef. Op sociale media werd Melissa verweten een BV-jager of starfucker te zijn, Brusselmans werd een pedofiel genoemd.
De auteur stookte het vuurtje op door in zijn roman Poppy en Eddie en Manon (2014) – Manon is het alter ego van Melissa – tot in detail en zonder gene over hun verhouding te schrijven. Zo komt de lezer alles te weten over haar borsten, menstruatie en flatulentie, maar ook over zijn erectiestoornissen: in het universum van Brusselmans lijkt geen enkel onderwerp privé.
De relatie met Melissa liep op de klippen. Sinds dit jaar heeft Brusselmans een nieuwe liefde: de eveneens 24-jarige Amsterdamse Lena, maar zij is nog niet in zijn werk vereeuwigd.
Ondanks het imago van de ‘wijvenmagneet’ heeft Brusselmans maar twee grote liefdes gekend. Vanaf 1977 had hij verkering met Gerda Baeyens, met wie hij in 1981 trouwde en van wie hij tien jaar later zou scheiden. Vanaf 1992 tot 2011 was hij een paar met Tania de Metsenaere, die hij in 2005 het ja-woord gaf. In de vroege romans is Gerda zijn muze, tot 2011 vervulde Tania die rol. Gerda komt in het werk voor onder de naam Gloria, Tania heet daar – geïnspireerd door J.D. Salinger – Phoebe.
Zijn eerste vrouw leerde hij kennen in de collegebanken, tijdens de studie Germaanse Filologie in Gent. Hij was weliswaar een jaar eerder begonnen, maar had tijdens zijn propedeuse vooral de binnenkant van de kroeg gezien. Na hun afstuderen, in de jaren tachtig, maakte Gerda de schrijver mee toen hij gekweld werd door angstaanvallen, met een zware alcoholverslaving worstelde en moeite had monogaam te zijn, in de tijd dat hij voor het eerst een bekende Vlaming werd.
Het viel mij bij het herlezen van Brusselmans’ vroege werk op dat hij, hoewel hij geregeld intieme zaken over Gloria beschrijft (hun echtelijke ruzies, hun vrijpartijen, hun kinderwens), in zijn boeken strak regisseert wat hij wel en niet vertelt. De ware toedracht van hun gestrande huwelijk verwerkte hij niet in zijn literatuur.
Mede daarom zocht ik contact met Gerda. Afgelopen augustus besloot ik haar een e-mail te sturen, omdat ik graag haar kant van het verhaal wilde horen. Ze antwoordde dat haar leven met Herman Brusselmans bepaald niet makkelijk was geweest en littekens had nagelaten. ‘Als ik uw vragen eerlijk en oprecht mag beantwoorden, ben ik bereid om mee te werken’, antwoorde ze. ‘Als het de bedoeling is om de schrijver en man Brusselmans te verheerlijken, moet ik passen.’
Gerda’s verhaal vormt een welkome aanvulling op het beeld dat de schrijver in zijn boeken zelf schetst, vult de open plekken op, en biedt een vaak ontluisterend beeld van de dronken, tierende, angstige, maar tegelijkertijd een dubbelleven leidende schrijver. Gerda schreef me ook dat Brusselmans’ lezers vaak geen onderscheid konden maken tussen haar en het personage Gloria. Zo gaf een collega haar met Kerstmis een ‘jarretellesetje’ cadeau, omdat hij dat zo goed bij Gloria vond passen.
Dat is de magie van Brusselmans’ werk: hij wekt de suggestie dat hij je een intieme inkijk biedt in zijn leven. De Engelse dichter Lord Byron deed hetzelfde en riep in zijn poëzie meisjes op om hem te troosten. Zo werd hij de eerste celebrity-auteur met groupies. Is bij Brusselmans iets vergelijkbaars aan de hand? Hoe het ook zij, volgende week ontmoet ik Gloria – pardon: Gerda – in het echt.
Rick Honings