Door een dansende vlammenzee krioelt een pen, die de mijne moet zijn. ‘Word jij onze nieuwe columnist?’ staat er boven de oproep op
de website van Mare.
Mijn borst zwelt tot slagschiphoogte. In mijn beste koeienletters loei ik ‘JIÁÁÁ!’ Koffiezetapparaat op standje doorhaal. Citatenboekje klaar. Beethovens negende aan. Dit is het moment dat mijn mening door het prestigieuze bolwerk gaat galmen als een magnetiserende mantra.
Professoren zullen beven. Studenten zullen smeken. Bustes zullen buigen. Dit, is mijn moment.
Maar hoe spring ik ertussenuit? Draait alles niet om opvallen tegenwoordig? Een vlekkeloze LiktIn en glammy Instagrammy’s? Aandacht is het nieuwe geld, maar hoe ga ik die pakken? Een kleine aarzeling verslapt mijn geoliede typtentakels, tot de hypnotiserende hand op het scherm me ineens wakker slaat. Tuurlijk. Ze willen iets gewaagds, iemand die het schuren nietschuwt en schrijft met het bloed van zijn vijanden. Een columnist met de hamer, die de dichtgetikte jaarclubjes en vastgespijkerde deugdogma’s openbreekt, opdat gezegd wordt wat anders alleen gedacht blijft.
Uit het vragenvuur van mijn geheugen zeef ik een paar uitverkoren gedachtes. Het bedroevende werkgroepniveau in de master waarbij een eersteklas bureaubabbelaar oreert als een autocue, en stiltes opvult met meesterlijke dooddoeners als ‘Enfin, het is jullie bekend’.
Of anders de hoorrorcolleges waarbij stroopstemmen dia’s opdreunen alsof het de Dodenherdenking is: enkeltje flex- naar excontract graag. Heus, een powerpoint is een rollator voor een gehandicapte spreker.
Nee, nee, allemaal te onderwijsneus.
Misschien de zonbruine glazuurtronies van Barreragirls die invi’s voor een datediner bespreken met de ernstigheid van generaals in Gaza?
Vééél te cynisch weer. Jouw generatie lijdt genoeg hopeloosheid, kom jij de volgende doemdosis injecteren.
Klagers denken aan gisteren, wagers aan morgen. Versier de gedachtegangen met grootse ideeën. Zeg iets zinnigs. Bijvoorbeeld hoe de politieke eis van onevenredige kennisvalorisatie, die allengs totalitaire vormen aanneemt, tot de ideologisering, ofwel de val, van de geesteswetenschappen leidt.
Of over de hedendaagse angstcultuur onder gen-Z om een meme te belichamen, waarmee de virtuele realiteit als een psychologisch gedragsmechanisme de fysieke realiteit overschaduwt, en dus reëler wordt. Pff, te abstract man. Iemand moet dit gaan lezen.
Heb het over je typische studentenleven, be relatable. Een beproefde techniek voor het beste krattenhuis, dat niet alleen als een extra bed functioneert, maar tegelijkertijd het wapenschild van je dispuut uitdrukt. Echt episch.
Of 21-dinerstunts die net over de grens gaan: Heads Will Roll draaien waarbij je in een kreunmontage meeluistert naar de bedrijvige nacht van de gelukkige Sophie. Papa lachte minder hard.
Niet te plat Laban!
Ach, dit is zinloos.
De als-paniek van mijn metamoderne overbewustzijn is onverdraaglijk. Ik weet te goed hoe ik overkom, maar te slecht hoe ik dat overkom. Bij elke onderwerpkeuze ontwaken massa’s fomofantomen en sensitivitysensors. Ik kan het beter opgeven.
Ik word nooit columnist.
Henrik Laban is student Neerlandistiek