Columns & opinie
De magie van schoonheid en antidepressiva
Al worstelend met zijn depressie toog columnist Olaf Leeuwis naar het Concertgebouw: ‘De gemiddelde bezoeker heeft al een testament laten opstellen.’
Olaf Leeuwis
donderdag 6 april 2023

Het leuke van een bezoek aan het Concertgebouw is dat als de muziek matig is, je altijd nog om je heen kan kijken naar al die paradijsvogels die keurig met hun benen gekruist de noten en de akkoorden met hun oren proberen te vangen.

De gemiddelde bezoeker heeft al een testament laten opstellen, kijkt met sympathie naar Henk Krol en kan zich nog de tijd herinneren toen Koos Alberts nog niet in een rolstoel op het podium verscheen. Bij dit type bezoeker houdt het niet op gelukkig.

De vorige keer bezocht ik in mijn eentje het Concertgebouw om onder andere Griegs pianoconcert en een briljante vergaarbak van klanken van Prokofiev te beluisteren. Ik zat al vroeg in de zaal en rondom mij heen gingen al wat gerontocraten zitten. Een oudere vrouw vond haar plek twee rijen voor mij, dankzij een mobiele opvouwrollator. Ze zat al lekker en de strijkers begonnen al kakofonisch in te spelen, toen er drie jongens naast de oudere vrouw wilden gaan zitten. Opstaan is ook weer zo sneu voor die vrouw, dus de drie jongens propten zich met hun benen langs haar lichaam en de voorste stoelen om hun plaatsen te bereiken. Het was een spannend aangezicht.

Een jongen met halflang bruin haar, een blauwe trainingsbroek en een trui met print, sprong eruit. Gezien zijn lengte en voorkomen was hij van het type corporale roeivereniging. Het accent was al snel in te beelden. Je zou hem in elke studentenstad kunnen implanteren en niemand zou het doorhebben.

‘Je kan als een kameleon de beschonken Bacchus uithangen en tegelijkertijd naar Grieg luisteren’

Of wel, want het ontroerde me dat zo’n type student met zijn twee maten Prokofiev wilde luisteren op een dinsdagavond, terwijl ze net zo goed conform het clichébeeld van de corporale student gouden rakkers soldaat hadden kunnen maken in een of andere tent.

Die hele verbazing als iets niet voldoet aan je vooroordelen: dat is nou mooi. Je kan namelijk prima als een kameleon de beschonken Bacchus uithangen en tegelijkertijd in zaligheid naar Grieg luisteren of een Vermeertentoonstelling bezoeken. Heidegger hield bijvoorbeeld van voetbal kijken en Adam Smith had de neiging om met zijn vrienden wijn te gorgelen. Zo zijn er tal van studenten in onze stad bij wie de zucht naar schoonheid niet meteen aan de oppervlakte ligt.

Ook ik was voor die zucht naar het Concertgebouw gekomen, natuurlijk. En ook ik speel met die dualiteit, maar dan anders. Inmiddels is de depressie gaan schemeren dankzij de magie van antidepressiva. Ik denk weer helder en mijn gedachten zijn niet meer gekaapt door die vreselijke ziekte. In heel die kaping zit de ellende: alles in het lichaam roept dat het leven geen zin heeft en dat alles donker is, maar toch is er altijd een fakkel van levenslust die je overtuigt dat het allemaal wel zin heeft en dat je de strijd moet uitzitten.

The only way out is through. Op het moment kan die strijd je verscheuren, maar zoals altijd is er geen plek te donker om door een fakkel verlicht te worden. En dat moment is ongeveer nu.


Olaf Leeuwis is student International Relations