In de media en de politiek wordt het beeld geschetst dat internationale studenten voor een crisis in het hoger onderwijs zorgen’, zei Ella Picavet van studentenpartij DSP tijdens de universiteitsraadsvergadering tegen het college van bestuur. ‘We zijn daar zeer van geschrokken.’

Jarenlang is er namelijk door de politiek aangedrongen op juist meer internationalisering op de universiteiten, aldus Picavet. Nu blijkt dat problemen te veroorzaken op het gebied van facilitering en huisvesting, en het zijn de internationals die het moeten ontgelden. Zo deed het kabinet in december een oproep om tijdelijk te stoppen met het actief werven van studenten in het buitenland, en wordt er gedacht over een numerus fixus specifiek voor Engelstalige specialisaties van studies.

‘Internationale studenten zijn disproportioneel doelwit, terwijl de verantwoordelijkheid voor een duurzaam internationaliseringsbeleid bij de universiteiten en de overheid zelf ligt’, schrijft de partij in een rondvraag aan het college. ‘Het is een crisis van beleid, geen crisis veroorzaakt door internationale studenten’, voegde Picavet daar tijdens de vergadering nog aan toe.

Verdomhoekje

Collegevoorzitter Annetje Ottow was het met haar eens dat de internationals onterecht in het verdomhoekje zitten. ‘Het college waardeert onze internationale gemeenschap enorm’, zei Ottow. ‘We doen er alles aan om voor hen te staan. De politieke discussie roept een heel vervelend beeld op bij internationale studenten, dat begrijpen we maar al te goed. Leiden blijft uitstralen dat deze studenten van harte welkom zijn.’

Wat het Haagse beleid precies gaat worden is echter nog niet bekend, aldus Ottow. ‘De status is onduidelijk.’

Het is namelijk nog steeds wachten op de brief van minister Dijkgraaf van Onderwijs over internationalisering in het hoger onderwijs. Dijkgraaf zou die brief in maart naar de Kamer sturen, maar de minister ‘verwacht dat nu uiterlijk in mei te doen’. De reden voor het uitstel is dat ‘de inhoud van de brief betrokken is bij een breder gesprek over migratie dat op dit moment gevoerd wordt binnen het kabinet’.

Welke instrumenten Den Haag wil gebruiken om die instroom te beperken is dus nog onduidelijk. ‘Het is allemaal heel onzeker, en wat ons betreft ook een ongelukkige ontwikkeling’, zei Ottow. ‘We hebben ons echter tot deze realiteit te verhouden. Als er maatregelen komen, dan gaan we kijken wat we daarmee moeten. Helaas is dat de situatie.’

Aantrekken van talent

Ottow benadrukte dat het heel belangrijk is ‘om internationaal talent naar Nederland te trekken’. Het is echter niet zo dat de universiteit de ‘ambitie heeft om de instroom aan internationals te vergroten, maar het aantrekken van talent staat voorop’.

Picavet stelde het op prijs dat het college de internationale studenten steunt. ‘Ik ben er heel erg blij dat het college zich zo uitspreekt. Dat doet de internationals echt goed. Schreeuw jullie steun van de daken.’

Ze legde ook uit dat het beperken van de instroom van internationale studenten uit de EER (Europese Economische Ruimte: alle EU-landen plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland) in strijd is met EU-regels. ‘Je mag geen onderscheid maken tussen EER-studenten en Nederlandse studenten.’ Ook het inperken van de toestroom van studenten van buiten de EER is volgens haar weinig zinvol. ‘Want ongeveer 3,5 procent van de Leidse studenten komt van buiten de EER. Dus dat heeft nauwelijks invloed.’