Dat schrijft de universiteit donderdagmiddag in een persbericht op basis van de tussenbeschikking van de kantonrechter.
Woensdag schreef Mare al dat de rechter meer informatie nodig heeft om tot een definitieve uitspraak te komen. In de ontslagprocedure die de universiteit tegen de hoogleraar Caribische archeologie heeft aangespannen, krijgt Hofman eerst nog de kans ‘het door haar gestelde tegenbewijs te leveren’. Verder heeft de rechtbank de universiteit gevraagd om extra financiële achtergrondinformatie, bijvoorbeeld wat de hoogleraar aan pensioenopbouw zou missen als haar arbeidsovereenkomst voortijdig wordt beëindigd.
Daarnaast speelt er nog een bezwaarprocedure over een door het koppel ingediend Woo-verzoek dat de universiteit niet in behandeling wil nemen.
Onaanvaardbaar
Hoewel er dus nog geen definitieve uitspraak is, en dus nog niet duidelijk is of de universiteit Hofman mag ontslaan, trekt de rechter al wel een aantal opvallende conclusies. Zo is volgens de rechtbank voldoende aannemelijk dat Hofman de wetenschappelijke integriteit heeft geschonden dat ze zich ‘ongepast en ongewenst’ heeft gedragen, schrijft de universiteit. De rechter noemt dat gedrag ‘onaanvaardbaar’.
Ook heeft de onderzoekscommissie volgens de rechter uitgebreid onderzoek gedaan, voldoende hoor en wederhoor gepleegd en ‘zorgvuldig’ haar bevindingen in het onderzoeksrapport weergegeven.
De universiteit krijgt zelf ook kritiek omdat ze heeft nagelaten ‘het gedrag te monitoren van docenten en hoogleraren, die buiten het gezichtsveld van de universiteit veldwerk laten verrichten door kwetsbare jonge studenten en promovendi’.
Zorgvuldig onderzoek
Bovendien is er ‘geen enkele controle uitgeoefend op gedrag dat ook in een verder gelegen verleden al niet getolereerd werd’ en werd de faculteit Archeologie ‘op geheel eigen wijze bestuurd’. Hofman kreeg echter ‘steeds bevestigd dat zij goed presteerde en voor de universiteit buitengewoon belangrijk was’. De rechter vindt dat er ‘veel eerder ingegrepen had moeten worden’ en weegt dit mee in de verdere beoordeling.
Collegevoorzitter Annetje Ottow is tevreden met het voorlopige oordeel. ‘De voor ons belangrijkste verwijten aan het adres van de hoogleraar, het grensoverschrijdende gedrag en de schending van wetenschappelijke integriteit, worden door de rechter inmiddels voldoende aannemelijk geacht. Ook de onderzoekscommissie heeft haar werk zorgvuldig gedaan’, zegt ze op de universiteitssite.
Over de kritiek van de rechter zegt ze: ‘Wij leren daarvan. We gaan de stukken aanleveren waar de rechter om heeft gevraagd, en wachten de beslissing met vertrouwen af.’