Nieuws
Bezuinigingen beginnen met het ‘laaghangend fruit’
Korten op externe inhuur, buitenlandreizen en openingstijden moet twee miljoen euro opleveren. Het is een begin van een omvangrijke bezuinigingsoperatie. ‘De impact zal groot zijn.’
Vincent Bongers
donderdag 23 januari 2025

‘Zoals verwacht krijgt het hoger onderwijs te maken met zeer forse bezuinigingen’, schreef het college vorige week op de website van de universiteit over de besparingen van minister Bruins op het hoger onderwijs. ‘De impact hiervan zal groot zijn, en deze bezuinigingen komen nog eens bovenop de reeds bekende tekorten in de begroting 2025-2029.’

Het college is al bezig met ‘een eerste bezuinigingsslag’ door zich te richten op ‘laaghangend fruit’. ‘Dit zijn besparingen die we op zeer korte termijn door kunnen voeren, en waarmee een bedrag van ongeveer twee miljoen euro gemoeid is.’ Voorbeelden van dit laaghangend fruit zijn besparen op ‘het inhuren van externe krachten, het huren van externe locaties en buitenlandse reizen’.

Ook zullen universitaire gebouwen in Den Haag en Leiden minder vaak open zijn. Dat kan ook een ‘forse bezuiniging opleveren’.
Het college schrijft dat door deze besparingen ‘zo snel mogelijk door te voeren’ de eerste stappen gezet worden ‘op weg naar een zo gezond mogelijke financiële huishouding in de komende jaren’.

De zogeheten Kadernota, de financiële plannen van het college voor de komende jaren, die in het voorjaar verschijnt, zal meer duidelijkheid geven over de bezuinigingen.

Werkgroep

Het college van bestuur heeft de ‘werkgroep andere tijden 2026’ in het leven geroepen. Deze commissie gaat ‘concrete en haalbare bezuinigingsvoorstellen opstellen voor de begroting van 2026. Voor de periode 2027 – 2030 zal de werkgroep een perspectief opstellen voor mogelijke bezuinigingen in die jaren’.

De commissie wordt voorgezeten door Koen Caminada, decaan van de faculteit Governance and Global Affairs. Ook Erwin Muller, vice-rector organisatieontwikkeling, is lid. De werkgroep heeft de opdracht de kerntaken onderwijs en onderzoek zoveel mogelijk te ontzien. De primaire taken van faculteiten moeten zo min mogelijk geraakt worden.

Daarnaast is het de bedoeling de sociale impact te beperken: ‘De effecten voor medewerkers en studenten willen we zo goed mogelijk opvangen.’