Zeker voor het prijskaartje van 30.000 euro had de raad meer verwacht dan een rapport van tien pagina’s, waarvan het grootste deel niet bestaat uit aanbevelingen of handvatten voor beleid, maar slechts een feitenrelaas van de gebeurtenissen rond de demonstratie.
‘Wat het rapport vertelt is minder dan wat er in Mare is gerapporteerd. Dan kun je je afvragen wat die mensen nou eigenlijk hebben onderzocht’, zegt raadslid Mark Dechesne van personeelspartij LAG maandag tijdens de universiteitsraadsvergadering. ‘Daarin schiet het rapport tekort. Het heeft helemaal niet de diepgang die zich leent om er beleidsmatige beslissingen mee te maken.’
‘De aanbeveling, het deel van het rapport waar ik het meeste hoop op had gevestigd, is maar één pagina’, aldus Femke Spaargaren van studentenpartij PBMS. ‘En dan zijn het aanbevelingen als “we moeten goed communiceren”. Dat had iedereen wel kunnen bedenken. Is dit onderzoekswaardig?’
Achtervolging
Berenschot kreeg in maart 2024 de opdracht de gebeurtenissen op 9 november 2023 te onderzoeken, nadat ophef was ontstaan over beveiligers die drie docenten en een student na afloop van de demonstratie op straat achtervolgden tot in een kledingwinkel. Aanvankelijk had de universiteit het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement ingehuurd, maar dat gaf de opdracht in december 2023 terug nadat de onpartijdigheid van het bureau in twijfel werd getrokken. Reden: het bureau is opgericht door toenmalig FGGA-decaan Erwin Muller, die zelf aanwezig was tijdens de demonstratie en daar demonstranten vermanend had toegesproken.
Belangwekkender dan de algemene aanbevelingen lijken de bijlages van het Berenschotrapport te zijn, waarin staat dat de beveiliging van de universiteit ‘neutraliteit moet uitstralen’. Joost Augusteijn (LAG): ‘Ik zou graag willen weten om welke elementen van neutraliteit het gaat. Als er alleen maar gekeken wordt of er op het kantoor van de afdeling veiligheid posters hangen die een bepaalde partij kiezen, dan lijkt me dat een beperkte blik op neutraliteit. Want we weten allemaal dat er geruchten zijn over dat de beveiliging van deze universiteit bepaalde specifieke posities inneemt.’
Daaraan voegt Timothy de Zeeuw (LAG) toe dat hij in het kader van neutraliteit graag zou willen weten wat het protocol is voor het opslaan van beeldmateriaal. Al eerder uitten verschillende studenten klachten dat beveiligers hen door het Wijnhavengebouw zouden zijn gevolgd en hen daarbij zouden hebben gefilmd, en dat dit vooral bij niet-witte studenten zou zijn gebeurd.
Binnen de raad was enige onenigheid of bij dit advies over het Berenschotrapport ook kritiek kon worden geuit over een paragraaf uit een ander document. De paragraaf uit de zogenaamde Criteria en procedure ter bevordering van inclusieve en veilige evenementen stelt dat ‘bij politieke thema’s als de oorlog in Israël en Palestina, de fossiele industrie, maar ook activiteiten voor en door studenten van kleur en verschillende regionale achtergronden er vaak behoefte is aan aanvullende informatie bij de beoordeling van aanvragen’.
Alle raadsleden waren het erover eens dat deze bewoording racistisch van aard is, maar PBMS en ONS vonden dat het advies over het Berenschotrapport niet de plek was om dit aan te kaarten. Daarop antwoordde Michiel Vermeer: ‘We hebben net aan het begin van de vergadering geconstateerd dat er eigenlijk niks in het rapport staat. Dus het is best logisch om zelf maar dingen erbij te zoeken, zodat het nog een beetje betekenis houdt.’
De raad bespreekt het advies met het college van bestuur op 3 februari. De universiteitsraad zou het rapport eigenlijk al in november bespreken, maar toen ontbraken nog antwoorden van het college op de vragen van de raad.