Nieuws
Raad unaniem over brief Israelische samenwerking, maar verstuurt hem toch niet
Het college van bestuur moet haast maken met de beloofde commissie die de banden met Israël gaat beoordelen, vindt de universiteitsraad. Maar toch werd een brief met die aansporing uiteindelijk niet verstuurd, omdat de discussie erover compleet ontspoorde. ‘Dit gaat helemaal nergens over.’
Vincent Bongers
donderdag 23 januari 2025
Pro-Palestijnse demonstranten voor het Academiegebouw in mei 2024. Foto Taco van der Eb

In de brief vraagt de raad aan het college om de komst van een ethische commissie, die de banden van de universiteit met Israëlische instellingen moet onderzoeken, te versnellen. Er is al een tijdelijke ‘commissie toetsing ethische aspecten in samenwerkingen’ aan het werk. Die gaat waarschijnlijk adviseren om een toetscommissie in te stellen voor onder andere Israël.

Die moet dus nog geformeerd worden en een ‘advies zal pas op zijn vroegst in het najaar komen’, aldus de brief, die is opgesteld door raadsleden Joost Augusteijn (personeelspartij LAG) en Michel Vermeer (studentenpartij DSP-SC). Die vertraging is ‘problematisch vanwege de acute situatie in de Palestijnse gebieden waar dagelijks mensen sterven en waar er zoals veel internationale instituties en organisaties hebben aangegeven internationale rechtsregels overtreden worden en zich (mogelijk) een genocide aan het voltrekken is’.

‘Ongebruikelijke procedure’

Gezien de ‘acute situatie die ondanks de wapenstilstand blijft bestaan dringt de raad erop aan om nu al de commissie die onderzoek gaat doen naar de samenwerking met partners in Israël samen te stellen’.

Een commissieadvies moet er niet in de herfst maar al voor de zomer liggen, staat in de brief die op een laat moment aan de raadsstukken was toegevoegd en ook niet de status heeft van een document waar de raad officieel advies over geeft.

Raadsvoorzitter Pauline Vincenten omschreef de behandeling van de brief als een ‘ongebruikelijke procedure’ maar wilde het stuk graag in de openbaarheid met de raad bespreken en vervolgens naar het college sturen.

‘Het is een urgent onderwerp, maar het debat hoort in politiek Den Haag’

Opvallend genoeg bleek de raad het volkomen eens te zijn over de boodschap van de brief – een grote meerderheid wil een snellere procedure – maar ontspoorde het debat over de precieze verwoording dermate dat de brief uiteindelijk niet verstuurd werd. ‘Ik ben voorstander van het college te vragen om de commissie sneller te vormen’, zei Femke Spaargaren van studentenpartij PBMS. ‘Maar er worden in de brief zaken bijgehaald die ik eruit zou willen hebben. De zin dat “de raad vanwege de acute situatie” is iets te uitgebreid geformuleerd. Ik zie liever iets als de “gemeenschap behoefte heeft aan duidelijkheid”. Studenten en medewerkers kijken vanuit verschillend perspectief naar de situatie, maar iedereen wil duidelijkheid. Laten we daarop focussen.’

Urgent onderwerp

Sami Katkhouda (DSP-SC) wilde juist wel de toon van de brief behouden. Hij had de indruk dat Spaargaren de situatie in Gaza wilde ‘downplayen’: ‘Ik vind dat respectloos ten opzichte van de Palestijnen die lijden.’

Spaargaren: ‘Het heeft er niets mee te maken van wat ik zelf vind van de situatie. Het is een urgent onderwerp, maar het debat hoort in politiek Den Haag. Je kunt bepaalde zinnen als een politiek statement zien. We hebben een doel. Het proces moet sneller, omdat de situatie acuut is. Dan hebben we alles toch?’

‘Het college voelt blijkbaar niet dat het acuut is’

Maar daar waren andere raadsleden het niet mee eens. ‘Dan wil ik een stemming’, zei Augusteijn. ‘Wat is er controversieel aan schrijven dat er dagelijks mensen sterven in Gaza en dat internationale instituties en organisaties hebben aangegeven dat internationale rechtsregels worden overtreden? Kan de raad daar niet mee akkoord gaan?’

Mark Dechesne (LAG): ‘Denk je dat het college het er niet mee eens is dat er sprake is van een acute situatie?’
Augusteijn; ‘In eerste instantie wel…’

Hij werd onderbroken door Bas Knapp van studentenpartij LSP die discussie zat was. ‘Joost, kom op. Je kunt voor een heel groot deel van de brief wel consensus vinden. We zitten hier al een half uur over te vergaderen.’

Augusteijn: ‘Je luistert niet naar wat ik zei.’
Knapp: ‘Ik luister wel.’
Augusteijn: ‘Wat zei ik dan?’

Knapp: ‘Dat je de situatie acuut vindt en rechtsregels overtreden worden. Dat kun je ook tegen het college zeggen in de volgende vergadering. Dit gaat helemaal nergens over.’

Augusteijn: ‘Het college voelt blijkbaar niet dat het acuut is. Gaza is al anderhalf jaar bezig. Ik probeer overeenstemming te bereiken tussen twee groepen in de raad.’

Knapp: ‘Die groepen zijn er niet, je brengt onnodig een splitsing aan.’

Vincenten greep in: ‘Ik ga deze discussie nu afkappen. Er is consensus over het versnellen van het proces. Een heel groot deel van de brief blijft staan.’

Schorsing

Augusteijn drong aan op een stemming over het voorstel dat hij had gedaan, maar de voorzitter weigerde. De discussie en spanning liepen vervolgens zo hoog op dat Michel Vermeer van DSP-SC vroeg om vijf minuten te schorsen. ‘Want het loopt een beetje uit de hand.’

Na de schorsing kwamen de raadsleden er uiteindelijk toch niet uit met elkaar, ook niet na het bespreken van artikel 10.2 in het reglement van orde over de besluitvormingsprocedures in de raad.

Spaargaren: ‘Een brief is ook niet noodzakelijk. We kunnen ook tegen het college zeggen dat versnelling van de procedure nodig is.’ ‘De conclusie is uiteindelijk dat we de brief niet versturen,’ stelde Vincenten vast. ‘Ik ga de kwestie rond de commissie met het college bespreken.’