
Het gaat de afgelopen jaren in Mare regelmatig over MyStudymap, het systeem waarmee studenten zich moeten inschrijven voor tentamens. Vaak gaat het dan over de stress bij studenten die bijvoorbeeld huilend bij een tentamen worden weggestuurd, omdat er iets mis is gegaan met hun inschrijving, en de studievertraging die dit oplevert.
Naast de directe problemen voor studenten die niet mogen meedoen aan tentamens leidt de inschrijfmachinerie ook voor docenten tot kunstgrepen, extra werk en irritatie, kortom: tot vermindering van werkplezier. Ik geef twee voorbeelden, uit mijn eigen praktijk als docent bij LIACS, het Informatica-instituut van de universiteit.
Voorbeeld 1. Bij ons worden geen studenten weggestuurd bij tentamens. Gelukkig maar, de leerdoelen van onze vakken zijn slechts inhoudelijk van aard. We stellen niet als extra eis dat je in staat bent om tijdig via een (al dan niet gebrekkig) inschrijfsysteem je deelname aan het tentamen door te geven. We proberen ons menselijk op te stellen naar studenten als er door eigen schuld of buiten hun schuld om iets is misgegaan.
twijfelachtige geitenpaadjes
Vervolgens moet je als docent wel in discussie (of moet ik zeggen: gevecht) met de administratie om de cijfers geregistreerd te krijgen, waarbij afspraken over het alsnog registreren van cijfers niet altijd worden nagekomen. Je voelt je daardoor soms bijna gedwongen om twijfelachtige geitenpaadjes te bewandelen.
Voorbeeld 2. Bij een van mijn vakken moeten studenten zowel het tentamen halen als drie programmeeropdrachten maken.
Het komt regelmatig voor dat studenten in het ene jaar de opdrachten (voldoende) afronden en in het andere jaar het tentamen halen, of omgekeerd. Ik vind het niet nodig dat ze dan in het volgende jaar nogmaals een onderdeel moeten doen waarvan ze al hebben bewezen het te kunnen.
Academische vrijheid, weet u wel.
Krom
Wanneer studenten in het ene jaar het tentamen halen, en in het volgende jaar de opdrachten afronden, kan het eindcijfer pas in het volgende jaar worden bepaald. Alleen kan het cijfer dan weer niet geregistreerd worden, omdat studenten in dat jaar geen tentamen hebben gedaan, en zich (dus) niet voor een tentamen hoefden in te schrijven.
We moeten nu studenten dus adviseren om zich in te schrijven voor een tentamen dat ze nooit van plan zijn te gaan doen. Hoezo krom?
Ooit, bij de invoering van het systeem, werd ons voorgehouden dat inschrijven voor een tentamen nodig was, om te weten hoeveel stoeltjes en tafeltjes er moesten worden neergezet. Het instituut moest op bepaalde tentamenlocaties namelijk per stoeltje betalen. Sowieso is dat argument een beetje onzin, want in de praktijk staan er veel meer studenten voor een tentamen ingeschreven dan er komen opdagen. Je kunt vaak beter aan de docenten vragen hoeveel studenten zij verwachten.
Als je nu ook nog studenten gaat vragen zich in te schrijven voor een tentamen dat ze niet hoeven te doen, wordt het beeld alleen maar schever.
Deze twee voorbeelden illustreren dat er een heel systeem is opgetuigd, en als het systeem niet past bij de werkelijkheid, dient de werkelijkheid zich maar aan het systeem aan te passen.
De inschrijfverplichting wordt ook steeds dwingender en uitgebreider. Eerst moesten studenten zich voor tentamens inschrijven, maar konden ze na een verzoek tot na-inschrijving eenvoudig worden toegevoegd. Al snel werd die mogelijkheid de facto geëlimineerd. Inmiddels moeten studenten zich ook inschrijven voor eindproducten van vakken die géén tentamens hebben, waarbij je bijvoorbeeld een verslag of een stuk software moet leveren.
Weg flexibiliteit
En het systeem staat al klaar om je ook in te schrijven voor huiswerkopgaven en andere losse onderdelen van een vak. Bij dit laatste geval zou je als docent een jaar van tevoren al alle inleverdata moeten vastleggen, waarmee je alle flexibiliteit uit het onderwijs haalt.
Gelukkig werkt LIACS aan deze nieuwste variant nog niet mee. Maar hoe lang gaat het duren voordat we ook daartoe worden gedwongen?
En waar was het ook al weer goed voor? Naast de eerder genoemde stoeltjes wordt ook studeerbaarheid wel opgevoerd als reden: het is zo handig als studenten hun onderwijs, deadlines en tentamens goed in hun agenda hebben staan. Ja, maar niet zo handig als ze geen tentamen kunnen doen terwijl ze er inhoudelijk wel klaar voor zijn.
Bezuinigen
Een ander argument dat vaak klinkt, is ‘harmonisatie’. Bij andere faculteiten wordt het inschrijfsysteem ook gebruikt. En bij de Faculty of Governance and Global Affairs werkt het goed, zegt de rector. Maar de ene faculteit is de andere niet, de ene opleiding is de andere niet, het ene vak is het andere niet, de ene toetsvorm is de andere niet. Waarom moeten we dan allemaal in dezelfde mal geperst worden? Deze onzin moet stoppen!
Op 30 januari verscheen in het AD een artikel dat te treffend is om te negeren. Het ging over de gemeente Utrecht, waar het aantal ambtenaren in vijf jaar tijd met 37,8 procent was gestegen. Volgens het stadsbestuur was die uitbreiding hard nodig.
Emeritus hoogleraar Jos Blank (gespecialiseerd in productiviteit van de publieke sector) plaatste daar deze kanttekening bij: ‘Als ik kijk naar de Rijksoverheid, dan zijn we op een punt aangekomen waar de extra aangenomen mensen niet alleen weinig bijdragen aan de kwaliteit, maar zelfs collega’s in de weg zitten die verantwoordelijk zijn voor het primaire proces. Daar bedoel ik mee: die ambtenaren zitten natuurlijk niet de hele dag te niksen. Ze willen zich nuttig maken en gaan dan protocollen en richtlijnen bedenken en dat leidt tot extra overhead.’
De universiteiten in Nederland moeten bezuinigen. Zo ook onze Leidse universiteit. Ik heb wel een idee waarop dat kan gebeuren.
Rudy van Vliet is docent informatica bij het Leiden Institute of Advanced Computer Science (LIACS)