Columns & opinie
Angstcultuur aan de academie is onacceptabel
Protest hoort bij het Praesidium Libertatis. Maar als Joodse studenten niet meer naar college durven, botst dat met alle academische idealen en vrijheden, betoogt Sense Jan van der Molen.
Gastschrijver
donderdag 20 februari 2025
Demonstranten bij de afgelopen dies natalis van de universiteit. Foto Taco van der Eb

Op 7 februari vierden we het 450-jarig bestaan van onze universiteit. Als hoogleraar had ik de eer mee te lopen in het cortège en zoals elk jaar kwamen we demonstranten tegen. Een prima gewoonte op een Praesidium Libertatis.

Toch liep ik dit jaar geschokt de Pieterskerk in. Het schreeuwen van de pro-Palestina activisten dreunde nog na in mijn hoofd: ‘There is only one solution: intifada revolution!’

Waarom schrok ik hier zo van? Ik ben zelf Joods noch Israëlisch. Het zat hem in de woordkeuze. In ‘only one solution’ hoor ik persoonlijk een verwijzing naar de ‘Endlösung’, de nazi-‘oplossing’ van het ‘Jodenvraagstuk’. Waar over deze interpretatie nog valt te twisten, geldt dat zeker niet voor ‘intifada’ en ‘revolutie’: beide staan voor gewelddadige opstand, inclusief terreur. Of die gericht moet zijn tegen Israël, tegen iedereen die Israël steunt of tegen alle Joden, wordt niet meteen duidelijk.

Verheldering komt van andere vaak gehoorde slogans. ‘From the river to the sea, …’ mikt op het einde van de staat Israël. ‘Student intifada!’ en ‘Globalize the intifada!’ roepen op om het gewelddadige strijdtoneel naar universiteiten en de hele wereld te verplaatsen. Wat daarvan het gevolg is, hebben we op de UvA al kunnen zien.

Verbaal geweld

Op onze universiteit is het voorlopig bij verbaal geweld, manifestaties en (gemaskerde) bezettingen gebleven. Maar ook die waren grensoverschrijdend. Een grote groep activistische docenten en studenten schaarde zich meteen na 7 oktober 2023 achter de Hamas-aanval (‘Al-Aqsa Flood’). Students for Palestine (SfP) riep zelfs op tot een solidariteitsdemonstratie in Den Haag met afbeeldingen van Hamas-paragliders en teksten als: ‘Raise your voices in solidarity with operation Al-Aqsa Flood!’ Zo betuigden ze willens en wetens steun aan een ongekende terreurdaad, waarbij kinderen, volwassenen en bejaarden werden gemarteld, verkracht, vermoord en ontvoerd. Intifada revolution.

Meer acties volgden, vaak tegen universitaire (huis)regels in. Niet in elk gebouw, gelukkig, maar waar het gebeurde, was de impact heftig. Mensen met een Joodse achtergrond voel(d)en zich niet meer thuis op onze campus. Anderen werden te bang om hun mening te uiten. Omdat ik lid was van het universitaire Kernteam Academische Vrijheid hebben verscheidene mensen contact met mij gezocht.

Een Joods-Nederlandse oud-studente International Studies zond me bijvoorbeeld deze schrijnende beschrijving: ‘Ik denk dat het ongeveer zo moet hebben gevoeld om homoseksueel te zijn halverwege de twintigste eeuw. Onze omgeving voelt volstrekt onveilig, dus verbergen de meesten van ons hun identiteit. En niemand durft voor ons op te komen.’

‘Voor sommige collega’s lijkt activisme een doel op zich’

Intussen is deze studente gestopt met haar studie. Niet omdat ze de opleiding te moeilijk vindt, maar omdat ze niet meer naar college durft. Ze is niet de enige. Weg is de inclusiviteit. Ik vind het onbegrijpelijk dat op onze universiteit een dergelijke angstcultuur mag bestaan.

Nu kunt u zich afvragen of ik het niet te groot maak, want ‘het zijn toch slechts woorden?’

Geweld verheerlijken

Maar deze woorden verheerlijken geweld. Dat is niet onschuldig: op de LDE-universiteit in Rotterdam zijn Joden letterlijk opgejaagd. Ook de UvA kende dergelijke incidenten.

En u zegt wellicht: ‘Israël heeft ook oorlogsmisdaden gepleegd in Gaza.’ Dat zou kunnen en dat moet worden onderzocht. Dat de gewone Gazanen momenteel lijden is ontegenzeggelijk. Maar op 9 oktober 2023 had Israël nog helemaal niet gereageerd op het geweld van 7 oktober. Integendeel, het land was in een absolute shocktoestand. Toch had ‘onze’ SfP toen al volmondig haar solidariteit betoond aan Hamas: een totalitaire, homofobe, misogyne, gewelddadige organisatie die op alle manieren botst met onze academische idealen en vrijheden.

Over christenen in Nigeria of Oeigoeren in China heb ik sowieso niemand gehoord. Sommige conflicten zijn blijkbaar meer gelijk dan andere…

Hoe kan dit zo gekomen zijn? De sleutel ligt volgens mij bij de docenten. Ik snap namelijk best dat studenten vatbaar zijn voor (simplistisch) idealisme. Wij docenten hebben de rol hen te vormen tot kritische denkers door ze te confronteren met andere ideeën en wereldbeelden.

activisme als doel op zich

Maar voor sommige collega’s, in specifieke instituten, lijkt activisme een doel op zich. Ze organiseren protesten, schreeuwen agressieve leuzen én zetten hun studenten aan om mee te doen. Daarmee kiezen ze voor totalitair, ideologisch denken boven rede en discussie.

Dat bereikt ook de collegezaal. Een niet-Joodse studente International Studies schreef me onlangs: ‘The atmosphere is blocking, there is no openness for academic freedom. I could not share my opinion, which was different from that of the lecturer. For example, I said that Israel is not the only country with a crisis and international relations problems, but I was blocked from expressing it. The teacher says in class “you have to listen to me”.

Dit druist direct in tegen de academische vrijheid van de student, die het recht heeft om gevrijwaard te blijven van indoctrinatie.

Als onze 450 jaar oude universiteit daadwerkelijk een Bolwerk van de Vrijheid wil zijn, kan deze situatie niet blijven bestaan. Iedereen - Jood, Palestijn, Amerikaan of Nederlander - moet mee kunnen doen aan onze academie. Zo niet, dan verliezen we snel steun in de samenleving. In een democratie liggen bezuinigingen dan op de loer.

Maar de belangrijkste reden om dit niet te accepteren, is principieel. Had ik Cleveringa al genoemd?


Sense Jan van der Molen is hoogleraar natuurkunde en oud-lid van het Kernteam Academische Vrijheid. Hij schrijft dit opiniestuk op persoonlijke titel