Het geluid van de klinkende koffie kopjes op de Italiaanse piazza’s is stilgevallen en de Griekse stranden zijn uitgestorven. Onbezorgd reizen lijkt tot een ander tijdperk te behoren en de Erasmus-uitwisselingen zijn voorlopig uitgesteld. Dat is een gemis, want het zijn juist deze contacten tussen jonge Europeanen die onze culturele verbondenheid laat zien.
Het was de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig die al in 1932 een dergelijk uitwisselingsprogramma tussen studenten voorstelde. Zijn leven en werk laat ons op een andere manier naar Europa kijken en bevat nog meer lessen voor de Europeanen van vandaag en morgen.
Zweig was in de jaren 30 van de twintigste eeuw een van de meest vertaalde auteurs ter wereld. Geboren in het multinationale Wenen in 1881 kreeg hij meerdere culturele invloeden mee: thuis werd niet alleen Duits gesproken, maar ook Frans en Italiaans. Tijdens en kort na zijn studie woonde hij in Parijs, Berlijn en Londen. Zweig werd hierdoor een overtuigd Europeaan, Europa was zijn thuis en hij noemde het zijn vaderland.
Broederschap en pacifisme
In zijn huis in Salzburg ontving hij de bekendste schrijvers, kunstenaars en denkers van zijn tijd. In zijn autobiografie Die Welt von Gestern, die hij net voor zijn zelfmoord in 1942 afrondde, schetste hij een getuigenis van zijn geliefde Europa dat hij in de twintigste eeuw ten onder zag gaan.
In de jaren 30 van de twintigste eeuw bevond Zweig zich op de top van zijn roem. Reizend door Europa verkondigde hij een boodschap van Europees broederschap en pacifisme, een tegengeluid voor het steeds sterker groeiende nationalisme en fascisme.
In 1932 werd Zweig gevraagd door zijn Italiaanse vriend Guglielmo Marconi – de uitvinder van de radio – om een lezing te geven op een congres in Rome. Hij schreef een lezing waarin hij een uitwisselingsprogramma tussen studenten voorstelde. Studeren aan een buitenlandse universiteit werd toen nog niet erkend in eigen land. ‘Een Duitser die voor een semester of een heel jaar aan een Italiaanse universiteit wil studeren’, aldus Zweig, ‘moet dit menselijk moreel verrijkende jaar als verloren beschouwen’.
Dat moest anders, vond hij. De jongere generatie moest juist de mogelijkheid krijgen om elkaar te leren kennen.
Fake news agency
Hoe ver Zweig zijn tijd vooruit was, blijkt uit de verrassend actuele voorstellen die hij in dezelfde lezing doet: hij wil een gemeenschappelijk mediakanaal oprichten, een culturele unie van Europa én een fake news agency waarin een onafhankelijke groep het nieuws op waarheid moest controleren.
Het was echter de tragiek van zijn tijd dat Zweig moest weigeren om zelf zijn lezing uit te spreken. De nazi-ideologen Hermann Göring en Alfred Rosenberg waren ook uitgenodigd op het congres en pleitten er voor een fascistisch Europa.
Na de machtsovername van de nazi’s moest Zweig, mede vanwege zijn Joodse achtergrond, zijn geliefde Salzburg ontvluchten. Hij verhuisde naar Londen en zou later nog in Bath, New York en Petropolis wonen. Daar pleegde hij in 1942 samen met zijn vrouw zelfmoord. Een verenigd en vreedzaam Europa zou hij zelf niet meer meemaken.
Wat kunnen we vandaag de dag van hem leren? Anno 2020 zien we Europa voornamelijk als een afzetmarkt, een motor van economische groei en welvaart. Zweig dwingt ons om op een andere manier naar Europa te kijken. Voor hem was het met name cultuur dat Europeanen bindt. Als we meer over de ander te weten komen, zo schrijft Zweig ook in de lezing in Rome, dan is de ander niet slechts een onbekende, maar een broeder.
Geestelijk bouwwerk
Wat weten we nu eigenlijk van onze Europese buren? De veldslagen van Napoleon of de Tweede Wereldoorlog zijn bekend, maar weten we bijvoorbeeld ook dat de fiets is bedacht door een Duitser, verder ontwikkeld door een Fransman en afgerond door een Brit? Dat onze horloges bedacht zijn door een zakenman uit Polen en de bril uit Italië komt?
Uit dit culturele verhaal herrijst een ander Europa: hoe volkeren al eeuwenlang met elkaar verbonden zijn of, in de woorden van Zweig, hoe de Europese volkeren door de verworvenheden van Rome, Griekenland, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Spanje, Nederland en Scandinavië een steeds mooier en groter geestelijk bouwwerk in elkaar hebben gezet. De Erasmus-uitwisselingen zijn hierin een eerste, noodzakelijke stap om die culturele verbondenheid te benadrukken.
De komende tijd zit er, klikkend van de ene naar de andere Zoom-meeting, niets anders op dan door onze oude vakantiefoto’s te blijven scrollen. Maar als straks weer de wereld aan onze voeten ligt en we neer kunnen ploffen op een Italiaanse piazza, denk dan aan deze boodschap van Zweig en zijn geloof in Europa. Zijn geloof in die schitterende Europese cultuur.
Thomas Huttinga (1994) studeerde Europees Recht aan de Universiteit Leiden. Onlangs verscheen zijn boek Aan de Europeanen van vandaag en morgen, met drie nog nooit in het Nederlands verschenen lezingen van Stefan Zweig