Leden opsluiten in toiletten tijdens de ontgroening, gedwongen drankgebruik, verplicht tot laat op de borrel blijven, bilnaad-adjes, het met de vlakke hand corrigerende tikken uitdelen, de ‘grimmige’ huiscultuur, naaktlopen. Het is een greep uit de resultaten van een onderzoek naar grensoverschrijdende gedragingen binnen de vereniging en haar huizen. Minerva wil er vanaf en kondigt aan het helemaal anders te gaan doen.
Na enig aandringen wil de vereniging aan Mare een toelichting geven op de eerder uitgelekte plannen. In de bibliotheek van de sociëteit zit een flinke afvaardiging klaar: de vorige week afgetreden verenigingsvoorzitter Ivo Dorresteijn (23), zijn opvolger Philip Ackermans (22) en voorzitter Commissie van Advies Huib Wurfbain (50). Aan de zijlijn zit reünist en media-adviseur Jeroen Stein (60).
Waarom moet de cultuur op Minerva veranderen?
Ivo Dorresteijn: ‘Omdat de maatschappij vindt dat sommige dingen niet meer kunnen, en omdat de leden zelf dat vinden. Mijn bestuursgang was er klaar mee dat sommige dingen nog steeds gebeuren.’
Zoals?
Dorresteijn: ‘Ik vind dat op een vereniging dwangmatig drankgebruik niet thuishoort. Natuurlijk kun je voor jezelf opkomen en zeggen dat je het niet wil, maar dat zou niet nodig moeten zijn. Je bent hier omdat je vrienden wil maken en jezelf wil ontplooien. Dat je een jenever moest drinken als je te laat op de borrel kwam, heb ik zelf nooit als vervelend ervaren. Maar als andere mensen dat wel vinden, dan moet je daarmee stoppen. Als bestuur willen we dat het hier veilig is en goed gaat. Maar we kregen signalen van leden en van buitenaf, zoals ouders en reünisten, dat dit niet altijd zo was.’
Wurfbain: ‘Ik ben ook weleens door ouders gebeld met vragen over de inauguratie. Gelukkig bleken veel signalen een broodje aap.’
Welke dan?
Wurfbain: ‘Bijvoorbeeld dat mannen gayporno moeten kijken en wie een stijve krijgt, krijgt een klap.’
Dorresteijn: ‘Dat verhaal hebben wij ook gehoord. Wij wisten praktisch zeker dat dit niet gebeurt. Maar we zijn wel in gesprek gegaan met de groepen waarop het verhaal betrekking zou hebben.’
Zoals de gezelschappen Leidsche Tol en de Timmerclub?
Dorresteijn: ‘Ja, bijvoorbeeld. We hebben het bij alle betrokkenen geverifieerd en daar is niks uitgekomen. De ontgroenden ontkenden ook.’
Wurfbain: ’Ik heb het drie of vier keer gehoord. Steeds hetzelfde verhaal, maar steeds op een ander gezelschap geplakt. Het bestaat ook op andere verenigingen.’
Dorresteijn: ‘Ik denk dat het werkt zoals bij een doorvertelspel. Het begint met iets kleins en wordt steeds groter.’
Wurfbain: ‘Mensen vinden het smeuïg.’
Dorresteijn: ‘Maar het klopt gewoon niet.’
Hoe is het onderzoek uitgevoerd?
Wurfbain: ‘Advocatenkantoor Sjöcrona-Van Stigt heeft vanaf maart in opdracht van Minerva onafhankelijk een aantal maanden lang onderzoek gedaan. We zijn niet gedwongen door een bepaald incident of onder druk van de universiteit. Er zijn tientallen mensen gehoord, onder de voorwaarde dat ze dat vertrouwelijk konden doen met als doel zoveel mogelijk informatie naar boven te krijgen. Onderzoekers hebben met ouders, het bestuur en de universiteit gesproken, documenten opgevraagd en gekregen en verslagen van vergaderingen ingekeken.’
Was je als voorzitter verrast door de uitkomsten?
Dorresteijn: ‘Als bestuur sta je elke dag van het jaar in de zaal en zie je wat er wordt gedronken en wat er gebeurt. Maar als je het zwart op wit op papier leest, dan komt het anders aan.’
Had het niet veel eerder moeten gebeuren?
Dorresteijn: ‘We zijn blij dat we het nu goed hebben uitgezocht. We kunnen er nu niet omheen, we moeten er iets mee doen. De huidige bestuursgang gaat er volle bak mee aan de slag.’
Wurfbain: ‘Het verschil met jaren geleden is dat we tegenwoordig heel grote lichtingen hebben, terwijl de kleinere lichtingen ouderejaars verdwijnen. Dat heeft repercussies. Er zijn minder ouderejaars die zeggen: “Doe even normaal” – er is minder correctie en minder sociale controle. Het probleem is de cultuur van hiërarchie, en het feit dat mensen elkaar uit angst voor gezichtsverlies niet durven aan te spreken omdat alles gaaf moet zijn. Giet daar teveel drank bij en dan krijg je dit rapport.
‘Vanaf 2008 houden we ons aan het convenant met de universiteit dat alle verenigingen hebben ondertekend. De KMT is sindsdien strak gereguleerd. Maar de ontgroeningsactiviteiten verplaatsen zich daardoor steeds meer naar jaarclubs, huizen en verbanden. Daar heb je als bestuur minder grip op. Dus misschien is de huidige cultuur wel een ongewenst bijeffect van het convenant.’
Over die huizen gesproken: NRC Handelsblad schreef dat daar fysiek geweld en drugsgebruik plaatsvindt.
Wurfbain: ‘Uit het onderzoek blijkt dat incidenteel drugs worden gebruikt, maar het is niet excessiever dan elders. Wat niet wegneemt dat het niet oké is.’
Incidenteel? Er zou sprake zijn van een verstikkende huizencultuur.
Wurfbain: ‘In sommige huizen is een cultuur van groepsdwang en hiërarchie. Mensen die zichzelf gaver vinden en zich meer denken te kunnen permitteren dan anderen. Dat wordt bedoeld met verstikkend. Maar uit het onderzoek van Sjöcrona - Van Stigt blijkt dat er geen sprake is van excessief drugsgebruik.’
Hoe gaan jullie het cultuurprogramma doorvoeren?
Ackermans: ‘We kunnen concreet dingen afschaffen en die bij overtreding bestraffen. Naaktlopen en gedwongen drankgebruik zijn al van de baan. Maar voor de langere termijn gaan we ook een werkgroep voor cultuurverandering opzetten, bestaande uit leden, reünisten en mensen van de universiteit.’
Wurfbain: ‘Je kunt als bestuur niet zomaar een nieuwe cultuur opleggen, dat gaat in samenspraak met leden en reünisten. De reünisten zullen leden een spiegel voorhouden, want het is moeilijk om dat bij jezelf te doen. We willen een trainingsprogramma ontwikkelen met workshops, waarin we open gesprekken gaan voeren over wat we wel en niet vinden kunnen. Daar is tijd voor nodig. De rector had het over twee tot drie jaar. Ik denk dat dit redelijk is.’
Dorresteijn: ‘Dat is een mooi streven.’
Wurfbain: ‘Maar het kan ook best een hele studentgeneratie duren, tot je alleen nog maar leden hebt die de nieuwe cultuur kennen en oude gedragingen niet meer kunnen kopiëren.’
Hoe reageren de leden en reünisten?
Dorresteijn: ‘Leden snappen dat er dingen moeten veranderen. Ze zijn blij dat we dit serieus gaan aanpakken.’
Wurfbain: ‘Veel reünisten zijn geschrokken. Zij hebben dit zelf niet zo meegemaakt. Ze hebben diep ontzag voor het bestuur dat de ballen heeft gehad hier onderzoek naar te laten doen. Ze melden zich massaal om de studenten te helpen.’
Maar reünisten hebben toch zelf aan de huidige cultuur bijgedragen? Vroeger was het toch juist heftiger dan tegenwoordig?
Wurfbain: ‘Alles speelde zich toen af in de zaal. In de Minervahuizen van vroeger zat gewoon een hospita. Ik heb bijvoorbeeld nooit een huisontgroening gehad. Maar nu gebeuren er ook daar dingen, dus de controle is nu veel moeilijker te handhaven.’
Hoe gaan jullie de huizencultuur veranderen?
Ackermans: ‘Door ervoor te zorgen dat de leden van die huizen zich bewust worden waar ze mee bezig zijn. Als ze hier op de vereniging te horen krijgen wat wel kan en wat niet, zullen ze dat meenemen naar hun huis. Als we de cultuur hier verbeteren, zal dat automatisch in de huizen gebeuren.’
Wurfbain: ‘Zodra de cultuur transparanter wordt, zullen leden eerder naar het bestuur stappen als er incidenten zijn. Het bestuur kan vervolgens een huis straffen, bijvoorbeeld door geen aspirant-leden meer te laten logeren tijdens de KMT.’
Denken jullie niet dat de bewoners van de prominente huizen lak hebben aan ‘bewustwording’ en ‘cultuurverandering’?
Ackermans: ‘Wij hebben een interne rechtspraak. Als een lid in een van de huizen iets doet wat niet kan, kunnen we die schorsen van de sociëteit.’
Dorresteijn: ‘In eerste instantie willen we de cultuur niet gaan veranderen door middel van regels en straffen, maar door middel van gesprekken. Groepsdruk in huizen, het vanuit je huis verplicht aanwezig zijn op de sociëteit, of je huis zich mag bemoeien bij welk verband een huisgenoot zich moet aansluiten; die dingen kun je moeilijk bestraffen. Dat moet veranderen op basis van gesprekken.’
Krijgt Minerva hierdoor een minder gesloten karakter?
Dorresteijn: ‘We zijn misschien niet de meest transparante vereniging van Nederland, maar ik vind ons niet zo gesloten. We zijn bijvoorbeeld ontzettend veel bezig met maatschappelijke projecten in Leiden. Al geeft de zweem van mysterie wel een bepaalde sfeer. Als je hier als achttienjarige voor het eerst binnenloopt, weet je niet precies wat hier allemaal gebeurt. Dat maakt het heel interessant.’
Wurfbain: ‘Ik denk dat Minerva wel transparanter wordt. We hebben inmiddels een bredere grip op onze processen.’
Dat blijkt niet helemaal uit de uitkomst van het onderzoek.
Wurfbain: ‘Het feit dat we het onderzoek hebben gedaan, zegt dat we transparanter zijn.’
Dus er komen geen andere lijken meer uit de kast?
'Sjöcrona - Van Stigt is een kantoor dat niets anders doet dan waarheidsvinding. Zij hebben een compleet vrije opdracht gekregen om alles tot op de bodem uit te zoeken. Wij hebben dus ook niets onder het tapijt kunnen vegen, laat staan dingen uit het rapport gehouden. Ik zou echt niet weten hoe Minerva meer dan op deze manier aan waarheidsvinding had kunnen doen.’