Ze wilde weten hoe het voelt om de trekker over te halen. En dus ging Katharina Krüsselmann naar een schietclub. ‘Het maakt het makkelijker om te begrijpen hoe iemand haast verslaafd kan raken aan de macht van het pistool. Je voelt jezelf bijna onaantastbaar als je een vuurwapen in je hand hebt, want niemand kan jou iets maken… behalve iemand anders met een vuurwapen.’
Krüsselmann, die inmiddels postdoc is aan de Erasmus Universiteit, onderzocht het vuurwapengebruik in Nederland en Europa en promoveerde daarop in Leiden. ‘Een van de stellingen in mijn proefschrift is dat iedereen die onderzoek doet naar vuurwapens een keer zelf geschoten moet hebben.’
Ze schoot onder andere met een pistool en een geweer. ‘Als je met een geweer schiet dan gebruik je je hele lichaam. Het wapen rust op je schouder en wordt een beetje het verlengde van je lijf. Bij schieten met een pistool draait het echt om precisie. Je ademhaling onder controle hebben en heel secuur richten. Ik deed het redelijk, maar ben natuurlijk geen scherpschutter.’
Afnemend geweld
Het ging haar niet alleen om de handeling, zegt ze. ‘Ik wilde bezoekers van de club spreken. En snap nu beter dat mensen legale vuurwapens willen bezitten, gewoon omdat ze schieten een toffe sport vinden.’
Het beeld dat veel mensen hebben, is dat dodelijk vuurwapengeweld in Nederland toeneemt. ‘Dat klopt niet. De meest vormen van extreem geweld nemen af. Er is in de media veel meer aandacht voor elk individueel incident, denk ik, waardoor het lijkt dat het geweld toeneemt.’
Per jaar worden er in Europa rond de 3000 mensen vermoord met een vuurwapen. In Nederland zijn 110 moorden en gevallen van doodslag per jaar. Tien jaar geleden was dat getal veel hoger. Krüsselmann en haar collega’s vergeleken onder meer de karakteristieken van vuurwapenmoorden in Denemarken, Finland, Zweden, Zwitserland en Nederland.
‘Wat interessant is is dat Finland en Zwitserland de meeste legale wapens hebben. In Finland heb je namelijk een sterk ontwikkelde jachtcultuur. In Zwitserland gaan alle mannen in militaire dienst. Tot voor kort moest iedereen na afloop van de dienstplicht hun geweer mee naar huis nemen. In deze twee landen zijn dus heel veel legale vuurwapens in privébezit. Toch hebben die twee landen de laagste moord- en doodslagcijfers met vuurwapens van de vijf die we hebben onderzocht.’
Criminele milieu
Dat klinkt een beetje contra-intuïtief. Het blijkt dat in Finland en Zwitserland relatief weinig criminele organisaties actief zijn. ‘In Nederland, Denemarken en Zweden zien we met name veel illegale vuurwapens binnen het criminele milieu.’
Nederland is natuurlijk berucht als invoerland van drugs. ‘Er wordt relatief veel in de publieke ruimte geschoten door criminelen. Het vuurwapengeweld vindt minder vaak plaats in huiselijke omstandigheden. In Finland en Zwitserland zie je voornamelijk vuurwapengeweld in huiselijke conflicten, bijvoorbeeld een ruzie tussen twee partners die uitloopt op een schietpartij.
‘Als het in Nederland tot geweld komt, is het gebruikte wapen bijvoorbeeld een keukenmes. We zien ook dat er hier nauwelijks vrouwen door vuurwapengeweld omkomen, omdat het vaak gaat om geweld in het criminele circuit, waar voornamelijk mannen bij zijn betrokken.’
Nederland doet het ‘heel goed’ wat betreft het reguleren van legale vuurwapens. ‘Er zijn heel weinig incidenten met legale wapens.’ De illegale vuurwapens zijn het probleem. ‘Daar heeft Nederland een heel sterk politieteam op zitten. Dit probleem moet echter Europees opgelost worden. Je hebt natuurlijk de open grenzen binnen de EU. Illegale wapens worden vaak in kleine hoeveelheden in normale personenauto’s het land in gesmokkeld. Vaak komen ze uit de landen die tot het voormalige Joegoslavië behoorden.’
Tekst gaat door onder kader
‘Het aantal schietincidenten daalt in Nederland’, zegt Katharina Krüsselmann. Hoewel ze het niet zelf onderzocht, heeft ze wel een hypothese over de oorzaak. ‘Het is een trend dat er minder geschoten wordt op huizen of op personen als dreigement of intimidatie. Om dat doel te bereiken gebruiken criminelen nu vaak explosieven, zoals illegaal vuurwerk. Deze aanslagen zijn zeer zichtbaar en vooral ook hoorbaar, waardoor ze vaak worden gerapporteerd en meer media-aandacht krijgen.
‘Het zijn vaak heel jonge gasten die de explosieven plaatsen. Het is een makkelijk en goedkoop middel voor de criminelen die de opdracht geven. Je stuurt niet zomaar een 16-jarige met een pistool de straat op, zeker niet als je dat wapen daarna ook weer terug wil. Het is veel eenvoudiger om ze de weg op te sturen met een vuurwerkbom. De bestanddelen voor de geïmproviseerde bommen zijn ook relatief makkelijk te krijgen.
‘De explosies zijn een beetje een hype en het is uiteraard een probleem. Maar de motivatie van de criminelen is dezelfde als toen er meer werd geschoten. We moeten nog steeds de conflicten aanpakken die onder de aanslagen met explosieven liggen.’
Krüsselmann ziet ook meer zogeheten omgebouwde vuurwapens die zijn gedeactiveerd, en bijvoorbeeld worden gebruikt als rekwisieten in films. Deze kunnen door criminelen vrij makkelijk gereactiveerd worden. ‘Startpistolen voor sportevenementen zijn bijvoorbeeld legaal te koop in Turkije. Die komen in andere landen terecht en worden omgebouwd tot een gewoon pistool.’
3D-printer
In Nederland worden nauwelijks met de 3D-printer gemaakte vuurwapens aangetroffen. ‘Waarschijnlijk omdat criminelen hier makkelijk toegang hebben tot betrouwbare reguliere vuurwapens. Het is ook mogelijk dat je met een 3D printer onderdelen van een vuurwapen maakt: niet een heel pistool fabriceren maar modificeren.’
Hoe reëel dat probleem is, bleek in 2021, toen de politie een 3D-wapenfabriek in Rhoon ontdekte. Volgens de NOS stonden er in een huis negen 3D-printers die onderdelen voor wapens produceerden. ‘Ook lagen er tientallen geprinte onderdelen en setjes met metalen onderdelen die nodig zijn om er een werkend vuurwapen van te kunnen maken.’
Om dat illegale circuit goed aan te pakken, is meer Europese samenwerking nodig, zegt Krüsselmann. ‘Er worden veel initiatieven opgezet, maar dan volgt er lang niet altijd een evaluatie naar effectiviteit van maatregelen. Het geld raakt op, of de focus verschuift naar iets anders. Het beleid is niet constant genoeg.’
Hoewel Krüsselmann genoot van het schieten op de club, heeft ze geen plannen om zelf een legaal vuurwapen aan te schaffen. ‘Ik zou om heel veel redenen geen pistool in huis willen hebben. Ik ben absoluut niet depressief, maar in Amerika is het grootste aantal dodelijke slachtoffers door een vuurwapen toe te schrijven aan zelfmoord. Als de toegang tot een pistool zo eenvoudig is, is de stap om de loop op jezelf te richten ook een stuk kleiner.’
Katharina Krüsselmann, In the line of fire: Firearm violence in Europe. Promotie was 21 november