Toen een agent tijdens een verkeerscontrole in mei 2022 een auto liet stoppen, viel hem iets op. Het telefoonscherm van de chauffeur lichtte plotseling op en toonde een onverwacht beeld: een naaktfoto van een jong meisje. De agent liet het er niet bij zitten.
‘Hij vroeg de chauffeur wat er speelde’, vertelt Conny Rijken, de nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen, tijdens het symposium Child Sexual Abuse Reduction Research Network dat vorige week in Leiden werd gehouden.
De 55-jarige man liet een Whatsapp-groepchat zien met daarin verschillende pornografische beelden van vermoedelijk minderjarige vrouwen. ‘Hij gaf vrijwel onmiddellijk toe dat hij dit soort materiaal ontving en bekeek.’
De politie deed een huiszoeking en vond 1.789 afbeeldingen waarop kinderen seksueel misbruikt werden. De verdachte verklaarde dat hij de foto’s en filmpjes had verzameld en hij ze ook naar anderen had gestuurd. Hij vertelde ook dat hij tegen betaling seksueel contact had met twee Filipijnse meisjes via chats en video.
Streamen
Het streamen van seksueel misbruik van kinderen voor geld vanuit landen als de Filipijnen neemt de laatste jaren steeds meer toe, legt Rijken uit. Dat gaat vaak gewoon via WhatsApp of Telegram. Het gaat om veel gevallen van misbruik. De NGO International Justice Mission deed samen met Nottingham University onderzoek naar de Filipijnen en becijferde dat in 2022 bijna een half miljoen kinderen seksueel werden misbruikt voor de streams. De gemiddelde leeftijd van de misbruikte kinderen is 11, 9 procent van de slachtoffers is tussen de 0 en 3 jaar. In meer dan 80 procent van de gevallen zijn het familieleden (vaak de ouders) die de kinderen op deze manier exploiteren.
In Nederland neemt het aantal bij de politie geregistreerde gevallen van seksueel geweld tegen kinderen toe, aldus Rijken (zie kader).
De Nederlandse automobilist die door zijn telefoon werd verraden, kreeg drie jaar gevangenisstraf en tbs. Maar het voorbeeld illustreert dat er nog vaak geluk nodig is om een dader van seksueel misbruik te pakken, zegt Rijken.
Tijdens het symposium dat was mede-georganiseerd door de Leiden Law Academy gingen experts uit heel de wereld in op de vraag hoe plegers van seksueel misbruik kunnen worden gedetecteerd. Het gaat er dan niet alleen om daders te pakken, en slachtoffers te helpen, maar ook om preventie. Want het vroeg opsporen van potentiële daders is essentieel.
900 forums
De deskundigen proberen op allerlei mogelijke manieren meer te weten te komen over daders en slachtoffers. Het EU-project ARICA, waar ook Leidse onderzoekers bij zijn betrokken, zoomt in op forums op het darkweb waar seksueel kindermisbruik wordt gedeeld. De wetenschappers mogen zelf de foto’s en filmpjes niet bekijken, en dat willen ze ook niet. Ze kunnen wel het netwerk van gebruikers en hun posts in kaart brengen.
Meike de Boer is promovendus bij het Centre for Linguistics in Leiden en zij doet onderzoek naar het taalgebruik op deze forums. Er is extreem veel activiteit op deze netwerken. ‘Het gaat op een gemiddelde dag wereldwijd om zo’n 900 actieve forums die ook nog eens elk tot maximaal 400.000 leden hebben’, aldus De Boer.
Het is een internationaal probleem: politie en justitie moeten al die informatie zien te zeven en prioriteiten stellen. Want alles nagaan kan niet. De Boers onderzoek kan helpen door onderscheid te maken tussen reguliere gebruikers en gebruikers die ernstiger en gevaarlijker gedrag vertonen, en mogelijk zelf kinderen misbruiken en materiaal produceren.
Gebruikers die melden dat ze kinderen hebben misbruikt of dat ze misbruikmateriaal hebben of willen zien, moeten mogelijk prioriteit krijgen in een onderzoek. ‘Er zijn bijvoorbeeld gebruikers die dingen schrijven als “can’t wait to pop my cherry” of anderen aanmoedigen beelden van misbruik te maken.’ Bepaalde woorden die door gebruikers op de forums worden gebruikt, kunnen namelijk wijzen op een ernstiger vorm van misbruik. Het kan dan gaan om expliciete termen voor geslachtsdelen, of de leeftijd van kinderen. Die informatie kan van belang zijn voor de opsporing.
Grooming
Een ander belangrijk onderwerp op het congres is grooming, het online contact leggen met vaak heel jonge kinderen om ze over te halen tot seksueel gedrag. In de Verenigde Staten probeert Nina Matulis, promovendus aan Purdue University, aan de hand van de apps en berichten op de telefoons van grooming-slachtoffers een beter beeld te krijgen van de relatie met de dader. Deze ‘digitale artefacten’ geven veel informatie over hoe daders te werk gaan en dat helpt de politie in het oplossen van toekomstige zaken.
‘We weten steeds beter waar we op moeten letten’, zegt Matulis. ‘Zo zagen we in een zaak bijvoorbeeld dat een slachtoffer, naast een onschuldige honkbal-app en het spel Roblox, de app Zangi op zijn telefoon had staan. Ik kende Zangi niet eens. Het bleek een communicatie-app met een zeer goede beveiliging te zijn. Vreemd vonden we dat. Verder had het slachtoffer het betaalprogramma Cash App gedownload. Opvallend, want dat is een app die kinderen niet vaak gebruiken. We vonden het verdacht en schatten in dat het om een jongen ging die mogelijk te maken had met sextortion.’ Daarbij dreigen daders om naaktbeelden van slachtoffers te publiceren, als zij niet betalen.
De inschatting van het team bleek te kloppen. ‘Het slachtoffer was een jongetje van elf dat via TikTok contact kreeg met een persoon die zich voordeed als een dertienjarig meisje uit Texas.’ Daarna wilde de dader alleen via Zangi communiceren. ‘Toen de jongen naaktfoto’s verstuurde, werd hij inderdaad om geld gevraagd zodat de beelden niet zouden worden verspreid. Gelukkig riep hij hulp in op school en is de zaak niet verder uit de hand gelopen.’
Zwaarwegend geheim
Zeer opvallend was het onderzoek van Tegan Insoll van de NGO Protect Children uit Finland. Zij zette met haar team een enquête uit op verschillende browsers voor het darkweb. Gebruikers die naar seksueel kindermisbruikmateriaal zochten, kregen als zoekresultaat hulpinstanties en een survey voor hun neus. ‘Why on earth zou iemand die ooit willen invullen? Dat is een vraag die ik vaak krijg’, aldus Insoll. ‘Toch vullen best veel personen de vragenlijst in. Het is een kans om iets prijs geven over iets waar je nooit iemand over hebt verteld.’ Het is een geheim dat weegt op mensen, het kan opluchten om het te delen, ook al is het via een anonieme enquête.
Hoewel de onderzoekers er rekening mee houden dat het om zelfrapportages gaat, waren de resultaten interessant. ‘Bijna 70 procent van de deelnemers was onder de achttien toen ze voor het eerst beelden van seksueel misbruik van kinderen of illegaal gewelddadig materiaal zagen.’ Veertig procent was zelfs onder de dertien.
Een flink deel van de respondenten gaf toe online contact te hebben gezocht met kinderen na het zien van het materiaal, namelijk 37 procent. Maar de helft van de invullers wilde ook stoppen en hulp zoeken. ‘Dat biedt echt mogelijkheden om al in een vroeg stadium hulp te bieden aan daders en zo escalatie te voorkomen.’
Ook Rijken benadrukt dat seksuele voorlichting en onderwijs cruciaal zijn in preventie. Juist die educatie staat onder druk. Ze verwees naar de ophef die vorig jaar ontstond rond de Week van de Lentekriebels, een seksueel voorlichtingsproject voor de basisschool dat een initiatief is van expertisecentrum seksualiteit Rutgers en de GGD. ‘Over dat project is misinformatie verspreid. Met als gevolg foutieve aannames over wat er tijdens deze lessen met kinderen besproken wordt, die het draagvlak ondermijnen voor de seksuele en relationele vorming op scholen. Mensen hadden beveiliging van de politie nodig. Er is nu nog steeds cameratoezicht op het terrein van de organisatie.’
In de periode 2018-2022 heeft de politie ruim zestienduizend incidenten van seksueel geweld tegen kinderen in Nederland behandeld, blijkt uit de Monitor seksueel geweld tegen kinderen. Bij de in totaal 16.420 incidenten zijn 17.870 slachtoffers geregistreerd. Daarvan is 85 procent vrouw. De verdachten zijn vrijwel allemaal man.
De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers is 12 jaar. Het aantal geregistreerde incidenten met een minderjarig slachtoffer bij de politie ligt in 2022 ruim 20 procent hoger dan in 2018. Waar er tot en met 2020 nog sprake is van een lichte daling in de geregistreerde incidenten, stijgt dit aantal sterk in de afgelopen twee jaar.
Verder blijkt volgens de monitor uit cijfers van het Centraal Bureau Statistiek dat in 2020 ‘naar schatting zo’n 72.000 meiden en 24.000 jongens in de leeftijd van 16 of 17 het afgelopen jaar een vorm van online seksuele intimidatie hebben meegemaakt. Hieronder valt onder andere het online vragen om seksuele foto’s of filmpjes tegen de wil en het toegestuurd krijgen van naaktfoto’s of seksfilmpjes.
Daarnaast zijn in diezelfde periode ‘35.000 meiden en 8.000 jongens in de leeftijd van 16 of 17 jaar slachtoffer geweest van fysiek geweld. Hierbij gaat het om alle vormen van seksuele intimidatie waarbij lichamelijk contact plaatsvond, variërend van ongewenste aanrakingen tot verkrachting’.