Het is 1960. Marjan Moolenburgh, ab-actis van de almanakcommissie van Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden (VVSL, in 1972 opgegaan in Minerva) vraagt toenmalig prinses Beatrix, eveneens lid van de vereniging om tekeningen te maken voor de almanak.
Moolenburgh (inmiddels Wurfbain-Moolenburgh): ‘Ik wist dat ze heel goed en vlot kon tekenen. En ze was altijd benaderbaar voor dit soort verzoeken.’
Beatrix begint met tekenen en stuurt in de zomer de eerste resultaten per brief naar het ouderlijk huis van Moolenburgh in Den Haag.
Moolenburgh: ‘Maar ik heb de brief nooit ontvangen. Ik vond het heel vreemd’. Volgens haar was het bij het koningshuis bekend dat er af en toe post verdween. Ze stelt Beatrix op de hoogte. ‘Ze vatte het heel sportief op en heeft de tekeningen opnieuw gemaakt. Die staan in de almanak van 1961.’
Enkele jaren geleden werd Moolenburgh door een kennis getipt. ‘Ze zei dat er tekeningen van Beatrix geveild werden met een aan mij geadresseerde brief erbij. Ik heb me toen gemeld bij het veilinghuis en gezegd dat die ontvreemd zijn, dat ze naar Minerva moesten, of naar de koningin. Maar ze zijn niet uit de verkoop gehaald en verkocht aan de heer Aad Ouborg, die overigens van niets wist. Het veilinghuis stuurde een bos bloemen, maar die heb ik teruggestuurd met een boze brief erbij.’
Ouborg zegt het verhaal niet te kennen. Hij begon, als eigenaar van Princess, een bedrijf voor huishoudelijke apparatuur, voor de grap alles van Beatrix te sparen. ‘Mensen vonden het zo leuk, dat ik er mee door ben gegaan. De schetsen hangen bij ons op het hoofdkantoor in Breda.’ Hij bezit zo’n zestig tekeningen, waaronder kindertekeningen en een kleurplaat. ‘Ze tekende veel prinsessen of koninginnen, maar ook paarden. Dat was toen ook al een lievelingsdier.’
Hij heeft de tekeningen van Beatrix nu in bruikleen gegeven aan kunsthandel Simonis & Buunk in Ede, waar ze nu worden tentoongesteld, naast een beeldje dat de prinses op haar tiende maakte, werk van prinsessen Christina, Irene en Margriet en prins Bernhard.
Ook voor de kunsthandel komt het verhaal van de ontvreemde tekeningen als een verrassing, zegt medewerker Teo van den Brink. Dat de tekeningen voor publiek te zien zijn is vrij ongebruikelijk. ‘Een regerend vorst maakt nooit bekend wat hij of zij maakt.’ Het is volgens hem de eerste keer dat haar werk wordt tentoongesteld. Wel is een beeld van Beatrix bekend: Jantje Beton, dat in Madurodam staat. Of ze nog steeds tekent, weet Van den Brink niet. ‘Maar als ze tijd heeft, gaat ze elke donderdag aan het werk in haar atelier.’
De begeleidende brief van Beatrix is ook te zien in de tentoonstelling. Ze schrijft aan Moolenburgh: ‘Als het geheel je tegenvalt, aarzel dan niet om alles af te keuren. Werkelijk, ik ken het soort situaties te goed. Ik vind het echt niet naar of pijnlijk (...) Kijk maar of er iets bij is. Sterkte en succes met de almanak!’
En nu de ontvreemde tekeningen terecht zijn, waar zijn de opnieuw gemaakte tekeningen dan gebleven? In het Regionaal Archief, in Leiden, wordt alle kopij van de VVSL-almanak opgeslagen. Een bezoek leert dat alle kopij van de editie uit 1961 bewaard is gebleven.
Alleen de tekeningen ontbreken.
De tekeningen zijn nog tot 26 februari te bekijken. Zie simonis-buunk.nl