Kostas Georgopolous, promovendus bij het Instituut Biologie.
‘Nederland en ik hebben in elkaar geïnvesteerd.’
Waarom is protest nodig?
‘Ik denk dat het hoger onderwijs ook zonder deze grote bezuinigingen al behoorlijk te maken heeft met financiële krapte. In Nederland, maar ook in andere landen, zoals Griekenland waar ik vandaan kom, wordt al niet genoeg geïnvesteerd in onderwijs.
‘Dat er nu zulke bezuinigingen plaatsvinden op een moment dat zelfs de huidige investeringen in onderwijs niet genoeg zijn, maakt me niet alleen verdrietig, maar spoort me tegelijkertijd aan om met anderen hiertegen in actie te komen.
‘Als promovendus heb ik dat ook gemerkt. Van mijn onderzoek wordt veel betaald uit projectgelden, maar er zijn ook dingen die de universiteit betaalt… of niet. Hoewel ik in Leiden werk, woon ik vanwege de huizencrisis in Breda. Tot voor kort betaalde de universiteit praktisch niks van mijn reiskosten. Ik heb passie voor mijn werk, dus ik heb het er nog steeds voor over. Nu wordt het wel vergoed, maar het blijft gissen hoe lang dat zo blijft met de bezuinigingen.’
De bètafaculteit heeft tot nu toe niet veel hoeven in te leveren. Waarom is demonstreren toch belangrijk voor u?
‘Het maakt niet uit of ik tot de groep behoor die het hardst wordt getroffen. Niet alleen komt iedereen uiteindelijk aan de beurt, maar als je in een positie bent waarin je meer bevoorrecht bent dan iemand anders, ben je het ook aan die ander verschuldigd om samen te mobiliseren en iets aan de situatie te doen voordat het uit de hand loopt.
‘Ik denk dat het juist belangrijk is voor degenen die niet direct getroffen zijn om deel te nemen aan deze actie omdat het niet alleen laat zien dat je een empathisch persoon bent, maar de wetenschappers zijn het ook aan elkaar verplicht. Ik geloof niet dat de ene discipline belangrijker is dan de andere. Bezuinigingen zouden in geen enkel deel van de universiteit moeten worden doorgevoerd.’
Hoe ziet u de toekomst als onderzoeker in Nederland?
‘Griekenland heeft ten opzichte van Nederland een veel slechter perspectief. Daar grapten we bij mijn universiteit dat er net genoeg geld was voor printerpapier. Toen ik in Leiden kwam werken, was het fantastisch om zo veel ruimte te hebben.
‘Ik heb zelf gemerkt dat je veel beter onderzoek doet als de basale zaken bekostigd zijn. Over de geplande bezuinigingen maak ik me wel zorgen. Maar zelfs als deze plannen doorgaan zou ik niet snel verhuizen uit Nederland, want ik heb het idee dat het land in mij heeft geïnvesteerd, en ik ook in Nederland.’
Wat had u verwacht van de demonstratie?
‘Hopelijk zou het direct effect hebben gehad op de besluitvorming. Pessimisme is erg makkelijk. Ik blijf liever optimistisch, zelfs in deze moeilijke tijden. Ik geloof dat we door solidariteit en mededogen al deze dingen kunnen overwinnen door ons in te zetten voor de toekomst. We gaan het gewoon nog een keer proberen.’
Jürgen Zangenberg, hoogleraar antiek jodendom en vroeg christendom.
‘Het zou mijn eerste protest zijn geweest.’
Waarom is protest nodig?
‘In de twintig jaar dat ik in Nederland woon en werk zou dit de eerste keer zijn dat ik ga demonstreren, ik vind het nu echt nodig. Ik heb heel veel te danken aan dit land en ik zie het nu dramatisch veranderen, dat baart mij grote zorgen.
‘Niet alleen de plannen om een miljard euro te bezuinigen zijn desastreus, maar ook de wet internationalisering in balans. Toen ik begon in Nederland werd internationalisering als iets positiefs gezien. Het is een heel erg internationaal georiënteerd land, en dat levert economisch ook heel veel winst op. Dat wordt nu allemaal teruggedraaid.
‘Dat de minister tegen afspraken in wil bezuinigen vind ik onmogelijk. Het stelt me erg teleur dat de minister geen andere onderbouwing heeft voor die heel erg dramatische stap dan te zeggen dat het zo binnen de coalitie is afgesproken en dat hij het zelf ook lelijk vindt. Hij voert alleen uit wat anderen hebben besloten. Hij heeft van zijn ambt een soort beulschap gemaakt.’
Hoe gaat de universiteit hierdoor veranderen?
‘Ik zie geen positief effect van de bezuiniging behalve dat er een miljard wordt vrijgespeeld. Op de lange termijn kost het veel meer dan alleen dat bedrag. Het wordt moeilijker voor getalenteerde studenten en jonge onderzoekers om hierheen te komen. De geplande maatregelen bouwen drempels die heel erg schadelijk zijn voor Nederland. Ze maken het land kleiner dan het eigenlijk is.
‘Er lijkt ook geen visie achter de bezuinigingen te zitten behalve een soort anti-intellectualisme. Universiteiten moeten niet te veel vrijheden hebben en de beste manier om die vrijheden te beperken is geld wegnemen.’
Was u zelf naar Nederland gekomen om hier te werken onder de huidige omstandigheden?
‘Dat is een moeilijke vraag. Als ik een baan had gekregen, denk ik van wel. Maar toen was het nog een heel ander soort omgeving.
‘Ik ben nu bang dat ik gewoon niet meer verder kan gaan vanwege de bezuinigingen. Die angst deel ik met heel veel andere collega’s. Mijn eerste promovendus was een jonge collega uit Krakau, die heeft heel succesvol onderzoek gedaan. Ik maak me zorgen of dat nu nog zou kunnen met dit nieuwe beleid. Als dat niet zo was, zou het een verlies zijn voor Nederland.’
Zou u in toga zijn gegaan?
‘Daar heb ik over nagedacht, maar dat zou ik niet hebben gedaan. Ik wil niet dat mensen zeggen: “Nou kijk maar hier zijn de professoren en de toga’s.” Ik zou net als mijn studenten en collega’s die geen toga hebben zijn gegaan, als een persoon die heel erg bezorgd is.
‘Professoren zijn een elitegroep die sowieso heel erg goed krijgt betaald. Ik ben ook bereid om als er een overeenkomst wordt gesloten iets van dat hoge salaris te delen, om zo wat bij te dragen. Maar ik vind dat de regering eerst van deze plannen af moet doen.’
Maartje Janse, universitair hoofddocent bij het Instituut voor Geschiedenis.
‘Populistische retoriek gaat altijd over de wil van het volk: maar dat zijn wij ook.’
Waarom is protest nodig?
‘De bezuinigingsplannen van het kabinet zijn niet goed uit te leggen en worden ook niet uitgelegd. Het zorgt onder staf en studenten echt voor onrust. Mensen zien het als een aanval op de universiteit zoals we die hebben opgebouwd.
‘In een bredere context zie ik deze aanval op het hoger onderwijs, als onderdeel van het ontmantelen van publieke instituties, juist ook instituties die de politiek kritisch volgen. Daarom is het voor mij ook een protest tegen een populistische kijk op de universiteit, als een plek die niet waardevol of zelfs gevaarlijk is. Een protest tegen het anti-intellectualisme en het provincialisme van dit kabinet.
‘Populistische retoriek gaat altijd over het uitvoeren van de wil van het volk. Het is belangrijk om te laten zien dat wij het niet eens zijn daarmee. Wij zijn ook het volk.’
U onderzoekt protesten in de negentiende eeuw. Hoe is het om zelf te gaan demonstreren?
‘Ik laat me natuurlijk inspireren door mensen die in het verleden tegen de stroom in gingen en zich uitspraken in het openbaar. Maar als ik zelf ga demonstreren, doe ik dat wel met enige tegenzin. Het is echt zoiets waarvan je vooraf denkt dat je er eigenlijk geen tijd voor hebt, geen zin in hebt, of je bent bang dat het gaat regenen.
‘Toch voel ik een soort morele verplichting. Je kan je niet altijd verschuilen, hopend dat het jou niet zal raken en thuis lekker een romannetje gaan lezen en verder wel zien hoe het gaat. Als je bij die demonstratie bent kan het ook wel erg fijn zijn om samen met anderen je uit te spreken. Samen de straat op is echt beter dan thuis alleen zitten tobben.’
Hoe gaat de universiteit veranderen als de plannen doorgaan?
‘Een deel van het werkplezier zit erin dat je een nieuw vak kan ontwikkelen of een onderzoek kan uitvoeren met studenten. Die vrijheid is er nu in Leiden. De zware werkdruk die we voelen wordt deels uitgebalanceerd door het werkplezier.
‘Met de bezuinigingen is er straks geen keuzevrijheid meer voor docenten, geen keuzevrijheid voor studenten. Dat zorgt voor een saai curriculum. Elk jaar dezelfde vakken, met grote groepen in hoorcolleges.
‘Ik denk dat veel mensen naar Utrecht wilden gaan om te protesteren tegen de facultaire plannen bij Geesteswetenschappen. Ik snap dat faculteiten hun financiën op orde moeten hebben, maar laten we niet denken dat de voorgestelde inkrimping de enige mogelijke toekomst is. In een context waarin allerlei politiek leiders aankondigen zin te hebben om eens flink te gaan bezuinigen op hoger onderwijs moet je daar niet bij voorbaat al mee inschikken.’
Zou u een bordje hebben meegenomen?
‘Dat vind ik lastig. De studenten van het vak dat ik die dag normaal geef, had ik uitgenodigd om mee te gaan. Het is toevallig ook een vak dat gaat over protest, de geschiedenis van petitioneren. Ik weet niet of mijn studenten het heel leuk zouden vinden als ik daar met een bord ga staan. Dat is misschien toch een beetje ongemakkelijk.’