Het ging donderdagmiddag hard tegen hard in de rechtszaak over het ontslag van de Leids hoogleraar Corinne Hofman. Daar werd één ding duidelijk: een schikking is onmogelijk.
Dat de universiteit daar überhaupt niet op aanstuurde, werd eind april al duidelijk: toen liet het college van bestuur weten de archeoloog te willen ontslaan en een ontbindingsprocedure te zijn gestart. Donderdagmiddag was de zitting bij de kantonrechter in de rechtbank van Amsterdam. Hofman was niet aanwezig op advies van haar psychiater.
Uit een vernietigend onderzoeksrapport bleek afgelopen mei dat Hofman zich tussen 1990 en 2023 samen met haar partner Menno Hoogland schuldig zou hebben gemaakt aan onder meer intimidatie, discriminatie, manipulatie, schreeuwen, uitlachen en bespotten van medewerkers, promovendi en studenten. Sinds de start van het onderzoek in september 2023 is Hofman op non-actief gesteld. Hoogland is niet meer aan de universiteit verbonden. Beiden hebben een gebouwverbod gekregen.
‘Schaamtevolle gebeurtenissen’
De onderzoekscommissie baseerde het rapport op verklaringen van in totaal 37 informanten, onder wie negentien melders, elf vakgenoten en drie (voormalig) bestuurders. In dat rapport waren al veel opmerkelijke gedragingen van het archeologenkoppel te lezen (van drankmisbruik tot diefstal van uit een depot stiekem getrokken tanden), maar tijdens de zitting kwamen daar nog een paar zeer gedetailleerde verklaringen bij.
Volgens de advocaat van de universiteit Henriëtte van Baalen zouden die bekend moeten zijn bij de onderzoekscommissie, maar zijn die niet - of alleen in grote lijnen - opgenomen in het rapport. Volgens Van Baalen is dat ‘omdat de commissie kennelijk wilde vermijden over schaamtevolle gebeurtenissen te schrijven’.
Daarbij ging het vooral over gedragingen tijdens veldwerk in de Cariben. ‘Men werkte minstens zes dagen per week, twaalf uur per dag, durfde geen pauze of vrije dagen te nemen uit angst om later te horen dat ze lui zouden zijn’, zei Van Baalen. Hofman zou tegen studenten en promovendi hebben toegeroepen: ‘Don’t talk, work harder, you’re going too slow.’ Naar de wc gaan tijdens veldwerk was ‘tijdverspilling’ want het was ‘geen feestpartijtje’.
Slapen in een bordeel
Melders hebben verklaard dat er gebrek was aan drinkwater en voedsel en dat ze ‘uitgeput en met honger naar bed gingen’, terwijl Hofman zelf in een restaurant zat te eten. Het eten mocht pas geserveerd worden ‘als Hofman honger had en zij moest als eerst worden geserveerd’. Ook werd er soms met modderige handen gegeten, wat ertoe leidde dat studenten en onderzoekers ‘parasieten, nierstenen en voedselvergiftiging opliepen’. Deelnemers aan het veldwerk zou een zwijgplicht zijn opgelegd omdat klachten ‘slecht zouden reflecteren op het imago van het project en de professor’, somde de advocaat op.
Bij gebrek aan goede slaapruimte moesten studenten en promovendi ‘soms met Hofman in bed slapen, of wekenlang op een betonnen vloer of in een bordeel’. Studenten die ongesteld waren mochten niet douchen maar moesten het waterkraantje gebruiken om zich te wassen. Eén melder moest Hofmans ‘ondergoed van de vloer uit de badkamer oprapen en inpakken’. Deze ‘jonge student’ kon zich daar ‘niet aan onttrekken met de beoordeling van diens eindscriptie voor de boeg’.
Deelname aan het nachtleven was volgens sommige melders verplicht. Een van de melders heeft verklaard dat ze bij het uitgaan haar ‘lichaam iedere week moest opofferen om goede wil te laten zien’. Dat gaf een gevoel van onveiligheid, dat ze probeerde ‘weg te laten zakken door bier en rum te drinken’.
Aanrandingen
Deelnemers mochten geen melding maken van aanrandingen omdat ‘dit nou eenmaal was hoe Caribische mannen zijn’ of omdat de dader ‘een belangrijke lokale contactpersoon was’ en het tot reputatieschade aan het project zou leiden.
De meest opvallende informatie die de advocaat gaf, waarover niets in het onderzoeksrapport is te lezen, ging over meldingen van kinderen van lokale families die meehielpen bij de archeologische opgravingen. Kinderarbeid, aldus de advocaat. ‘Uit foto’s blijkt dat kinderen op blote voeten met zware scheppen werken, op hun buik in putjes scheppen en archeologisch werk doen.’
Ze sjouwden zware emmers zand en raakten soms gewond, hebben melders verklaard. In één geval zou een familie een kind mishandeld hebben nadat het thuiskwam met ‘onvoldoende geld’. Nadat de lokale overheid Hofman had gewaarschuwd dat ze te weinig betaalde, zou zij de ouders meer hebben betaald in geld of in natura, zoals kleding.
Petra Charbon, de advocaat van Hofman, weersprak de aantijging stellig. Ze noemde de beschuldiging van kinderarbeid ‘een van de heftigste’ en wijst erop dat er in het onderzoeksrapport niets over is te vinden. ‘Ik moet hier korte metten mee maken: het is een valse beschuldiging, het is zelfs lasterlijk en er is niets onderzocht.’ Er liepen weliswaar kinderen rond tijdens het veldwerk, maar ‘dit was na school en in vakanties en ging op verzoek van en in overleg met hun ouders die in dienst werkten van het project en het leuk vonden om hun kinderen mee te nemen. Het was gezellig, ze maakten scherven schoon en aten zo nu en dan mee. Van kinderarbeid is nooit sprake geweest.’
Haatcampagne
Charbon, die in het bezit is van de meldersverklaringen, bevestigt vrijdagmiddag tegen Mare dat drie personen melding hebben gedaan van kinderarbeid. ‘Dit staat dus in de meldingen die de onderzoekscommissie heeft onderzocht, maar omdat er niets over in het onderzoeksrapport staat, is het kennelijk niet als aannemelijk bevonden.’
Voorzitter van de onderzoekscommissie Yvonne Erkens wil vrijdag niet tegen Mare zeggen waarom er niets over de meldingen van kinderarbeid in het rapport staat. ‘De onderzoekscommissie heeft het college van bestuur geadviseerd en daarmee is ons werk afgerond.’
In de rechtbank klaagde Charbon dat zij ‘pas drie dagen voor de zitting’ aanvullende verklaringen van melders heeft gelezen en foto’s van kinderen bij het veldwerk heeft gezien. ‘Die informatie hoorde in het onderzoek en niet in de rechtbank’, aldus Charbon. ‘Ik heb deze informatie niet met Hofman kunnen bespreken. Er is een haatcampagne gestart, een karaktermoord.’
Universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke ontkent vrijdagmiddag dat er pas drie dagen voor de zitting nieuw materiaal naar Charbon is gestuurd. ‘We hebben dit vorige week vrijdag gedaan, volgens de wettelijke termijn moet het uiterlijk vijf dagen van tevoren.’
Op de andere aantijgingen ging Charbon niet in. Wel zei ze dat ‘negentien mensen - van de honderden studenten en tientallen promovendi die Hofman heeft gehad - nooit ook maar met één woord aan haar hebben laten weten dat ze last van haar hebben gehad en dat er dingen gebeurden die zij als ongewenst hebben ervaren’. Volgens Hofman moeten de meldingen ‘in een bepaalde context worden bezien of zijn ze niet gebeurd’.
Contra-expertise
Charbon richtte haar pijlen op de onderzoeksprocedure, die volgens haar rammelt. Zo zou decaan Jan Kolen ‘actief op zoek zijn gegaan naar melders’, heeft de onderzoekscommissie veel te weinig gedaan met het verweer van Hofman en Hoogland, is dermate weinig informatie aan Hofman verstrekt dat ze zich niet goed kon verdedigen en is een Woo-verzoek van Hofman om die tóch te krijgen ‘om oneigenlijke redenen’ door de universiteit afgewezen. ‘De raad van toezicht, die volledig op de hoogte is gehouden, laat het allemaal gebeuren.’
Ook kon Hofman zich niet verweren tegen de beschuldigingen van schending van de wetenschappelijke integriteit (zoals het verwijderen van gebitsresten zonder vergunning en het afdwingen van co-auteurschap), omdat de onderzoekscommissie een ‘zelf gecreëerde’ commissie is: een samenvoeging van de commissie wetenschappelijke integriteit en de klachtencommissie ongewenst gedrag. De weg naar het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) ‘werd daardoor afgesneden’.
In plaats daarvan ging Hofman naar vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit Jan van Ruitenbeek met het verzoek om een contra-expertise te laten uitvoeren. De conclusie van die second opinion luidde: er kan niet worden bewezen dat de wetenschappelijke integriteit is geschonden.
‘Tot op de dag van vandaag is door de universiteit met geen woord gerept over de contra-expertise’, zei Charbon. ‘Die is voor het college van bestuur geen enkele aanleiding geweest om zich te herbezinnen, behalve om de vertrouwenspersoon op het matje te roepen door de rector. Dat is verbijsterend.’
Die reactie kwam er in de rechtbank wél, waar Van Baalen gehakt maakte van de contra-expertise. ‘Er zijn geen afspraken gemaakt over hoe dit onderzoek zou worden uitgevoerd, er is geen hoor en wederhoor geweest, geen contact geweest met melders, de onderzoekscommissie of deskundigen’, somde Van Baalen op. ‘De wetenschappers hebben op persoonlijke titel hun mening gegeven en er is uitsluitend afgegaan op een drietal stukken, waaronder een persoonlijk eenzijdig stuk van Hofman.’
Doodzonde
Bovendien is de contra-expertise onjuist, stelde Van Baalen. ‘Het ontbreken van een exportvergunning voor menselijke resten is geen kleine vergissing, maar een misdrijf. Zelfs een toerist weet dit, laat staan een hoogleraar archeologie.’
Ook het verwijderen van gebitsresten zonder vergunning, zoals in 2009 gebeurde, is ‘een doodzonde in de archeologie’, ging Van Baalen verder. ‘Hofman erkent ook dat er op dat moment geen vergunning was. De contra-expertise wil haar alleen maar vrijpleiten.’
Toen Mare onlangs onthulde dat de vertrouwenspersoon bij de rector op het matje was geroepen, wilde de universiteit niet zeggen wat daarvan de reden was. In de rechtbank zei Van Baalen dat Van Ruitenbeek ‘een goede huisvriend van Hofman’ is en dat ‘belangenbehartiging géén rol is van de vertrouwenspersoon’.
Ondanks het uitgebreide verweer van Charbon tegen de gevolgde procedure, leek de rechter daar niet erg van onder de indruk. ‘De kern is voor ons niet het wel of niet zorgvuldig zijn van een procedure. Dat speelt wel mee, maar het verwijtbaar gedrag staat centraal. Dat is waar onderzoek naar is gedaan.’
Psychiatrische behandeling
Wel wilde de rechter weten wat Hofman hoopt te bereiken met de rechtszaak. Charbon: ‘Los van dat ze nu niet in staat is om te werken en onder psychiatrische behandeling is, is het voor haar helend als ze gelijk krijgt. Ze wil heel graag in gesprek met de melders, maar ik hoor dat zij dat niet willen. Hofman heeft nog anderhalf jaar te gaan tot haar pensioen. Ze wil graag haar werk bij de universiteit afmaken.’
Daarnaast eiste Charbon anderhalve ton, het bedrag dat het koppel volgens haar kwijt is aan de rechtszaak. ‘Zij hebben dit geld geleend, anders hadden ze dit niet kunnen doen. De universiteit heeft heel diepe zakken, ik vind dat die dit moet vergoeden.’
De universiteit ziet niets in heling. Dat was weliswaar de aanbeveling van de onderzoekscommissie, maar het college van bestuur heeft dat terzijde geschoven. ‘Zonder erkenning geen heling’, aldus Van Baalen, ‘nog afgezien van het feit dat de melders dit niet willen.’
Blacklist
Bovendien hebben melders signalen gekregen dat er een ‘blacklist’ circuleert met de namen van de melders erop, waarin ‘met klem wordt afgeraden met hen samen te werken’. Maar: het bewijs voor het bestaan van die lijst ontbreekt. ‘Niemand, echt niemand die die lijst zegt te hebben gezien, durft hierover te verklaren uit pure angst voor hun carrière. Dat is wat Hofman doet.’
Van Baalen vindt dat de universiteit helemaal niets zou moeten betalen. ‘Het staat Hofman vrij elders hoogleraar te worden, bijvoorbeeld in de Cariben.’
Toch wilde de rechter graag weten wat de financiële consequenties voor Hofman zijn wanneer zij het ontbindingsverzoek toewijst. Daarvoor had zij wel aanvullende informatie nodig. Er waren nog meer losse eindjes: zo bleek Charbon 59 verklaringen die Hofmans verhaal zouden ondersteunen niet naar de rechter te hebben gestuurd. Van die 59 verklaringen vond de onderzoekscommissie er overigens maar twee relevant.
De rechter gaat de komende weken bekijken of ze die verklaringen en financiële informatie nodig heeft om tot een oordeel te komen. Zo ja, dan volgt over vier weken nog geen uitspraak maar een tussenbeschikking, waarbij ze zal vragen om die extra informatie. Zo nee, dan volgt over vier weken de uitspraak of de universiteit Hofman wel of niet mag ontslaan.
Update zaterdag 12 oktober 10:40
In de oorspronkelijke versie stond over de melding van mishandeling: In één geval zou door een familie melding zijn gedaan van mishandeling ‘toen een kind onvoldoende geld had verdiend’. Nadat de lokale overheid Hofman had gewaarschuwd, zou zij de ouders meer hebben betaald.
Dat is aangepast naar: In één geval zou een familie een kind mishandeld hebben nadat het thuiskwam met ‘onvoldoende geld’. Nadat de lokale overheid Hofman had gewaarschuwd dat ze te weinig betaalde, zou zij de ouders meer hebben betaald in geld of in natura, zoals kleding.