Als een 85-jarige man wordt opgenomen in een zorginstelling, merkt het personeel dat hij zich heel onrustig gedraagt. Dat is logisch, denkt iedereen, want hij heeft veertig jaar in zijn eigen huis gewoond en moet nog even wennen aan zijn nieuwe omgeving.
Maar de onrust blijft. Tot hij op een dag iemand van de zorginstelling in vertrouwen durft te nemen. Hij vertelt dat hij altijd gewend was om thuis de gordijnen dicht te doen, vrouwenkleding aan te trekken en dan pas echt zichzelf kon zijn. Maar de grote, zwarte koffer waarin hij deze kleding verborg was zoek en hij durfde al die tijd aan niemand te vragen om een jurk voor hem te halen.
‘Zo zie je maar dat die onrust een heel andere oorzaak kan hebben en hoe lang mensen twijfelen om hier open en eerlijk over te vertellen, omdat ze zich niet veilig voelen’, zegt Eveline van de Putte, schrijver van diverse boeken over roze- en transgenderouderen. Dinsdag spreekt ze erover in museum Boerhaave tijdens de Lorentz lezing.
‘Hij had nooit met zijn familie gesproken over deze gevoelens. Neven en nichten die hem hadden geholpen met verhuizen, dachten dat de kleding van hun overleden tante was en hadden het naar de kringloop gebracht.’
Vanwege haar boeken en de voorstelling Tour d’Amour die Van de Putte over dit onderwerp heeft gemaakt, kwam de zorginstelling bij haar terecht. ‘Een oudere transvrouw die ik ken, is toen op bezoek gegaan om samen een mooie jurk uit te kiezen.’
Tien procent
In haar voorstelling vraagt ze of mensen de letters van de lhbti-gemeenschap kunnen benoemen. ‘Dan merk je dat ze met de eerste drie letters een heel eind komen, maar hoe verder je in het rijtje komt, hoe lastiger mensen het vinden om het te definiëren.’
Dat komt volgens Van de Putte omdat er te weinig kennis is over deze thema’s binnen zorg en welzijn. ‘Ik kom overal met deze voorstelling, maar nog steeds hoor ik: “Dat soort mensen hebben we hier niet.” Dat lijkt me sterk, want tien procent van de mensen identificeert zich met deze groep. Dat speelt echt niet meer bij jongeren dan bij ouderen.’
Wel is de coming out makkelijker voor jongeren. ‘Zij hebben rolmodellen. Vroeger was de lhbti-gemeenschap natuurlijk überhaupt niet in beeld. Ouderen voelden zich wel anders dan de rest, maar hadden er vaak geen woorden voor. Niet alle oudere transgenderpersonen zijn in transitie gegaan. Stel je voor dat je pas op latere leeftijd realiseert dat je in het verkeerde lichaam bent geboren. Iedere ingreep heeft risico’s en op latere leeftijd kunnen dit soort geslachtsbevestigende operaties niet altijd. Iemand kan zich als transpersoon identificeren, zonder de medische en fysieke aanpassingen. Maar dan is het natuurlijk wel ontzettend belangrijk dat medewerkers binnen de zorg kennis hebben van seksuele en genderdiversiteit. Dat is vaak helaas niet zo.’
En dat had ook gevolgen voor de bewoner die op zoek was naar zijn koffer met vrouwenkleding. ‘Nadat hij een nieuwe jurk had uitgezocht, voelde hij zich steeds veiliger. Hij zat op een gegeven moment beneden als vrouw op de bank. Een van de jongere verzorgers kwam binnen, schrok zich rot en zei: “Doe normaal, wat is dit?” Die meneer is toen zo geschrokken en zal zich niet snel meer durven te uiten als vrouw in dat verzorgingshuis.’
Bang
Tijdens haar interviews schrok Van de Putte van de angst die ouderen ervoeren. ‘Als ik nu zorgafhankelijk word, kan ik dan nog wel mezelf blijven? Daar had ik – hoewel ik zelf ook queer ben – nog nooit over nagedacht. Ik zie dat veel oudere lhbti-personen terug in de kast gaan wanneer ze naar een zorginstelling moeten. Hun bezorgdheid raakte me en maakte me boos. Dan ben je zo oud, heb je meegedaan aan het bevechten van de rechten en dan ben je bang dat je wordt afgerekend op het mooiste wat er is: de liefde en jezelf zijn. Daar wilde ik wat aan doen.’
Een verhaal dat haar heel erg is bijgebleven, is dat van Thea. ‘Een echtpaar was al ruim veertig jaar samen, getrouwd als man en vrouw. Toen hij op zeventigjarige leeftijd - zij was toen zestig - vertelde dat hij vrouw wilde worden, kwam dat nieuws voor Thea als donderslag bij heldere hemel. Nooit had ze iets gemerkt. Kennelijk ging hij al jaren naar stille plekken om zich als vrouw te kleden en op te maken. Na dit nieuws liep hij over straat op hoge hakken en met een diepe decolleté. Dat was voor haar too much en ze durfde niet meer naast hem te lopen. Maar al snel dacht ze: de buitenkant is anders, maar vanbinnen is het nog steeds dezelfde persoon van wie ik al jarenlang zoveel houd. Dus: loop naast haar, geef haar een arm en laat zien dat je bij haar hoort.
‘Tien jaar later lijdt Thea’s partner aan dementie en is het niet meer mogelijk om haar thuis te verzorgen. Thea heeft haar ingeschreven als vrouw met haar nieuwe naam en gezegd tegen de medewerkers: “Bij het wassen en aankleden zul je wat anders zien, maar zij is echt een vrouw en ik wil dat jullie haar bij die nieuwe naam aanspreken.” Zo ontroerend. Veel mensen denken: ik ben te oud om uit de kast te komen. Maar je bent nooit te oud om jezelf te zijn.’
Eveline van de Putte, Working towards evidence-based care for aging transgender and non-binary people.
Lorentz lezing, Rijksmuseum Boerhaave, dinsdag 1 april, 17:00. Toegang is gratis met een museumticket of Museumkaart