Achtergrond
Studenten in raadzaal: ‘Verkameringsplan moet van tafel’
Tientallen studenten verzamelden zich afgelopen dinsdagavond in het stadhuis, om zich uit te spreken tegen het voorgestelde verkameringsbeleid. Hun boodschap is helder: om de woningnood voor studenten niet te verergeren moet het voorstel van tafel.
Sebastiaan van Loosbroek
vrijdag 4 oktober 2019
Foto Jurriaan Duijn

Volle bak dinsdagavond in de raadzaal bij de raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling: zelfs de perstribune werd gebruikt om alle studenten van een zitplaats te kunnen voorzien. Maar liefst 31 van hen kwamen ook daadwerkelijk inspreken. Wegens het enorme aantal werd de spreektijd verkort van vijf naar drie minuten per beurt.

Aanleiding is het plan van de gemeente om nieuwe beleidsregels omtrent verkamering in te voeren. Met dat nieuwe plan wil de gemeente de overlast voor buurtbewoners beperken en verhuurders aanpakken die niet de juiste vergunning hebben om hun pand te verkameren. Een van de voorgestelde regels is om quota te hanteren: in de binnenstad zou nog maar 15 procent van de huizen verkamerd mogen zijn, in de schil daaromheen 8 procent en in de randwijken 5 procent. Bovendien zullen naar schatting 400 tot 600 studenten de komende jaren uit huis worden gezet omdat hun verhuurders niet de juiste vergunningen hebben.

De studenten zien er helemaal niets in: in een toch al overvolle studentenstad met een almaar groeiende kamernood is het wat hen betreft onverdedigbaar om nog eens honderden studenten op straat te zetten. En meer studenten naar de buitenwijken verplaatsen zorgt alleen naar voor meer overlast op plekken waar gezinnen wonen. ‘Door het uitsmeren van de verkamering zullen juist de wijken die nu geen overlast ervaren de dupe worden’, stelde natuurkundestudent Martijn Janse. ‘Het kamertekort ligt boven de duizend en al meerdere jaren achtereen zitten studenten in tenten. En juist nu wil de gemeente tientallen kamers sluiten. Dit zorgt niet alleen voor enorme onzekerheid onder studenten, maar dit betekent ook dat zij straks op straat belanden.’ (Zie ook zijn opiniestuk: "Stop de heksenjacht op studentenhuizen"- red.)

Koen Reedijk van de Jonge Democraten: ‘Dit voorstel moet van tafel. Heeft het college nagedacht waar deze studenten heen moeten? Nee. Het jaagt zo’n 600 studenten de stad uit.’

‘De kans dat mijn huisbaas mij een nieuwe woonruimte gaat aanbieden acht ik vrij klein’

Student Rozemarijn Balemans vermoedt dat zij daar een van is. ‘Het huis waar ik woon voldoet op meerdere punten niet aan de eisen, dus ik ben bang dat ik met het voorgestelde beleid op straat kom te staan’, vertelde zij bezorgd.

GroenLinks-raadslid Alex Friso wees Balemans erop dat verhuurders die niet aan de vergunningen voldoen verplicht zijn alternatieve woonruimte te zoeken zodra de studenten op straat worden gezet. ‘Dat die verantwoordelijkheid daar ligt, betekent nog niet dat die persoon die ook neemt’, reageerde Balemans. ‘De kans dat mijn huisbaas mij een nieuwe woonruimte gaat aanbieden zonder dat ik dat aanvecht bij de huurcommissie acht ik vrij klein.’

Diezelfde vraag werd ook gesteld aan Janse, die er evenmin vertrouwen in heeft dat verhuurders zonder vergunning hun plichten zullen nakomen. ‘Het is een sprookje om te denken dat huisjesmelkers deze studenten tegemoet gaan komen’, reageerde hij.

‘Ik en mijn vier huisgenoten zijn een van de eerste studenten die nu letterlijk op straat staan’

Misschien het schrijnendste verhaal van de avond kwam van student Max Emanuel Hommes, die ‘het levende bewijs’ is van een student die zijn huis is uitgezet. Het was een illegaal verkamerd pand, de vergunningaanvraag liep nog toen Hommes er kwam wonen. ‘Ik en mijn vier huisgenoten zijn een van de eerste studenten die nu letterlijk op straat staan’, vertelde hij. ‘Dat betekent dat ik tijdelijk weer bij mijn ouders in het Gelderse Lochem woon. Van deur tot deur is dat retour zes uur reizen. Ik ben niet in staat al mijn werkgroepen en colleges te volgen en het is zelfs de vraag of ik mijn studie nog kan halen op de manier zoals ik die voor ogen had. Mijn baan heb ik moeten opzeggen omdat ik mijn uren niet meer kon waarmaken en nieuwe woonruime vinden is onmogelijk.’

Ook na dit verhaal wees de raad op de rechten van huurders en de mogelijkheid te worden bijgestaan met advies. Hommes: ‘Ik vind het een beetje makkelijk om er door de gemeente op gewezen te worden dat je als huurder rechten hebt. Ik weet dat ik die heb. Het wegwuiven van het probleem door de huurbaas aansprakelijk te stellen biedt geen oplossing. Die oplossing moet bij de gemeente vandaan komen, want de verhuurder regelt in de praktijk geen vervangend verblijf.’

Daarnaast suggereerde de raad enkele malen dat studenten er beter aan zouden doen niet in een pand te gaan wonen zodra zij weten dat de vergunning nog niet rond is. Een situatie waar weinig studenten momenteel oren naar zullen hebben: ‘De kamernood is nu zo hoog dat je nog liever in een illegaal verkamerde bezemkast gaat wonen dan nog maanden op zoek te gaan naar iets legaals’, reageerde Minervabestuurslid Juliët Tinebra namens de achterban.

‘Op zich zijn ze individueel van goede wil, maar met studenten als groep kun je geen afspraken maken’

Feit blijft dat veel buurtbewoners overlast van studenten ervaren, zo bleek dinsdagavond. ‘Het is het nieuwe normaal geworden dat studenten overlast bezorgen’, zei Erik Deen, bestuurslid van wijkvereniging Transvaal. ‘En ze zeggen nu zelf dat als ze de binnenstad uit moeten, dat ze dan in de randwijken overlast gaan veroorzaken.’ Bovendien werken de afspraken tussen buurtbewoners en studenten vaak niet, vindt Deen. ‘Op zich zijn ze individueel van goede wil, maar met studenten als groep kun je geen afspraken maken’, stelde hij. ‘In de straat waar ik woon kun je over de trottoirs niet meer lopen. Dat is één grote zooi van fietsen.’

Enkele studenten reageerden daarop teleurgesteld. Balemans: ‘Ik woon met twee andere meiden in een huis en wij hebben een heel goede band met de buurt. Ik vind het jammer om te horen dat het geluid over studenten alleen maar over overlast gaat. We worden allemaal over één kam geschoren, en dat vind ik best wel kwalijk. Wij zijn ook Leidenaar, wij mogen hier ook wonen.’

Minervavoorzitter Fleur Peterse riep de studenten op toenadering te zoeken tot de buurtbewoners. ‘Klop eens aan bij je buren. Je moet het verschil omarmen en begrijpen wat het belang van de ander is in de buurt. Ik denk dat dat heel veel problemen zou kunnen oplossen.’

Vooralsnog lijkt die oplossing wat makkelijk gedacht. Niet voor niets wil de gemeente met dit plan de overlast voor de tussen de studenten wonende Leidenaren een halt toeroepen. Maar, stellen de studenten daar tegenover: met dit plan verspreidt die overlast zich juist over een groter gebied. Dat daarnaast honderden studenten straks hun kamer kwijt zijn voor wie geen alternatief wordt geboden, is voor hen genoeg reden zich van het voorstel af te keren.

Op 31 oktober wordt er inhoudelijk over het conceptbeleidsplan gedebatteerd. Tegenover dat plan heeft de Huizencommissie van Minerva een alternatief beleidsplan gezet, dat wordt gesteund door de PKvV, Njord, Asopos, NSL en de MASCQ-verenigingen.