Toen hoogleraar experimentele natuurkunde Tjerk Oosterkamp hoorde dat zijn voormalig collega Eppo Bruins namens de partij NSC was voorgedragen als minister, was het eerste wat hij dacht: ‘Oh, oh, Eppo, waar begin je aan?’
Bruins (54) was van 2004 tot 2008 manager van het Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde (LION), daarnaast was hij ook twee jaar science manager van het Lorentz Center. ‘Gezien zijn achtergrond vind ik het een wonderlijke keuze’, zegt Oosterkamp. ‘In een kabinet met de ChristenUnie zou hij een fantastische minister zijn, maar nu gaat hij samenwerken met een paar collega’s die domme dingen zeggen. Dat lijkt me lastig. Die mevrouw (Reinette) Klever (PVV, red.) van Ontwikkelingssamenwerking bijvoorbeeld, die zegt: “Schaf die samenwerking maar af.” Zo zit Eppo echt niet in elkaar.’
Bedenkingen
‘Je kunt je bedenkingen hebben over de ploeg’, vindt ook hoogleraar experimentele natuurkunde Jan van Ruitenbeek. ‘Hij zal de nodige keren botsen.’
‘We boffen juist met hem als minister’, stelt natuurkundehoogleraar (leerstoel: theorie van de vaste stof) Carlo Beenakker. ‘Als hij “nee” had gezegd, komt er een onbenul die veel schade aanricht. Ik was onlangs bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en daar was iedereen opgelucht dat er nu geen klimaatontkenner of antivaxer komt. We mogen dankbaar zijn dat Eppo het wil doen.’
Sense Jan van der Molen, de huidige wetenschappelijk directeur van het LION zegt dat hij ‘totaal niet verrast’ was. ‘Wat betreft zijn cv is hij de juiste man op de juiste plaats.’
Beenakker heeft nog een nieuwtje: ‘Het is natuurlijk wel jammer dat Bruins net door Leiden was binnengehaald als hoogleraar.’ Als hij de verbazing op het gezicht van de verslaggever ziet: ‘Oh, dat wist je nog niet? Prachtig natuurlijk, maar dat gaat nu uiteraard niet door. Voor Leiden is dit een verlies.’
‘Ik heb gehoord dat het rond was’, weet Van Ruitenbeek. Van der Molen wil het hoogleraarschap niet bevestigen. ‘Geen commentaar.’ ‘Sorry’, antwoordt hoogleraar wetenschapscommunicatie Ionica Smeets desgevraagd. ‘Kan ik niets over zeggen!’
Cynisch
‘Ik heb hem destijds aangenomen als instituutsmanager toen ik wetenschappelijk directeur was’, zegt emeritus hoogleraar experimentele natuurkunde Peter Kes. ‘Het is een fijne vent. Hij is tamelijk ambitieus en had ook toen al politieke interesses. Hij zei al vrij snel dat hij de managersfunctie als een tussenpositie zag. Het is misschien een beetje cynisch, maar ik heb hem een mail gestuurd waarin ik hem niet feliciteer maar wel schrijf: “Doel bereikt!”’
Oosterkamp was in 2004 beginnend universitair docent. ‘Ik heb toen met twee collega’s een bedrijf opgericht, een spin-out van de universiteit. Eppo heeft ons toen begeleid: een heel prettige man die altijd met je meedenkt en niet bang is voor nieuwe dingen.’
‘Hij was enthousiast en koppelde dat aan dienstbaarheid’, vertelt Van der Molen. ‘Als er problemen waren, zei hij: “Ik los het voor je op”. En dat deed hij ook. Ik dacht soms: “Jeetje, best rottig dat hij dat klusje moet oppakken”, maar hij vond problemen oplossen juist leuk.’
Bruins had oog voor de combinatie fundamentele wetenschap en praktische toepassingen. ‘Hij had een roeping om de wetenschap in verbinding te brengen met de maatschappij. Hij is daar heel vasthoudend in, het is geen trucje. Het verschil tussen een kilowatt en een kilowatt-uur is lang niet iedereen in de Kamer duidelijk. Eppo legde uit dat in de politiek emoties óók feiten zijn. Voor ons is dat een andere wereld, maar hij kan daarmee omgaan.’
Als bestuurder had hij ook oog voor gezelligheid, herinnert Van der Molen zich. ‘Plots stonden er dan van die treinbankjes in de kantine in het Huygenslab. Dat gaf een intiemer sfeertje aan die grote ruimte, alsof je in een coupé zat. Eppo had die dan ergens op de kop getikt.’ De deur van zijn kantoor stond altijd open. ‘Maar als hij hard aan de slag moest, trok hij zich even terug in een geheime kamer ergens in het gebouw. Geen idee waar, slechts een paar medewerkers wisten dat.’
Ballonvaart
Een vriend van hem organiseerde ballonvaarten, weet Van Ruitenbeek nog. ‘In de weekenden ging Eppo vaak mee om achter een luchtballon aan te rijden om die na landing weer op te pikken.’ Gaandeweg regelde Bruins ballonvaarten voor medewerkers die goed gepresteerd hadden. Kes: ‘Op den duur had de faculteit zelfs een eigen luchtballon. Volgens mij ligt dat ding nog wel ergens in het gebouw.’
Maar het draaide niet alleen om gezelligheid. ‘Hij was een groot voorstander van de zogenoemde grillsessies: medewerkers die subsidieaanvragen deden, kregen dan ter voorbereiding echt lastige vragen. Zo’n man is het ook.’
In het hoofdlijnenakkoord staat dat Bruins een miljard moet bezuinigen op het hoger onderwijs. Het is zijn opdracht ‘om binnen de gegeven financiële kaders ervoor te zorgen dat alles wat goed en van waarde is de kans krijgt om te bloeien, ook in de komende periode’, zegt hij daarover op de site van NSC. Zijn motto: ‘Kennis is de enige grondstof die nooit opraakt.’
Oosterkamp maakt zich grote zorgen over de bezuinigingen. ‘Het hoger onderwijs wordt afgeknepen omdat het links hobbyisme zou zijn, terwijl het juist in de breedte moet worden verbeterd.’
‘Dit zijn echte klappen’, zegt Van der Molen. ‘Eppo krijgt te maken met studenten die demonsteren tegen de langstudeerboete en universiteiten die zich verzetten tegen bezuinigingen. Daar zal ik ook aan meedoen. We hebben mensen aangesteld met de sectorplannen. Dat geld is al toegezegd, maar lijkt te worden teruggetrokken. Als dat daadwerkelijk gebeurt, hebben we een probleem.’
‘Hij zal proberen te redden wat er te redden valt’, hoopt Oosterkamp. ‘Ik wens hem daarbij veel wijsheid toe.’
Update 20 juni: Universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke bevestigt aan Mare dat Bruins per 1 mei benoemd was tot deeltijdhoogleraar Science in Politics and Public Policy. Omdat hij minister wordt zal hij zijn leerstoel niet langer bekleden.
Eppo Egbert Willem Bruins (54) studeerde natuurkunde aan de Universiteit Utrecht en promoveerde daar in 1995 op het proefschrift The neutron magnetic form factor. In 2012 vertelde hij in het Nederlands Dagblad dat hij niet ‘uit een gelovig nest’ komt, maar op zijn negentiende God vond, toen hij meezong met het gospelkoor waarvan hij pianist was. ‘Bij het nummer “And in that day” zei de dirigent: “Als je die tekst niet gelooft, kun je het niet zingen”. Ik legde dat naast me neer. Toen het lied werd gezongen, verstomde ik. Ik kon geen geluid meer uitbrengen. Er kwam iets over me en ik wist dat het waar was. God heeft me nooit meer losgelaten. De ontdekking dat je als intelligent mens echt in God kunt geloven, wow. Dat voelt heel rijk.’
Bruins voelt zich betrokken bij Israël. Op Twitter steunde hij de brief van de 15 rectoren waarin zij weigerden de banden met Israëlische instellingen te verbreken. ‘Het getuigt van moed en leiderschap dat alle universiteiten hierin samen optrekken.’
Ook is hij volgens zijn LinkedIn-profiel president van de Nederlands-Israëlische Kamer van Koophandel, een organisatie die Nederlandse bedrijven helpt om actief te worden op de Israëlische markt en vice versa.
Tot 2011 was Bruins lid van het CDA. Maar hij stapte over naar de ChristenUnie omdat ‘het CDA van de C is afgedwaald.’ Voor de ChristenUnie zat hij van 2015 tot 2021 in de Tweede Kamer. Gedurende zijn ministerschap voor NSC zegt hij zijn lidmaatschap van de CU op.
Bruins is officieel voorzitter van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie die de regering en de Eerste en Tweede Kamer advies geeft. Op 8 juni gaf hij in die hoedanigheid nog het advies aan ‘de toekomstige coalitiepartijen’ niet te ‘stoppen met het Nationaal Groeifonds, het investeringsfonds van de overheid dat het duurzame verdienvermogen van Nederland moet versterken’, liet hij weten via de site van die raad. ‘Een land dat hierin niet planmatig investeert heeft geen toekomst.’
Het kabinet waarin hij toetreedt wil het fonds per direct opheffen.