Er woedt een verhitte discussie over maatregelen die de universiteit ‘rechtvaardiger’ zouden moeten maken. Het nieuwe buzzwoord is ‘diversiteit’.
De Universiteit van Amsterdam overwoog zowel voor medewerkers als studenten quota in te stellen. Voorzitter van de diversiteitscommissie, hoogleraar Gloria Wekker, verduidelijkte in universiteitskrant Folia heel onlogisch en vooral autoritair haar standpunt over de kwestie: ‘Dat niemand er vragen over heeft, zie ik als instemming.’
Filosoof Sebastien Valkenberg had er wel vragen over en vond selectie die niet op kwaliteit maar op afkomst en geslacht gebaseerd is, discriminatie. Karen van Oudenhoven-Van der Zee, een vrouw die zich tooit met de onnodig pompeuze en vooral militaristische aandoende titel ‘diversity officer’ trapt een open deur in door te verkondigen dat goede wetenschap bij meerdere perspectieven gediend is. Amsterdams UvA-antropoloog Martijn Dekker diende Valkenberg van repliek in de Volkskrant en besloot met een citaat van Marx: ‘Filosofen moeten de wereld niet interpreteren maar veranderen.”
Ik zie in het kader van die discussie liever een ander citaat van Marx. ‘Een spook waart door Europa.’ Het zijn meerdere spoken die aan de poorten van de academies rammelen. De spoken heten positieve discriminatie en diversiteit, vermommen zich als bevrijding en vooruitgang, maar zijn in feite controledrift en regelzucht. Repressie en regressie. Oude wijn in nieuwe zakken. Overigens loopt er ook aan de Universiteit Leiden een ‘diversity officer’ rond.
De vergiftiging van het academische klimaat kan niet beter geïllustreerd worden door Gloria Wekker, van origine ook antropologe, die meent dat er andere kennismodellen bestaan dan enkel de positivistische, empirische wetenschap die ‘eurocentrisch’ zou zijn. Wat er eurocentrisch is aan de evolutietheorie en de zwaartekrachttheorie is onduidelijk. Wetenschapsfilosofe Griet Vandermassen geeft in haar boek Darwin voor Dames hallucinante voorbeelden hoe sommige radicale feministes oprecht menen dat natuurkundige theorieën masculien, en dus verwerpelijk zijn.
In het verlengde van dit pre-logische en intens moralistische denken ligt Wekkers opvatting dat blanken by default racistisch, en dus schuldig zijn. Zodoende wordt ‘schuld’ een leeg begrip dat enkel dient om haar eigen positie hoog op de morele pikorde te bestendigen. Dekker maakt het nog bonter door te suggereren dat het ‘morele kompas’ van opponenten als Valkenberg moet worden ‘herijkt’. Wellicht kunnen heropvoedingskampen uitkomst bieden? Wat het blanke monopolie op racisme betreft, Wekker en Dekker hoeven maar naar de ‘Jungle van Calais’ te reizen om het racisme van bevolkingsgroepen onder elkaar te bestuderen.
Generaties van geprivilegieerde blanke mannen - Newton, Boyle, Faraday, Fleming, af een toe een geprivilegieerde blanke vrouw als Marie Curie - hebben tegen de stroom in gezwoegd en geploeterd om lineaire, ‘masculiene’ verklaringsmodellen te ontwikkelen. Hierdoor is er een technologische en medische vooruitgang geboekt die het Westen een nog nooit geziene welvaart heeft gebracht. Een welvaart die het mogelijk maakt dat er nu een vrijgestelde klasse vrijblijvend kan fröbelen met pseudowetenschappen als gender- en identity studies en, zoals de Universiteit Utrecht in een videoclip wervend aankondigde, ‘met feministische toolboxen de werkelijkheid te lijf kunnen gaan.’
Cynici opperen de sociale wetenschappen af te schaffen. Dat is overdreven, want er wordt schitterend werk verricht door vakbroeders en -zusters, blank en gekleurd, in de sociologie, criminologie, psychologie en antropologie. Collega’s die de allerhoogste eisen aan hun werk stellen, criteria die per definitie problematischer zijn dan in de exacte wetenschappen. Collega’s die niet in de val trappen van gemakzuchtige subjectiviteit en kennisrelativisme.
Wetenschap moet niks. Wetenschap mag ook louter bedreven worden als pure wetenschap, l’art pour l’art, science for the sake of science. Onnuttige, heerlijke, zuivere, pure wetenschap - die niet omlaag getrokken wordt door banale utilitaire beginselen die gebaseerd zijn op de politieke waan van de dag. Immers, de basis van wetenschap, onbevangen nieuwsgierigheid, wordt in de kiem gesmoord door morele dictaten.
Wekker en Dekker zijn verontwaardigd dat studenten en docenten qua ras, geslacht en religie geen perfecte afspiegeling zijn van de samenleving. In hun concept van een ideale wereld zou dit ook zo moeten zijn. Maar helaas, sommige dingen zijn niet maakbaar. Democratie kan men niet opleggen, zoals de neocons probeerden in het Midden-Oosten. Diversiteit kan men ook niet forceren. Beiden moet organisch groeien in een lang en soms pijnlijk proces.
Er zijn geen financiële drempels die minderheden tegenhouden om naar de universiteit te gaan. Er is hooguit gebrek aan ambitie en intellectuele nieuwsgierigheid, libido sciendi, zoals dat in mooi Latijn heet. Positieve discriminatie en quota zijn paternalistisch. Het zegt zoveel als ‘U bent niet in staat om voor uzelf op te komen. Daarom gaan we u in onze goedertierenheid voortrekken.’ Waarachtige emancipatie is echter zeggen: ‘We nemen u serieus. We verwachten van u topprestaties en niets minder, ook al moet u daarvoor iets harder werken omdat u een slechtere startpositie heeft. Go for it.’
Met de positie van vrouwen op de universiteiten is het niet slecht gesteld. De voorzitter van wetenschapskoepel KNAW is een vrouw, José van Dijck. Andere groepen zijn inderdaad ondervertegenwoordigd. Maar is dat een complot van Boze Blanke Mannen?
Neem nu Marokkanen. Hebben Wekker en Dekker ooit aan de Marokkanen zelf gevraagd waarom velen van hen liever voetballer of kickbokser worden of op jonge leeftijd trouwen en kinderen krijgen, in plaats van met ‘een feminist tool box’ social change te implementeren? In de zwarte onderklasse in de Verenigde Staten is goed je best doen op school acting white. Heerst die cultuur ook onder mocro’s?
Komt het door de traditionele Berbercultuur, waarin onderwijs een lage prioriteit heeft? Komt het door verstikkende sociale normen en een verkrampte religie met onwankelbare dogma’s die geen onafhankelijk kritisch denken tolereert? Misschien heeft decennialang socialistische paternalisme de Marokkaanse jeugd een slachtofferdenken aangepraat, dat zodanig geïnternaliseerd is dat deze groep niet gestimuleerd wordt om de extra mile te lopen?
De door Wekker en Dekker voorgestelde diversiteit is bij nader inzien ook niet zo divers. Sommige mensen zijn diverser dan andere mensen. Met name people of color met gender issues hebben ‘preferential diversity status’. Nicholas Kristof schreef in een artikel in de New York Times dat de menswetenschappen vooral bevolkt worden door mensen met een ‘liberal bias’ (links-liberale vooringenomenheid, red). Hoogleraren uit de conservatieve hoek, docenten met een militaire achtergrond of ervaring in het bedrijfsleven zijn schromelijk ondervertegenwoordigd in de gamma-wetenschappen. Misschien moeten we daar ook quota voor instellen?
In het premoderne denken meende de mens dat duistere krachten en illustere goden de wereld bestierden. De moderne filosofie bracht ons concepten als de idee, de wil, het Ding an sich, als principes achter de schermen. In dit postmoderne tijdperk is de cirkel rond en geeft men zich weer volop over aan speculatieve metafysica en bijgeloof. Nu zijn ‘kolonisatie & slavernij’ de alles verklarende ordeningsstructuren en is de ‘Boze Blanke Man’ de kwaadwillende demiurg.
Filosofen en wetenschappers hebben niet de taak de wereld te veranderen. Dat is het werk van politici en betrokken burgers. Het is nog minder de taak van wetenschappers om de universiteit te transformeren tot een moreel wenselijk instituut waarin ongelijkheid per decreet wordt afgeschaft. Laat de wetenschap haar gang gaan. Dat levert de verrassendste resultaten op.
Teun Voeten is oorlogsfotograaf en cultureel antropoloog. Momenteel werkt hij in Leiden aan een dissertatie over de drugsoorlog in Mexico (zie: 'Waar komt dat sadisme vandaan?')