Daar zaten ze dan, pontificaal naast elkaar op de eerste rang bij de inauguratie van president Trump: de kopstukken van Amazon, Facebook en OpenAI. X-opperhoofd Elon Musk gaf zelfs een speech waarbij hij zijn arm niet in bedwang kon houden.
Reijer Passchier was niet verrast dat de bazen van deze bedrijven daar zo’n prominente plek kregen. Volgens de universitair docent in Leiden en hoogleraar Digitalisering en de democratische rechtsstaat aan de Open Universiteit toont het hoe technologiebedrijven hun grip op de Amerikaanse politiek verstevigen.
‘Maar ik vond het wél frappant dat de alliantie tussen Musk en Trump al vóór de verkiezingen zo expliciet was. Het verbond heeft ook nog een zekere democratische legitimatie, zou je kunnen zeggen. Want de kiezer heeft alsnog op Trump gestemd, misschien wel mede vanwege die alliantie met Musk. Dat is bizar, echt next level.’
Ook zonder Trump zijn de technologiereuzen een groot probleem. In zijn boek De vloek van Big Tech vergelijkt Passchier de invloed van de bedrijven op de maatschappij met het feodalisme in de Middeleeuwen. ‘Dat lijkt heel ver van ons bed, maar dat is het niet.’
Uiteraard werken er geen horigen op het veld voor een in harnas gestoken leenheer. ‘Maar de patronen en de machtsverhoudingen lijken heel erg op die in de Middeleeuwen. Wat vroeger de adel was, zijn nu de techbedrijven. Je bent nu als burger net zo afhankelijk, of misschien nog wel meer dan toen, van de bezittende klasse.’
Geen puritein
Want we zijn zowel wat betreft werk als privéleven afhankelijk van heel specifieke technologie. ‘Denk aan de smartphone, WhatsApp, social media en de elektrische auto. Bij de meeste banen gebruik je Teams of Microsoft Office en zet je informatie in de cloud. Om te kunnen functioneren als werknemer, ben je gedwongen om daarvan gebruik te maken.’
Paradoxaal genoeg konden deze grote bedrijven ontstaan omdat we ons wilden bevrijden van het feodalisme. ‘Een heel belangrijk concept van de Franse revolutie was het recht op eigendom. Maar veel later met de komst van kapitaalvennootschap, het uitgeven van aandelen, was enorme groei van bedrijven mogelijk. Door globalisering en digitalisering is dat geëscaleerd. We hebben een nieuwe aristocratie gecreëerd, ongelijkheid uit de hand laten lopen en kwamen uiteindelijk met Big Tech te zitten: bedrijven die nog weer tien keer groter en machtiger zijn dan de multinationals die we al kenden.’
Zelf houdt Passchier enige afstand van technologie. ‘Ik ben geen puritein, maar ga niet blind in technologische hypes mee. Ik heb een refurbished smartphone, een hele oude Apple, die nog net functioneert.’ Social media gebruikt hij liever niet. ‘In 2009 heb ik twee weken tegen mijn zin op Facebook gezeten, want ik moest een opdracht met medestudenten maken en zij wilden via Facebook communiceren. Ik gebruik wel LinkedIn, want daar kun je als jonge onderzoeker eigenlijk niet omheen. Maar als er een goed Europees alternatief komt, stap ik meteen over.’
Een van de problemen in de ontwikkelingen rond Big Tech is dat de gemiddelde burger geen eigenaar is van die technologie. ‘Die gebruik je onder voorwaarden van die paar hele grote bedrijven die erachter zitten. Die kunnen je ook elk moment de toegang ontzeggen. Er zijn nauwelijks reële alternatieven. Daarnaast zijn overheidsinstellingen in toenemende mate afhankelijk van de extreem rijke technologie-oligarchen.’
Dat maakt het moeilijk om Big Tech te reguleren. ‘Burgers beslissen niet zelf meer aan welke regels ze gebonden zijn. Het wordt ook niet meer in Den Haag of in Brussel besloten, of desnoods in Washington. In ondemocratische boardrooms, of zelfs gewoon in de hoofden van de paar ceo’s in Silicon Valley en Seattle, wordt bepaald hoeveel privacy je geniet en welke technologie wordt ontwikkeld. Dat is de ramp, of vloek, die Big Tech is: we zitten in een situatie die we niet meer de baas zijn.’
De Europese Unie heeft gepoogd de macht van de bedrijven in te perken, door achtereenvolgens de AVG, Digital Markets Act, Digital Services Act en onlangs de AI Act in te voeren. ‘Dat zijn op zich best nuttige wetten als je er puur inhoudelijk naar kijkt.’ Maar de machtsverhouding is inmiddels zo scheef dat deze regelingen het tegenovergestelde effect hebben bereikt van wat ze beogen, vreest Passchier. ‘Namelijk dat de concurrentie van Big Tech harder wordt geraakt dan de bedrijven zelf.’ De technologiereuzen hebben heel veel geld om te lobbyen en om eindeloze gerechtelijke procedures te voeren tegen overheden of concurrerende bedrijven en kunnen ook landen tegen elkaar uitspelen.
Boetes te laag
Bovendien zijn de boetes in Europa veel te laag. ‘Daar lachen die bedrijven om. De Europese Commissie vierde een feestje toen er in 2017 2,4 miljard boete aan Google werd opgelegd vanwege oneerlijke concurrentie rond advertenties. Dat klinkt als heel veel geld. Zeker voor juristen die vaak niet zo goed kunnen rekenen. Maar Google maakt 40 miljard dollar winst per jaar. Zo’n boete maakt ze geen fluit uit. Die geldstraf brengt geen enkele gedragsverandering met zich mee.’
Om Big Tech effectief te bestrijden moet Europa met serieuze alternatieven komen. ‘Investeren in de eigen technologiesector en er vervolgens voor zorgen dat overheden daar ook gebruik van gaan maken.’ Het probleem is dat succesvolle alternatieven opgekocht worden door de reuzen.
‘Het Franse bedrijf Mistral was net een beetje serieuze speler geworden op het gebied van AI. Mede door steun van Frankrijk en de Europese Unie. Het was echt een van de Europese tech-troefkaarten. Maar het bedrijf is nu grotendeels overgenomen door Microsoft. Heel vervelend natuurlijk. Je denkt een eigen speler te hebben, maar die ben je dan ook zo weer kwijt.’
Wat kan Europa nog meer doen? ‘We moeten ook nadenken over een eigen Europees internet. Misschien moet je dat ook tot op zekere hoogte begrenzen. China heeft ook eigen internet en begrenst, zij het om de verkeerde reden, namelijk de soevereiniteit van de communistische partij. Europa moet dat doen om de democratische rechtsstaat te beschermen.’
Gewone mensen
Verder moet Europa ervoor waken dat het Amerika kopieert en zo haar eigen Big Tech creëert. ‘Als er opnieuw gigantisme ontstaat, raken we van de regen in de drup. We moeten nadenken over alternatieve ondernemingsvormen en bijvoorbeeld een maatschappelijke opdracht binnen een bedrijf borgen. Dan stapt een onderneming niet naar de beurs, maar gaan de aandelen naar organisaties die de maatschappelijke missie bewaken. Je zou er als samenleving naar moeten streven dat elke burger eigenaar van technologie wordt.’
Passchier stelt dat er veel gedebatteerd wordt over technologie en social media, maar vaak niet over de belangrijkste kwestie. ‘We zijn elkaar enorm aan het bevechten over de vrijheid van meningsuiting en biases op social media. In Silicon Valley lachen ze zich rot omdat we het daar steeds over hebben. We moeten ons verenigen als burgers, van links tot rechts, en machtsconcentratie bij Big Tech aanpakken. We vergeten wel eens dat de democratische rechtsstaat uiteindelijk niet bestaat voor grote bedrijven of miljardairs, maar voor gewone mensen.’
Reijer Passchier, De vloek van Big Tech, de juridisch-technologische wortels van constitutioneel verval en digitaal feodalisme. Boom Juridisch. 229 pgs, €31,