Achtergrond
‘Dat protest was eng’, zeggen Joodse studenten: ‘Ik kon alleen maar denken: ik moet hier weg’
Wat vinden Joodse studenten en docenten van de toegenomen spanning, het Palestina-protest en de manier waarop de universiteit met het conflict omgaat? ‘Ik twijfel of ik kan doorgaan met mijn studie.’
Mark Reid
donderdag 16 november 2023

I. Gespannen sfeer

Noa Schonmann, universitair docent Internationale betrekkingen in het Midden-Oosten: ‘De sfeer onder studenten en staf is gespannen.’

Alessia*, masterstudent aan de campus Den Haag: ‘Er is veel vijandigheid, ik voel me heel ongemakkelijk. De laatste maand ben ik alleen voor verplichte colleges naar de faculteit gegaan. De dag na de aanval van Hamas op 7 oktober was actiegroep Students for Palestine flyers aan het uitdelen waarop stond dat de aanval een voorbeeldige vorm van verzet was, terwijl er burgers zijn vermoord, ontvoerd en verkracht.

‘Het was erg moeilijk voor mij om te weten dat mensen die zo denken naast me zitten in college. De eerste weken na 7 oktober was ik bang dat iemand me wat zou aandoen. Op sociale media zag ik studenten zeggen dat alle Israëli’s dood moeten.’

Eva*, masterstudent aan de campus Den Haag: ‘Ik heb familie verloren op 7 oktober. Voor die gevoelens is al geen ruimte, laat staan dat er ruimte is voor mijn mening. Er wordt alleen maar polarisatie in de hand gewerkt.’

Alessia: ‘Ik vind het moeilijk als ik studenten een keffiyeh (Palestijnse sjaal, red.) zie dragen. Als je het googelt, staat er dat het een symbool is van Palestijns nationalisme. Maar ik als Israëli herken het als iets wat Hamas draagt en zelfmoordterroristen droegen tijdens de intifada’s. Als ik me omdraai en ik zie iemand die dat draagt, dan moet ik mezelf ervan verzekeren dat ik nog op de universiteit ben en alles veilig is.’

*De namen van Eva en Alessia zijn gefingeerd. Hun echte identiteit is bekend bij de redactie

‘Er zijn veel mensen die het met elkaar oneens zijn, maar elkaar niet in de ogen willen kijken’

Eva: ‘Ik ben openlijk Joods en draag vaak een ketting met een Davidsster of chai. Allerlei mensen spreken mij om die reden aan. Ze willen niet weten wat ik vind van Israël – wat ook niet superfijn is, want waarom moet ik als Joods persoon een mening hebben over Israël? – maar het is meteen: “Waarom veroordeel je Israël niet?”

‘Voor 7 oktober was het anders. Toen ging het niet vaak over Israël, en als dat wel zo was, was er ruimte om een genuanceerd gesprek te hebben. Die is er nu niet.’

Yonathan Listik, docent politieke theorie bij International Studies: ‘Het voelt erg gepolariseerd. Er is veel miscommunicatie. Er zijn veel mensen die het met elkaar oneens zijn, maar elkaar niet in de ogen willen kijken of in discussie gaan.’

II. De demonstratie

Alessia: ‘Het was eng om te zien hoeveel mensen er luisteren als er een docent van mijn oude studie staat te spreken op zo’n podium. Wat er in Gaza gebeurt is vreselijk, maar zij zeiden dat Israël een apartheidsstaat is en dat de oorlog in Gaza genocide is. Dat is gewoon niet waar. Wat er op 7 oktober gebeurde - de gijzelaars, de aanhoudende raketten - vergeten ze voor het gemak. Ze zeggen alleen waarom Israël zo vreselijk is. Studenten die dat aanhoren, nemen dat van hun docent aan.’

Eva: ‘Ik voelde me als Joodse vrouw niet veilig om daar te zijn. Er was een moment dat de spreker iets zei over Joodse of Israëlische studenten. Toen werd er hard gejoeld, ik kon niet verstaan wat hij daarna zei. Ik kon alleen maar denken: ik moet hier weg.’

Schonmann: ‘Ik hoorde pas vrijdag tijdens college over de demonstratie. Wat ik problematischer vind, is het overtreden van de huisregels. Het gaat mis als de universiteit selectief regels toepast op bepaalde groepen en als die vervolgens zelf kiezen welke regels ze al dan niet opvolgen.’

‘De universiteit speelt op safe en gedraagt zich niet als academisch instituut waar debat mag plaatsvinden’

Eva: ‘Ik vind het raar dat de universiteit de demonstratie niet heeft gestopt. Een protest dat niet is aangemeld mag gewoon niet.’

Schonmann: ‘Maar voor intimidatie is op onze campus geen ruimte. Ik zou graag willen dat de universiteit erkent dat er een grens is overschreden bij het volgen van studenten en medewerkers. We hebben allemaal een verantwoordelijkheid om een gezonde omgeving voor discussies te scheppen.’ 

III. ‘From the river to the sea, Palestine will be free’

Alessia: ‘Als studenten dat roepen, roepen ze om de vernietiging van Israël en mijn dood.’

Eva: ‘Ik wil ook een vrije, democratische staat voor Palestijnen. Maar wat ze met die leus eigenlijk zeggen is: “Wij willen dat alle Joden worden uitgeroeid.” En ik ben daar een van. Terwijl ik geen invloed heb op dat conflict. Ik woon gewoon in Nederland. Wanneer Joodse mensen aangeven dat die leus kwetsend is of oproept tot moord op Joden, wordt daar niet naar geluisterd door de studenten. Als dat keer op keer gebeurt, en als ook docenten daaraan meedoen, dan twijfel ik of ik door kan gaan met mijn studie.’

Listik: ‘Ik was niet bij de demonstratie. De leus schokte me ook niet, maar dat kan komen omdat ik uit een politieke omgeving kom waar dat soort statements wat algemener zijn. Ik snap wel dat anderen het bedreigend vinden.’

Schonmann: ‘Wat die slogan betreft is het belangrijk dat de universiteit de wet handhaaft. Mensen kunnen het ermee oneens zijn, ze kunnen het beledigend vinden of weerzinwekkend, maar zolang een rechter heeft bepaald dat het niet strafbaar is, is gebruik van deze leus acceptabel.’

Eva: ‘Misschien is het van origine geen antisemitische leus, maar een swastika is van origine ook niet antisemitisch bedoeld. Hamas wil alle Joden uitroeien en ze gebruiken die leus, dus wordt dat met elkaar geassocieerd.

‘Iemand die meedeed aan die demonstratie en wist dat ik Joods was, kwam naar me toe en zei dat ik weg moest gaan. En daarbij zei hij ook: “From the river to the sea, Palestine will be free.” Ik weet niet hoe anderen bij de demonstratie die leus gebruikten, maar hij gebruikte het wel zo.

‘Ik heb serieus overwogen om te stoppen met mijn studie omdat ik me niet meer veilig voel om mezelf te zijn en ik niet het gevoel heb dat mensen mij respecteren om wie ik ben. Ik ben niet Israël. Ik ben niet de Israëlische overheid. Maar ik ben wel Jood.’

IV. Waar is het debat?

Listik: ‘De universiteit speelt op safe door gesprekken uit de weg te gaan. Het resultaat is dat iedereen boos is op de universiteit. Joodse studenten voelen zich onveilig, Students for Palestine voelt zich gecensureerd. De universiteit gedraagt zich niet als een academisch instituut waar vruchtbare discussies mogen plaatsvinden.’

Schomann: ‘Er bestaat een grote behoefte om samen te komen, ervaringen te uiten en te discussiëren. Met mijn masterstudenten heb ik de ontwikkelingen besproken. Ik heb regels opgesteld: wat er in college gezegd wordt, blijft daar. Studenten mogen niet sarcastisch of spottend zijn. Als je iets hoort waarmee je het niet eens bent, moet je dat articuleren. Het werd een levendige discussie, natuurlijk met verschillende meningen, maar mijn ervaring is dat studenten graag constructief zijn. Ze kwamen snel tot de kern van de zaak. Het was helemaal niet zwart-wit.’

‘Het gaat niet meer om vrede, maar om wie er gelijk heeft’

Listik: ‘Veel mensen zien dit conflict als een confrontatie van feiten. Beide kanten denken dat als ze maar de feiten hebben, ze ook autoriteit hebben. Ik zie liever dat mensen hun vooroordelen uitdagen, en na een discussie misschien verward, maar wel nieuwsgieriger zijn.’

Eva: ‘De universiteit zegt dat we er moeten zijn voor elkaar, maar ze faciliteren niks. Of ze faciliteren dingen die polarisatie in de hand werken, bijvoorbeeld bijeenkomsten voor Israëlische en Joodse studenten. Het is prima dat die er zijn, maar dat is geen dialoog. Het is juist belangrijk dat je wordt geconfronteerd met iets buiten je bubbel en dat je op een academische, respectvolle manier met elkaar in gesprek kan gaan.’

Alessia: ‘Discussie moet plaatsvinden met een duidelijk kader en een neutrale gespreksleider. Dan kunnen mensen van beide kanten constructief praten. Overal zie je nu polarisatie: het gaat niet meer om vrede, maar om wie er gelijk heeft. Voor ons is de realiteit dat we moeten lijden onder het antisemitisme dat hieruit voortvloeit. Dit is niet theoretisch.’

Schonmann: ‘In een democratie zijn er al veel plaatsen waar mensen hun mening of solidariteit kunnen uiten. Als universiteit moeten we doen waar we goed in zijn: met open geest debatteren, nadenken in constructieve discussies en niet alleen maar demonstreren of flyers uitdelen, hoewel dat wel mag.’

Listik: ‘Sommige mensen roepen de universiteit op om zich uit te spreken, maar de universiteit kan überhaupt geen uitspraak doen waarmee iedereen tevreden is. Dat is ook niet haar rol. De universiteit moet een ruimte voor ideeën zijn, niet een bepaalde positie innemen. Ze spreekt ook niet namens mij: ik kan voor mezelf spreken.’

Schonmann: ‘Er lijkt terughoudendheid te bestaan bij de universiteit in het scheppen van ruimtes waar discussie kan plaatsvinden. Het gevolg is dat het vacuüm in de publieke ruimte wordt opgevuld met demonstraties en bezettingen. Die nemen de plaats in van academische discussie waardoor we de mogelijkheid verliezen te doen wat wij als universiteit het beste kunnen. We moeten niet praten met uitroeptekens, maar met vraagtekens.’


> Lees hier hoe de demonstratie van Students for Palestine vorige week uitliep op een achtervolging op straat