‘Weet je wat niet-Euclidische ruimte is? De meetkunde zoals je die op de middelbare school leerde, gaat uit van een aantal regels of postulaten. Rond het einde van de negentiende eeuw begonnen wiskundigen te experimenteren: wat gebeurt er nou als je één van die postulaten laat vallen. Een hoop interessante dingen, zo blijkt.
‘Ik ben eigenlijk op een vergelijkbare manier te werk gegaan. Ik had een lezing gezien van de gnosticus Stephan Hoeller, waarin hij het had over het verschil tussen werkelijkheid en feitelijkheid. In het moderne Westerse denken zijn die twee synoniem: iets is objectief, wetenschappelijk verifieerbaar, of niet. Een fantasie is daarmee dus, per definitie, niet waar en niet belangrijk.
‘Ik besloot om het postulaat dat dat onderscheid maakte, te laten vallen. Tijdens het mediteren ben ik – anders kan ik het niet zeggen - Tolkiens wereld binnengestapt. Dat er een inwendige fantasiewereld bestaat die zo rijk is, dat was voor mij echt een verandering van de hoogste orde.
‘Ik ben opgegroeid met Tolkien, als kind, en wilde altijd al de door Tolkien ontworpen elfentalen uit die boeken leren. In 2007 kwam ik erachter dat dat gewoon kon, via cursussen op internet. Dat ging vrij gemakkelijk. Het had ook als neveneffect dat de beelden makkelijker voor je komen; je ziet echt het landschap voor je.
‘Bij Zen-meditatie probeer je elke gedachte uit te bannen, maar dat “binnen stappen” is eigenlijk het omgekeerde. Je probeert je juist heel sterk te concentreren op bepaalde concepten, en daarbij ontstaat de notie dat er meer ontstaat dan je verzonnen hebt. De psychiater Carl Jung beschreef soortgelijke ervaringen als hij zich voorstelde dat hij een gat groef, en Tolkien had ze ook. Hij schreef in zijn brieven dat hij vond dat hij verslag deed, in plaats van een verhaal verzon. Er zijn wel meer verhalen die zo “open gaan”; ik denk dat het christendom ook ooit zo is begonnen.
‘Voor mij is Tolkien lezen geen religie in de zin dat ik rituelen uitvoer. Het gaat niet om een gedeelde spiritualiteit, want hoe ik het ervaar is zo individueel. Ook haal ik geen lessen over hoe ik zou moeten leven uit de boeken. Mijn waarden heb ik van mijn ouders gekregen.
‘Wat is dan wel het doel? Het enige dat zinvol is, is om het zelf te doen. Zelf dingen maken die mensen in verwondering brengen; die net zulke krachtige ervaringen kunnen oproepen. Ik ben een kunstopleiding gaan doen, en ik zou het helemaal te gek vinden als ook maar één iemand dankzij mijn kunst zo’n ervaring krijgt.’ BB