‘Als je goed onderzoek doet, maar je geeft slecht onderwijs en je doet helemaal niets aan wetenschapscommunicatie, dan kun je nu gewoon hoogleraar worden. Als het andersom is: je onderzoek is alleen maar okay, maar je onderwijs en outreach zijn excellent, dan is dat veel moeilijker.’ De Leidse hoogleraar Ionica Smeets pleit ervoor om wetenschappers die het grote publiek bij onderzoek betrekken met meer te belonen dan alleen een flesje wijn. Je zou er zelfs ruimte voor kunnen bieden in contracten: een aanstelling behelst nu bijvoorbeeld zestig procent onderwijstijd en veertig procent onderzoekstijd, maar een paar procentjes communicatietijd zou eigenlijk best terecht zijn. De hele zaal knikt beamend: goed punt.
Die zaal is de Fokkerterminal in Den Haag, de locatie van een groot congres over hoe wetenschappers beoordeeld moeten worden. Er zijn zo’n vierhonderd bezoekers, waarvan zo’n twee derde vrouw is.
Eerder had de zaal ook al beamend geknikt voor iemand van het Rathenau-instituut, die uitlegde dat er per definitie nooit genoeg plek is aan de universiteit voor iedereen, en dat we gewoon moeten accepteren dat veel promovendi uiteindelijk in de rest van de samenleving aan het werk gaan. Ook daar kan je iets nuttigs doen, bij het Rathenau-instituut bijvoorbeeld. Goed punt, goed punt.
Er was oud-onderwijsminister Jet Bussemaker, die vertelde dat toepassing van wetenschap ook heel belangrijk was. Iedereen is het ermee eens. Haar opvolger, Ingrid van Engelshoven, vertelde via de webcam dat wetenschappers nog te veel beoordeeld worden op hun publicaties, maar dat onderwijs, maatschappelijke impact en strategisch leiderschap ook gewaardeerd moesten worden. In de zaal wordt instemmend geklapt.
Bloemen
Er loopt ergens een dagvoorzitter rond, maar die wordt volledig overstraald door Jeroen Geurts van wetenschaps-funder ZonMw: ‘We willen meer bloemen in het veld!’ legt hij enthousiast uit. Hij benadrukt dat fundamenteel onderzoek natuurlijk nog steeds heel belangrijk blijft, en ook dat is iedereen met hem eens.
Rianne Letschert, rector van de Universiteit Maastricht, vraagt zich af: dat nieuwe beoordelen, dat moet wel op een of andere manier kwantitatief. Hoe pak je dat eigenlijk aan? ‘Hoe maak je een systeem waar niet iedereen alsnog gek van wordt?’ Lastig, lastig. De universiteitskoepel VSNU, namens wie ze vandaag spreekt, gaat daar dit jaar nog een ei over leggen.
Snel stapt ze over op andere zaken. Je moet bijvoorbeeld ook een paar jaar bestuurder kunnen worden zonder weg te vallen uit de wetenschap, vindt ze. Omgekeerd moet die collega waarvan iedereen weet dat hij of zij geen goede leider is, niet gevraagd worden om vakgroepsleider te worden, omdat die functie nou eenmaal rouleert. ‘We laten mensen zitten, ook als we weten dat ze niet goed functioneren’ zegt ze. En, zonder spoortje ironie: ‘Iedereen moet vanuit z’n kracht kunnen werken.’ Applaus vanuit de zaal. ‘Gaaf hè?’, zegt Geurts.
Druk
En hop, zo hebben vierhonderd mensen die stuk voor stuk zullen roepen dat ze het ontzettend druk hebben, een heel dagdeel doorgebracht met een discussie over iets waar ze het al over eens zijn. Natuurlijk is iedereen het eens. Als je namelijk vindt dat alleen onderzoek echt belangrijk is, dan kom je niet naar zo’n congres. Dan ga je aan je onderzoek werken.
Na de pauze komt Jean-Eric Paquet, onderwijsbaas bij de Europese Commissie, vertellen waar het ook alweer echt om ging. Waarom maken uitgerekend onderzoeksfinanciers als ZonMw en NWO zich druk over andere beoordelingscriteria dan onderzoek? Als er nou één partij is die niet om je kwaliteiten als docent of DWDD-tafelheer hoeft te malen, dan is het wel de club die onderzoeksbeurzen uitreikt, toch?
Paquet praat over open wetenschap, en Plan S, het ingrijpende idee om alle wetenschap betaalmuurvrij te maken (zie: 'Iedereen is voor, maarrrrr') NWO, ZonMw en de NWO’s van de meeste andere Europese landen doen mee. ‘Dat plan heeft gezorgd voor de impuls om dingen te veranderen’, aldus Paquet. Eén van de problemen die speelden bij de lancering van Plan S, was dat wetenschappers nu vooral afgerekend worden op toffe publicaties. Wat is tof? De bladen die juist wél betaalmuren hebben. Oftewel: de meetpunten waarop wetenschappers traditioneel worden afgerekend, gaan niet meer werken onder Plan S. Daarom zijn nieuwe beoordelingscriteria dus ineens zo interessant. En dat is allemaal wel een beetje een dingetje, want volgens de planning gaat dat Plan S over een half jaar al in.
Schilderswijk
Dus je zou een urgente discussie verwachten over hoe je in hemelsnaam onderwijskwaliteit zou moeten meten, om maar eens wat te noemen. Communicatie is belangrijk, maar is een college voor de Universiteit van Nederland dan meer of minder waard dan een zaterdagklas voor kinderen uit de Schilderswijk? Als wetenschap steeds meer teamwerk wordt, hoe waardeer je dan iemand die vooral de rest van het team beter maakt?
Weetje: hoogleraren hebben nu ook al de vrijheid om al dat soort dingen mee te wegen. Alleen doen ze dat blijkbaar weinig. Te weinig? Waarom dan? Wat moet er gebeuren om daar het roer om te gooien? En als we straks niet alleen vooral onderzoek, maar ook onderwijs, communicatie, teamwerk, toepassingen én bestuurswerk gaan turven, gaat de werkdruk dan omlaag of omhoog? Het komt allemaal niet of nauwelijks aan bod in Den Haag.
Geurts: ‘En stel, we vinden goede meetmethoden, maar de rest van de wereld neemt die niet over? Dat maakt het krijgen van een goede postdoc in het buitenland wel moeilijker.’
Paquet: ‘Maar als wij een idee krijgen van hoe je kwaliteit moet meten, dan zouden andere landen dat toch oppikken?’
En ineens kijken er toch wat mensen in de zaal bezorgd om zich heen.