Het begint al als kinderen ’s nachts naar de sterren kijken, vertelt astronoom Tana Joseph, postdoc aan de Universiteit van Amsterdam. Ze toont een afbeelding uit een Zuid-Afrikaans lesboek. Op het plaatje is de sterrenhemel in het noordelijk halfrond te zien. ‘De tekening toont onder andere de Poolster en het sterrenbeeld Grote Beer’, zegt Joseph. ‘Het bizarre is dat deze sterren niet te zien zijn op het zuidelijk halfrond. Waar ik opgroeide staat er geen Grote Beer of Poolster aan de hemel, maar wel het sterrenbeeld Zuiderkruis. In de wortels van ons vak zit er dus al een mismatch tussen wat Zuid-Afrikaanse kinderen zien en wat ze leren.’
Joseph is een van de sprekers van het symposium Decolonising Knowledge dat vorige week woensdag door medewerkers van de Leidse universiteit en het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) werd georganiseerd.
Verwarring
Ook al zal niet iedereen dat meteen verwachten, de sterrenkunde is diep verweven met de erfenis van het kolonialisme, zegt ze. ‘Vooral bètawetenschappers zijn vaak in verwarring: “Speelt dat hier wel? Bij astronomie gaat toch om een collectie feiten?”’
Densua Mumford, universitair docent internationale betrekkingen in Leiden, geeft aan het begin van het congres een spoedcursus dekolonisatie. ‘De universiteit onderkent dat racisme, seksisme, homofobie en transfobie nog steeds grote problemen zijn in onze ivoren toren’, vertelt ze. ‘Leiden kiest er voor om daar wat aan te doen, en zit echt in op diversiteit en inclusiviteit. Dat is echt een heel belangrijke en noodzakelijke stap.’
Maar dekolonisatie is echter iets anders dan diversiteit aan mensen en identiteiten, legt Mumford uit. ‘Grofweg gesteld gaat dekolonisatie over de diversiteit van epistemologie: wat is de oorsprong, de aard en geldigheid van de kennis die we hebben opgedaan?’ Die komt volgens haar voort uit een situatie van grote ongelijkwaardigheid: veel landen zijn eeuwenlange overheerst door westerse kolonisatiemachten. ‘De wereld van kennisproductie zoals we die nu kennen is zelfs het gevolg van kolonialisme.’
Culturele bommen
Imperialisme heeft tot gevolg dat de ideeën van grote groepen mensen in de wereld zijn genegeerd of onderdrukt. Mumford omschrijft dit als ‘epistemologisch geweld’. De Keniaanse schrijver Ngũgĩ wa Thiong’o sprak van de inzet door westerse mogendheden van ‘culturele bommen’ in Afrika. De identiteit van volkeren werd vrijwel volledig weggegumd. ‘Dekolonisatie van kennis heeft als doel die bommen onschadelijk te maken. Je zou het kunnen formuleren als culturele ontwapening’, zegt Mumford.
De macht van het Westen als overheerser bepaalt welke kennis universeel en dominant is, vertelt universitair docent Karen Smith. ‘Dat geldt ook voor de universiteit. Alleen aan westerse kennis wordt waarde en waarheid toegeschreven. Daar moeten we als docenten wat aan doen. Een paar artikelen in een syllabus is echter niet genoeg. Vanaf het begin moet er een bredere aanpak in de opleiding zitten.’
Het symposium is gekoppeld aan de oprichting van het zogeheten Decolonising Collective dat de dialoog en samenwerking over dit thema gaat aanjagen onder staf en studenten. ‘We moeten een stevig debat voeren hoe we kennis verzamelen en produceren’, vindt Mumford.
Smith geeft het masterkeuzevak ‘Decentering International Relations’. ‘Daar behandelen we ook dekolonialisme. Studenten raken steeds meer geïnteresseerd in dit onderwerp, en stellen vaker vragen over de kennis die ze opdoen. Het is wel slechts een keuzevak met twintig studenten, de meeste afgestudeerden ontvangen hun diploma zonder dat zij hierover hebben nagedacht. Curricula dekolonialiseren gaat niet alleen door wat vakken over niet-westerse onderwerpen toe te voegen. Dat is slechts een begin.’
Defensieve reacties
Smith zag in Zuid-Afrika hoe er in een korte periode veel kan veranderen. Ze werkt nu vier jaar in Leiden, daarvoor was ze verbonden aan de Universiteit van Kaapstad. Daar maakte ze de opkomst van de Rhodes Must Fall-beweging mee. Dat begon met acties in 2015 voor het verwijderen van het standbeeld van de Britse imperialist Cecil John Rhodes, wat uiteindelijk ook gebeurde.
‘De beweging ontwikkelde zich tot een veel bredere actiegroep die de universiteit wilde dekolonialiseren. Die verspreidde zich naar andere universiteiten in Zuid-Afrika, en naar het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.’
Het moet nog blijken of Leiden erg te porren is voor ingrijpende aanpassingen van opleidingen. De vraag om verandering in Nederland komt nu nog vooral van internationals, zegt Smith.
‘Het is van belang dat we een veel grotere groep studenten en docenten aan boord krijgen. Want lang niet iedereen ziet het huidige curriculum als problematisch. Vaak hebben ze gewoon niet over de kwestie nagedacht. Het is heel belangrijk om medewerkers en studenten niet af te schrikken, maar ze er juist van te overtuigen dat dit iedereen aangaat. Op dit onderwerp wordt nog wel eens defensief gereageerd, daar moeten we doorheen zien te breken. Het is een verrijking van ons onderwijs en onderzoek. De grenzen van onze creativiteit worden opgerekt.’
Canon openen
Maar hoe zorg je ervoor dat er ruimte ontstaat voor andere denkbeelden? ‘Het is mogelijk om verschillende bronnen te laten samenkomen’, vertelt Francio Guadeloupe, KITLV-medewerker en universitair docent sociologie en antropologie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘In het vak Theory of Anthropology is het eerste boek dat de studenten lezen van de Engelsman E. B. Tylor, maar het tweede is van Haïtiaanse onderzoeker Anténor Firmin.’
De studenten leren de canon te openen, zegt Guadeloupe. ‘Er is bijvoorbeeld ook een traditie van antropologie in Japan. Dat was er al voor die tot ontwikkeling kwam in Nederland. Door je ook daar op te richten, krijg je een breder zicht op kennis.’
Dan is er nog het onderzoek. ‘Het vinden van alternatieve bronnen is lastig’, zegt Smith. ‘Ik had verwacht dat ze wat verstopt waren in de reguliere vakbladen en boeken, maar dat is niet zo. Je moet harder zoeken, en andere wegen wandelen om ze te vinden. Ik ben me voor mijn vakgebied ook gaan richten op niet traditionele bronnen als romans, films en muziek.’
We kunnen ook veel leren van studenten, stelt Smith. ‘Ik begeleid nu een student die onderzoek doet naar hoe afrobeat zowel wat betreft muziek en video’s een heel ander beeld van Afrika geeft, dan het klassieke westerse perspectief. We moeten uit ons eigen denkraam stappen. Eenvoudig is dat niet, maar er zijn geen simpele oplossingen.’