Achtergrond
Wat kreeften ons leren over eeuwig leven
Sommige dieren kunnen beter oud worden dan mensen. David van Bodegom schreef een boek over de trucs die ze daarvoor gebruiken.
Anoushka Kloosterman
donderdag 19 september 2019

Hij ‘houdt van oude dingen’, zegt David van Bodegom. Hij studeerde eerst geschiedenis, en toen hij later aan een studie geneeskunde begon, specialiseerde hij zich in de ouderengeneeskunde. Vorige week presenteerde de universitair docent en verouderingswetenschapper bij het Leyden Academy on Vitality and Ageing zijn nieuwe boek over veroudering, Het geheim van de schildpad, waarin hij uitlegt hoe het komt dat sommige diersoorten zoveel beter zijn in oud worden dan mensen. Waarom kreeften alleen maar jonger lijken te worden, bijvoorbeeld. Waarom een muis maar twee jaar wordt, een mens een jaar of tachtig, en een schildpad tweehonderd.

De bovenste verdieping van Naturalis staat in het teken van aftakeling en dood. Daar zijn veel ‘hoofdrolspelers’ uit zijn boek te zien, zegt Van Bodegom, die advies gaf bij de samenstelling van de tentoonstelling. De hele zaal is donker, en in plaats van in vitrines staan de tentoongestelde voorwerpen achter een zwarte muur met gaten erin. Bij de ingang kijkt een opgezette gorilla naar zijn eigen skelet.

De levensverwachting van de mens is biologisch bepaald, zegt hij. En daar is niet veel aan te veranderen. ‘Om ons voort te planten, moet ons lichaam veertig jaar meegaan. Daarna moet het kind verzorgd worden tot het zelfstandig is, ongeveer achttien tot twintig jaar. Dus hebben we van de natuur een lijf gekregen dat zestig jaar meegaat.

‘Ik vergelijk het vaak met een spoorlijn: de eerste zestig jaar is alles geregeld. Het is geplaveid, er is een plan, en een spoorboek. De rit gaat in principe voorspoedig. Op gegeven moment houdt het spoor op, maar de trein blijft rijden. Dat kan een hobbelige rit worden, en uiteindelijk strandt ‘ie ergens, of rijdt hij ergens vanaf.’

Door te leven, slijt je lichaam. Het herstelt zich continu, door cellen te delen. Daar gaat nog weleens wat mis. Behalve beschadigingen ontstaan er kopieerfoutjes. ‘Dat is het idee achter veroudering’, zegt Van Bodegom. ‘Het herstel is niet perfect.’

‘Vanaf je geboorte tot je twaalfde neemt je sterftekans af. Daarna neemt het toe: het jaarlijkse risico om te sterven verdubbelt daarna elke acht jaar. Dat gaat best hard, eigenlijk. Op je vijftigste zit je weer op hetzelfde niveau als toen je een baby was.’

David van Bodegom in Naturalis. Foto Marc de Haan

De kreeft: 100 jaar

Kreeften doen dat beter: hoe ouder ze worden, hoe kleiner de kans dat ze doodgaan. Van Bodegom: ‘Vanaf de geboorte slijt een mens wel, maar omdat je groeit, neemt de netto-sterftekans af. Dat is ook met kreeften aan de hand: die blijven groeien. En dan neemt de sterftekans af. Een klein kreeftje wordt zo opgegeten, een grote niet.’

Ze hebben daarnaast een trucje: ze kunnen hun telomeren verlengen. ‘Die zitten aan het uiteinde van de chromosomen, een beetje als de plastic stukjes aan het eind van een schoenveter’, zegt Van Bodegom. Daarin zitten kleine stukjes code die steeds worden herhaald. Als een cel zich deelt, worden die stukjes steeds iets kleiner. ‘Als het op is, gaat de cel kapot. Schildpadden hebben langere telomeren dan mensen, en mensen langere dan muizen. Maar een kreeft, die kan ze gewoon verlengen.’

‘Toen het ontdekt werd, dacht men de sleutel van de veroudering te hebben gevonden’, zegt Van Bodegom. ‘Mensen dachten: wij moeten ook onze telomeren verlengen, opgelost. In elke cel van ons lichaam zit het enzym waarmee we dat kunnen, telomerase. Maar er is een reden dat we die uitzetten. Als een cel zich een aantal keren heeft opgedeeld, slijt het. Dan kan een cel zodanig beschadigen dat de deling ongecontroleerd wordt, de cel blijft groeien en kanker ontstaat. Telomeren verlengen heeft dus geen zin: je moet dan ook cellen hebben die zich zo vaak kunnen delen.’

Naakte molrat: 32 jaar

‘Het lelijkste zoogdier na de mens’, noemt Van Bodegom het rimpelige, kale knaagdiertje, dat naast de kreeft is opgezet. Desondanks is het ‘zijn favoriete dier’. Knaagdieren worden meestal niet zo oud, maar de oudste naakte molrat die ooit is gevonden werd 32 jaar. Daarvoor was de recordhouder het stekelvarken (27), en die had tenminste nog stekels om zich mee te verdedigen.

‘Ze zijn de enige zoogdieren die leven als mieren of wespen, met een taakverdeling, en een koningin die voor de nakomelingen zorgt’, zegt Van Bodegom. Door de bescherming van de kolonie kan de koningin behoorlijk oud worden.

Daarnaast kan de molrat zijn stofwisseling verlagen. ‘Het is ook het enige zoogdier dat niet warmbloedig is, maar een variabele lichaamstemperatuur heeft. Door die te verlagen wordt zijn stofwisseling trager, en dan heeft hij minder zuurstof nodig. Hij kan 18 minuten zonder zuurstof. Muizen zijn na twee minuten al kassiewijle.’

Noordkromp: 507 jaar


Hoe sneller de stofwisseling, hoe sneller de slijtage. Koudbloedige dieren leven daarom langer in koude temperaturen. ‘Een beekparelmossel wordt in Spanje 29 jaar oud, en in Siberië 200.’

Hij wijst op een grote schelp in de vitrine. ‘Dat is de noordkromp. In 2006 is er een uit de heel koude zee bij Alaska opgevist die 507 jaar oud was. Die is Ming genoemd, naar de dynastie in China. Het exemplaar van Naturalis is jonger, al is de precieze leeftijd onbekend. Om dat te achterhalen moet de schelp namelijk worden doorgezaagd. Dan kun je onder de microscoop groeiringen zien.’

Voor mensen werkt het niet om de kachel lager te zetten. Dan moet ons metabolisme juist harder werken om ons warm te houden. ‘Voor mensen met hoog risico op hart- en vaatziektes – en dat zijn we eigenlijk allemaal – is dat goed. Hetzelfde geldt voor sporten: onze balans tussen inname en verbruik is zoek, en door te bewegen kan je dat herstellen. Maar bij het sporten slijt je lichaam ook.’ Om veroudering tegen te gaan, kan je beter niet te veel sporten, zou hij zeggen. ‘Dat vinden mensen vast niet erg om te horen.’

Groenlandse walvis: 211 jaar


Vroeger dacht men dat elk levend wezen maar een bepaald aantal hartslagen heeft. Grote dieren leven daarom langer dan kleine, was het idee. Een muis, met zeshonderd hartslagen per minuut, maakte die gewoon veel sneller ‘op’ dan een Groenlandse walvis, het oudste zoogdier ter wereld, waarvan het hart maar zes keer per minuut slaat.

Er zit wel wat in, aldus Van Bodegom. Niet zozeer de hartslagen, maar wel de stofwisseling heeft invloed op de levensduur. Een walvis heeft een veel lager metabolisme per kilo lichaamsgewicht dan een muis.

Voor een muis is het ook niet zo nodig om een lichaam te hebben dat heel lang mee gaat. ‘Muizen sterven in de natuur nooit van ouderdom, maar gaan dood van de honger, of omdat ze worden opgegeten. Het heeft daarom geen zin om een lijf te hebben dat zo goed kan herstellen dat het tachtig jaar in topconditie blijft. Voor een walvis is dat anders. Die leeft onder hele stabiele omstandigheden. Nooit te warm, nooit te koud, nauwelijks natuurlijke vijanden en voldoende voedsel. Zo kan een lang leven ontstaan. Dat is overigens niet beter dan een kort leven: het is een andere strategie van de natuur om datgene te doen waartoe we biologisch gezien op aarde zijn: ons voortplanten.’

Een muis krijgt daarom in korte tijd wel honderd nakomelingen. ‘Een fabelachtige productie. Je kan alle energie steken in het krijgen van veel kleintjes, óf in langzaam sterker worden. Dan krijg je wat olifanten doen: eerst vijftien jaar groeien, dan eens een kalfje na twee jaar zwangerschap, en na een paar jaar misschien nog een. Dat is een afweging: je kan niet allebei de strategieën volgen.’

De hydra: onsterfelijk

In een flesje zit een sterk uitvergrote foto van een groen beestje met tentakels. Een echt exemplaar is met het blote oog niet goed te zien. ‘Antoni van Leeuwenhoek, de uitvinder van de microscoop, viste een beker grachtenwater op en ontdekte een nieuw plantje, dacht hij. We weten nu dat het een diertje is: een zoetwaterpoliep. Het is een roofdiertje dat jaagt op waterluizen en kan bewegen: hij staat op z’n tentakels en kan dan koppeltjeduiken.

‘Het is een diertje dat niet veroudert. Je kan z’n hoofd eraf knippen, en er groeien gewoon twee nieuwe beestjes uit. Daarom heet het de hydra, naar het meerkoppige monster uit de Griekse mythologie. Omdat het geen seks heeft, kan het uit elke cel in zijn lijf een nieuwe hydra maken. Dat is een trucje dat wij niet kunnen: wij kunnen niet uit onze huidcellen een nieuw mens maken.’

Maar ook wij hebben cellen die niet verouderen: onze geslachtscellen. ‘Als ik op mijn dertigste een zoontje krijg, dan komt hij niet ter wereld komt met dertig jaar schade. De hydra heeft geen lijf, maar bestaat alleen maar uit geslachtscellen, eigenlijk.’

‘Je hebt de disposable soma-theorie: we hebben een “wegwerplichaam”. Onze genen blijven voortleven in volgende generaties, zoals die geslachtslijn zich eeuwig kan verdelen. Mijn zoon, of dochter, zit ook op die geslachtslijn, die niet veroudert en die hij door kan geven. Alleen het lichaam gaat uiteindelijk dood.’

Maar wat verklaart dan de onderlinge leeftijdsverschillen? De oudste mens ter wereld, Française Jeanne Calment, werd 122. Van Bodegom: ‘Het verschil zit in het traject van zestig tot honderdtwintig. Grofweg: of je zestig of negentig wordt, hangt af van je levensstijl. Of je negentig of ouder dan honderd wordt, dan worden je genen weer belangrijk. Honderdtwintig is zo’n beetje de biologische limiet.’

‘Er zijn mensen die zeggen dat de eerste persoon die duizend jaar oud wordt, al onder ons is. Dat geloof ik niet. Ik vind het ook niet de uitdaging waar we voor staan. Laten we liever kijken of iedereen gezond tachtig of negentig kan worden. In Nederland leven rijke mensen zeven jaar langer, en 19 jaar langer in goede gezondheid. Dat is vooral door levensstijl. En mensen die hun hele leven op kantoor zitten, houden het langer vol dan als je vanaf je vijftiende als stratenmaker werkt – dan slijten niet alleen je knieën, maar je hele lijf.’