Eigenlijk, zegt Arnout van Ree, de docent die maandag bij de rechter zijn zoveelste tijdelijke contract bij de Leidse universiteit aanvecht, kreeg hij al eerder een vaste aanstelling - maar dan per ongeluk.
Dat ging zo: in 2018 begon het te broeien na een vistitatie van de nieuwe populaire bachelor international studies aan de Haagse campus. De visitatiecommissie had aanmerkingen, vertelt Van Ree: ‘Er zat te weinig ontwikkeling in het niveau. Daar moest wat aan gedaan worden, en dan is een vaste groep personeel wel handig.’
Zo kregen tien docenten, of tutors zoals ze bij international studies heten, bij hoge uitzondering een extra verlenging van twee jaar aangeboden. Volgens universitair beleid krijgen docenten geen vaste contracten, omdat ze geen onderzoeker zijn (al doen veel docenten onderzoek in hun vrije tijd) - tot grote ergernis van het personeel dat hierover vorige zomer een brandbrief aan het college van bestuur schreef.
Hoe dan ook: geen vast contract
In dit geval besloot de faculteit gebruik te maken van een uitzonderingsregel in de CAO. Programmacoördinator Jaap Kamphuis mailde het goede nieuws in mei 2018 naar het team: ‘Normaal kan een tijdelijk contract niet voor langer dan twee jaar worden aangeboden, maar gezien de bijzondere omstandigheden waar International Studies zich in bevindt, waren we van mening dat er een uitzondering gemaakt moest worden.’
Maar, waarschuwt hij, een vast contract zit er hoe dan ook niet in: ‘Let wel op dat het niet mogelijk nog een verlenging te krijgen, dus gebruik deze tijd goed om uit te kijken naar ander werk.’
Een van deze tien docenten was Van Ree, die al twee keer een verlenging had gehad. Zijn derde contract liep tot augustus 2018. Deze speciale verlenging betekende dus een vierde contract, en dat is juridisch gezien een vaste aanstelling.
Daar was Kamphuis zich waarschijnlijk niet van bewust, want een paar weken later ontving Van Ree een mail: ‘Dat personeelszaken met me wilde praten.’
Draaideurconstructie
Daarmee begon een conflict waarover de rechter uiteindelijk uitspraak zal moeten doen. Van Ree stelt dat de universiteit alles in het werk stelde om hem maar geen vaste aanstelling te moeten geven, waaronder het voorstellen van een draaideurconstructie. In dit geval heeft de universiteit een ander trucje uitgehaald: in plaats van hem een extra verlenging te geven, veranderden ze de einddatum op zijn laatste contract, waardoor een verlenging van zes maanden opeens een contract van dertig maanden werd.
Even terug naar 2018, toen Van Ree per abuis een verlenging kreeg. In dat gesprek vertelde personeelszaken hem dat ‘dit niet de bedoeling was’. Om een vast contract te voorkomen, bood ze als oplossing aan dat de universiteit hem zes maanden via het universitaire uitzendbureau Jobmotion kon aannemen, vertelt Van Ree.
Dat is een draaideurconstructie waarvoor de universiteit een paar jaar later op de vingers zou worden getikt.
Van Ree vond indertijd dat daar in ieder geval iets tegenover mocht staan. ‘Het is een oplossing voor een probleem dat zij zelf hadden veroorzaakt. In eerder instantie dacht ik: hoe zit het dan met baanzekerheid? En pensioenopbouw? Maar ze zeiden dat als ik er niet in mee zou gaan, ze het voorstel in zouden trekken, en ik in ieder geval per augustus 2018 geen werk meer zou hebben. Ik vond het een dreigement, en dan heb je de verkeerde voor je. Ik weet wat mijn rechten zijn.’
Als argument voerde de universiteit aan dat Jaap Kamphuis, de programmacoördinator, helemaal niet bevoegd was om hem die verlenging aan te bieden.Van Ree: ‘Maar dan hadden we daar met zijn tienen moeten zitten, want hij heeft de andere contracten ook verlengd. Is dat dan wel rechtsgeldig?’
Tegenvoorstel
Daarnaast wees het faculteitsbestuur, in een mail aan de werknemers, Kamphuis aan als een van de contactpersonen over de verlenging. ‘Hij heeft mijn contracten jarenlang verlengd, en mij ook eens afgewezen voor een functie als skills trainer. Het was dus gerechtvaardigd om te denken dat hij bevoegd was’, zegt Van Ree.
‘We kunnen doen alsof de universiteit je vriend is, maar het is ook een werkgever. Ik moet ook op mijn rechten staan. Ik kwam met een tegenvoorstel: ik werk zes maanden bij Jobmotion, en als ik opnieuw word aangenomen doe ik een duaal traject, waarin ik zowel onderwijs kan geven als promoveren.’
Toen er nog een gesprek volgde, verwachtte Van Ree dat ze dit voorstel zouden bespreken. In plaats daarvan deelde personeelszaken mee dat er een heel andere oplossing was bedacht: ‘Ze hadden mijn verlenging van zes maanden ingetrokken, en een besluit uitgevaardigd waarbij de einddatum zou worden veranderd naar augustus 2020. Een contract van dertig maanden dus, in plaats van zes.’
Geen stampij maken
Van Ree kon bezwaar indienen, al beweert hij dat hij werd ontmoedigd dat te doen: ‘Want ik had toch werk, waarom zou ik bezwaar maken? En uit het eerste gesprek was het me volledig duidelijk dat als ik stampij zou maken, ik helemaal zonder werk zou zitten.’
Fast forward naar 2020, als hij een mail krijgt van de directeur van het Talencentrum, waar had samengewerkt: ‘Ik hoorde dat je weggaat, bedankt voor je werk’, vat Van Ree het bericht samen. ‘Out of the blue. Er was blijkbaar medegedeeld dat ik en zeven anderen zouden vertrekken.’
Hij legt de kwestie neer bij zijn leidinggevenden, Jaap Kamphuis en Giles Scott-Smith. ‘Ik heb gezegd dat ik het een verlenging vindt, en de enige reden dat ze dit op deze manier hebben gedaan is om te voorkomen dat ik een vaste aanstelling krijg.’
Er komt opnieuw een gesprek met personeelszaken, en na wat vertraging volgt hun standpunt: Van Ree heeft het contract getekend en geen bezwaar gemaakt, en dat maakt de beslissing rechtsgeldig.
Ontkenning
Dat is ook het verweer dat de universiteit aanvoert in reactie op de dagvaarding: ‘Er zijn uitvoerige gesprekken gevoerd met Van Ree in de maand juni 2018, zoals door hem zelf ook gesteld. Vervolgens is het herstelbesluit gevolgd waaraan een duidelijke bezwarenclausule is verbonden. Niets wijst erop dat de Universiteit Leiden Van Ree zou hebben afgeraden bezwaar aan te tekenen. De Universiteit Leiden ontkent dit ook nadrukkelijk.’
Op dit punt staan de twee partijen lijnrecht tegenover elkaar. De universiteit stelt dat ze in haar recht staat de einddatum van het contract te veranderen, terwijl Van Ree vindt dat de einddatum zodanig is veranderd dat er eigenlijk sprake is van een nieuw contract, en daarmee een vaste aanstelling.
Tot over zes maanden
Toch probeerde hij nog om tot een oplossing te komen. Hij komt terug op zijn eerdere voorstel: zes maanden weg, en dan een duaal promotietraject. ‘Geen rechtszaak, alleen maar voordelen. Ze zouden overleggen, maar ik kreeg zonder uitleg te horen dat het niet doorging en dat ze bij het eerdere besluit bleven. Toen heb ik nog een gesprek afgedwongen.’
Dat gesprek duurde tien minuten, en Van Ree vermoedt dat de universiteit geen oplossing zocht, maar tijd wilde rekken om een rechtszaak te ontlopen. ‘Ik had het gevoel dat ik aan het lijntje werd gehouden.’
In het gesprek herhaalt personeelszaken dat er geen ruimte is voor een vaste aanstelling. Van Ree: ‘Ze zei dat het zou kunnen dat ik over zes maanden en een dag weer in dienst kom. Daarna zei ze wel dat dit “hypothetisch” is. Ik zei dat ik snapte dat ze zich zo vaag uitdrukte. Dat is gewoon een draaideurconstructie.’
Thuis
Van Ree zit sinds augustus thuis. Hij krijgt nog steeds mailtjes van studenten, en ook van zijn opvolgers, die zijn werk moeten oppakken. Des te meer bewijs dat zijn baan structureel is, vindt hij. Als de rechter hem gelijk geeft, wil hij zijn gemiste salaris terugvorderen, en ook weer aan het werk.
‘Je moet niet hebben dat ze kunnen zeggen: “We vinden je wel goed, maar willen je geen vaste aanstelling geven, dus weet je, we veranderen de datum wel.”’
Hij vindt het vooral belangrijk dat er een gerechtelijke uitspraak komt in een zaak als deze. ‘Een hoop mensen durven niet naar de rechter. Het is niet leuk. Maar de universiteit moet ook een keer tot de orde geroepen worden.’
Voor dit artikel heeft Mare inzage gehad in processtukken, waaronder de contracten van Van Ree, de dagvaarding en e-mails. Het verweer van de universiteit dat in het stuk wordt geciteerd, komt uit de conclusie van antwoord, een processtuk waarin een gedaagde reageert op een dagvaarding.
De universiteit is daarnaast benaderd voor een reactie, maar geeft geen commentaar. 'De universiteit kan omwille van privacy niet ingaan op personele kwesties', zegt woordvoerder Caroline van Overbeeke. 'En zeker niet als de zaak nog onder de rechter is.'