Toen Tycho van der Hoog (26) een onderwerp zocht voor zijn scriptie van de onderzoeksmaster Afrikastudies, zei zijn begeleider: bier.
‘Ik dacht dat het een studentikoos grapje was’, lacht Van der Hoog, maar er bleken ‘hele bibliotheken over te zijn volgeschreven’. Dat merkte hij toen hij naar Namibië ging voor archief- en veldonderzoek. ‘Dit verhaal lag voor het oprapen. Ik liep in archieven waar geen hond komt, de stofwolken slaan je in het gezicht.’
Hij sprak met ‘sleutelfiguren uit de bierindustrie’, ploos archieven uit en ontdekte een duistere geschiedenis. ‘Namibia Breweries, de enige brouwerij in Namibië, is formeel opgericht in 1920, toen het land een mandaatgebied van Zuid-Afrika werd. Toen werd met de Volkenbond (voorganger van de VN, red.) de overeenkomst gesloten dat de zwarte bevolking geen bier mocht drinken of in bezit mocht hebben. Dat werd zelfs vastgelegd in de wet, die streng werd gehandhaafd door de blanke Afrikaners. Wie met bier betrapt werd, kreeg boetes of werd in de gevangenis gezet.’
Dat gebeurde regelmatig. ‘Bijna 58 procent van alle criminele zaken van de zwarte bevolking ging over alcohol. Illegaal drinken zorgde voor 89,4 procent van alle boetes.’ Bovendien had de wet tot gevolg dat zwarten illegaal gingen brouwen. Maar ook dat had de overheid in de gaten: in zes maanden tijd ontdekten de overheersers 352 illegale brouwplekken, die werden vernietigd.
Handhaven kostte veel tijd en mankracht en werd bovendien steeds ingewikkelder. ‘Er kwamen namelijk steeds meer interraciale huwelijken, dus het werd voor bierverkopers steeds moeilijker om te zien of iemand nu echt zwart was’, legt Van der Hoog uit. Daarnaast brouwde de zwarte bevolking haar illegale bier van de meest uiteenlopende producten, zoals gedroogde erwten. Maar dat was tegelijkertijd een veel geconsumeerd voedingsproduct. ‘Dus als een zwarte gedroogde erwten wilde kopen, werd de verkoper door de overheid opgedragen om te zeggen dat ze die niet meer op voorraad hadden. Dat was voor de winkeliers heel nadelig.’
In de jaren vijftig bedacht de overheid een tussenoplossing: in elk township kwam een zogenoemde beer hall waar zwarten zogeheten kaffir beer mochten drinken. ‘Extreem vernederend: het was heel waterig bier dat nergens naar smaakte.’ Daar kwam nog bij dat de opbrengsten naar de apartheidsstaat gingen. ‘Die mensen dronken zichzelf dus verder de apartheid in. Een heel zwartgallig idee.’
Pas in 1969 werd de wet opgeheven. ‘Dat was een radicale verandering. Uit het niets zijn toen tal van provisorische barretjes opgedoken, shebeens, extreem houtje touwtje met golfplaten daken. Daar wordt nu nog steeds bier gedronken.’
In 1990 werd Namibië onafhankelijk van Zuid-Afrika. ‘Intussen is de industrie uitgegroeid tot de belangrijkste van het land’, weet Van der Hoog. ‘Bier is een bron van trots voor de Namibiërs. Het wint jaarlijks gouden medailles op wedstrijden waarbij ze vaak hoger scoren dan Duitse brouwers. Namibië is een echt bierland geworden.’
Tycho van der Hoog
Breweries, Politics and Identity: The History Behind Namibian Beer
Presentatie: 14 november, 16:00 uur bij het Afrika-Studiecentrum (FSW)
Toegang gratis, maar wel aanmelden. Incl. Namibisch bier.