(Lees hier deel één: verziekte verhoudingen vanwege een tram)
Je verscheurde de uitslag
hebt m’n stemmen verbrand
In mijn hart moet ik huilen
Nee, geen tram naar het strand
Het is 8 maart 2008. Op het plein voor het Leidse stadhuis staat een man met een soundmachine een zelfbedacht protestlied te zingen op de wijze van Koos Alberts’ smartlap Ik verscheurde je foto.
Het is Paul van Meenen, fractievoorzitter van D66 en fel tegenstander van de RijnGouweLijn, een tramverbinding die Gouda en Leiden met elkaar moet gaan verbinden en zal doorlopen tot Katwijk aan Zee.
Je verscheurde de uitslag
maar ik protesteer nog steeds
Want je weet dat ik dit nooit meer vergeet
Stem kwijt
Van Meenen is woest. Hoewel bijna zeventig procent van de Leidenaren bij een bindend referendum heeft tegengestemd, lijkt de RGL er namelijk toch te gaan komen. Om dat extra te onderstrepen zegt hij na het laatste refrein: ‘Ik stop nu even met zingen, anders raak ik mijn stem kwijt. De uwe bent u al kwijt.’
Zitten de stads- en universiteitsbesturen bij elkaar op schoot? Gaat de gemeenteraad door de knieën als de academie met een enkeltje Den Haag wappert? Moet alles wijken voor de groei van de universiteit, over de ruggen van gewone Leidenaren? Of zijn het de Leidenaren zelf, die de ontwikkeling van de stad in de weg zitten? Heeft Leiden wel een baas, en wie is dat dan?
Aan de hand van de grootste hoofdpijndossiers onderzoekt Mare de komende tijd de relatie tussen de gemeente, de universiteit en de bewoners van Leiden in een reeks artikelen. Lees ook het eerste deel over de RijnGouweLijn: ‘Verziekte verhoudingen vanwege een tram’
Zijn strijd is opvallend, want uitgerekend zijn eigen partij heeft een paar jaar eerder de plannen door de gemeenteraad gesleept. Maar de manier van besturen deugde nu eenmaal niet, zegt Van Meenen, in zijn kantoor in het gebouw van de Tweede Kamer. Twaalf jaar later is de affaire inderdaad nog steeds niet vergeten. Inmiddels is hij wel opgeklommen van gemeenteraadslid tot parlementariër.
‘Het stadhuis was veel te veel met zichzelf bezig’, zegt hij. ‘Er werd zelden tot nooit een punt van gemaakt wat de stad eigenlijk wilde. De PvdA was altijd de grootste, en had de traditie een paar partijen erbij te halen voor een meerderheid. Dan werd er zo’n telefoonboek geschreven met afspraken voor de komende vier jaar. En dat was het dan. Tot de volgende verkiezingen was er geen enkele ruimte meer voor de raad, voor de oppositie en voor de burgers. Totaal niet.’
Stad kapotgemaakt
‘D66 sloeg als een blad van een boom om’, zegt emeritus hoogleraar kwantitatieve wetenschapsstudies Ton van Raan, die namens de universiteit voor de RGL lobbyde.
‘Na het vertrek van Alexander Pechtold, werd Paul van Meenen fanatiek tegenstander. Ik heb met hem veel, nou ja, gediscussieerd, zal ik maar zeggen. Ik ben altijd heel direct tegen hem geweest: “Je hebt de stad kapotgemaakt.” En dat meen ik nog steeds. Hij heeft schade toegebracht: Leiden was er enorm op vooruit gegaan als die tram er was gekomen.’
Van Raan herhaalt het mantra dat alle bestuurders over de relatie tussen gemeente, bevolking en universiteit voortdurend laten echoën: ‘Wat goed is voor de stad, is goed voor de universiteit, en andersom.’
Hij legt uit: ‘Leiden is een goede universiteit, maar niet de enige in Europa. Als je topmensen wil aantrekken, dan is voor die groep studenten en onderzoekers de kwaliteit van de universiteit niet meer zo relevant, want ze zijn allemaal goed. Dan wordt de kwaliteit van de stad doorslaggevend.’
Verslonsde vrouw
Voor de eeuwwisseling was Leiden ‘volkomen in verval geraakt’, zegt hij. ‘Dat heeft ook effect op de bevolking, en dat werkt weer door bij zoiets als de RijnGouweLijn. Ik heb weleens gezegd: Leiden is als een mooie vrouw, die zichzelf heeft laten verslonzen. Dat moest maar eens een keer veranderen.’
Mede door de universiteit is er veel meer leven in de brouwerij gekomen, betoogt hij: meer winkels, horeca, evenementen. ‘Leiden was onzichtbaar als congresstad. Er waren nauwelijks hotels. Nu hebben we een Hilton.’
Maar niet iedereen ziet dat zitten, zucht Van Raan. ‘De Leidenaar…’, hij denkt even na. ‘De Leidenaar is conservatief geworden, bekrompen. Ik ben heel blij dat er nu veel jonge mensen, expats en studenten, de stad instromen om de bevolking te veranderen. We moeten nieuwe mensen hebben, die moeten de stad opbouwen. We moeten het niet hebben van de oude Leidenaren.’
En toch was het verzet tegen de RGL heel beperkt, zegt Van Meenen: ‘Niemand geloofde echt dat het kon worden tegengehouden: zowel de universiteit als de ondernemers. Wij waren een partijtje met twee zetels, en ik stond daar een liedje te zingen op het Stadhuisplein met protestborden. Dat nam men totaal niet serieus. Ook op provinciaal niveau werd ik uitgenodigd door de gedeputeerde, maar die dacht ook: dit is allemaal al besloten.
‘Mijn stelling was: zolang de sleuven in de Breestraat nog niet zijn gegraven, is ‘ie er nog niet. En ik vond dat om democratische redenen, maar ik was ook tot het inzicht gekomen dat het gewoon een heel slecht plan was. Er waren tal van onderzoeken die lieten zien dat het kwetsbaar was, een slecht systeem, en schadelijk. Er waren betere oplossingen.’
Flapdrollen
‘Ze wilden enkel stemmen winnen’, reageert Van Raan. ‘Je kan als partij niet een paar jaar eerder een comfortabele rails toejuichen als het mooiste wat de stad kan overkomen, en dan een paar jaar later tegen zijn. Dat is wel heel onstandvastig. Flapdrollenwerk, sorry hoor. Ik stem nooit meer op D66, maar ik heb niet meer zo vaak te stemmen.’
De strijd tegen de RGL werpt zijn vruchten af voor Van Meenen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 wordt D66 de grootste partij. De fractievoorzitter rekent meteen af met het volgens hem gebruikelijke ‘telefoonboek’ aan coalitieafspraken. ‘We schreven onze plannen op een A4’tje, en het eerste punt was: stoppen met de medewerking aan de RGL. Dat hebben we ook gedaan.’
Ongelofelijk annoying
Dat valt slecht bij andere partijen: de provincie, omliggende gemeenten, en vooral: de universiteit. Om het gebied rond het Bio Science Park beter te ontsluiten had het universiteitsbestuur in de beginfase al besloten vijfenhalf miljoen bij te dragen.
‘Dat vinden wij ongelofelijk annoying’, zegt rector Paul van der Heijden in Mare. ‘Als een gemeente afspraken maakt met externe partijen heb je je daar gewoon aan te houden – net zoals dat voor ons geldt. Op de komst van de RGL zijn allerlei beslissingen gebaseerd. Op basis van die lijn zijn miljoenen euro’s subsidie toegezegd. Dat staat nu op losse schroeven. Zo kun je natuurlijk niet werken.’
Daarom dreigt Van der Heijden met een rechtszaak. De universiteit wil ‘de RGL desnoods juridisch afdwingen’, zegt hij. ‘We hebben bestuursafspraken gemaakt met het vorige college en zullen alle middelen, inclusief alle juridische middelen, gebruiken om de gemeente aan zijn woord te houden.’
En de verkiezingsuitslag dan? ‘Dat D66 een verkiezingsoverwinning heeft behaald, en beloofd heeft de lijn tegen te houden, dat zegt me niet zoveel’, aldus de rector. ‘Misschien hebben die kiezers wel gestemd om Pechtold te steunen, zoals dat ook in andere gemeenten gebeurde waar er geen RGL-discussie speelde.’
Ook de provincie dreigt met zware juridische procedures waarmee ze de gemeente volledig buitenspel zouden kunnen zetten. ‘Heel daadkrachtig’, vindt Van Raan.
De universiteit zocht steun bij de provincie, beaamt Willem te Beest, destijds lid van het college van bestuur. ‘En dat hebben we ook gekregen. We hadden toegezegd bij te dragen aan de RGL. Als die er niet komt, doen we dat natuurlijk niet. De provincie begreep ons standpunt en ging dat overdragen aan de gemeente.’
Op het matje geroepen
Te Beest, met gevoel voor understatement: ‘De relatie werd er in ieder geval niet beter op. Maar de gemeente en de universiteit moeten samen door, wat er ook gebeurt, dus wat je doet, is die verhouding zo goed mogelijk proberen te houden. Niemand is de baas, want je hebt elkaar nodig. De grond is dan wel van de universiteit, maar de gemeente bepaalt wat ermee gebeurt. En die heeft ook weer te maken met de provincie.’
Toch werd Van Meenen wel degelijk door de universiteit op het matje geroepen, zegt hij. ‘Niet zozeer persoonlijk - het zijn professionele mensen, maar ik ben meerdere keren door het universiteitsbestuur ter verantwoording geroepen. Mij is uitgelegd dat ik de belangen van de stad niet aan het dienen was. Dan werd ik uitgenodigd op het Rapenburg, of je kwam mensen informeel ergens tegen, en dan kreeg je dat te horen. Ik word daar niet warm of koud van.’
Een onderzoek van de Commissie Staal, onder leiding van oud-senator én D66’er Boele Staal geeft de universiteit gelijk. Volgens Staal voert het stadsbestuur een verloren strijd: het verzet tegen de RGL heeft juridisch geen schijn van kans.
‘Dat weet ik nog goed’, zegt Van Meenen: ‘Maar wij zeiden: nee, we gaan door - met het oog op de provinciale verkiezingen, het jaar erna.’
Dreigementen
Dat bleek een goede inschatting te zijn. In 2011 treedt er namelijk een nieuw provinciaal bestuur aan. Zes jaar nadat Pechtold de plannen door de gemeenteraad kreeg, en een berucht referendum, opgestapte wethouders, een gevallen college, een paar verkiezingen en een hoop dreigementen later, wordt het hele project alsnog definitief afgeblazen. De provincie besluit dat het inmiddels veel te veel geld gaat kosten, en blaast de boel af.
Van Raan: ‘De universiteit kreeg meestal inhoudelijk gelijk, zeker bij de provincie. Ik kon wel mooie verhalen vertellen, en ze zaten met tranen te luisteren. Aan de ene kant waren ze blij, en aan de andere kant zaten ze in hun broekzak centjes te tellen.’
De provincie kijkt naar alternatieven, waaronder snelle busverbindingen, zoals nummer 400 die naar Zoetermeer pendelt, onder de naam HOV – hoogwaardig openbaar vervoer.
‘Toen de provincie draaide, hebben ze nog geprobeerd de snelbusverbinding – die niet zoveel sneller is dan de gewone bus – RijnGouweLijn te noemen, zodat we alsnog zouden bijdragen. Daar stonken we niet in, natuurlijk’, zegt Te Beest.
‘Het was fijn geweest als die tram er was gekomen. Maar een rechtszaak… zo ga je als partners niet met elkaar om. Het kan best zijn dat er dreigementen zijn geuit, zonder de intentie die rechtszaken ook echt te voeren. Een vonnis heeft een winnaar en een verliezer, en dat is in een lange relatie nooit goed. Het is als een huwelijk: op het moment dat je voor de rechter staat, is het eigenlijk al verloren.’
In de volgende aflevering: vanwege de te bouwen humanities campus dreigt de sloop voor 58 sociale huurwoningen. Deze reeks verhalen werd mogelijk gemaakt door het Leids Mediafonds.