‘Lang studeren is heel verrijkend’
Laetitia Sprij (25) begon in 2018 met geschiedenis, maar werd ook toegelaten tot het conservatorium. Nu werkt ze aan een carrière als mezzosopraan opera-zangeres. ‘Met één studie was alles veel makkelijker geweest.’
‘Mijn eerste jaar begon niet lekker. Mijn pake, mijn opa, was terminaal ziek en ik moest meteen ieder weekend naar Friesland. Ik vond geschiedenis in het begin erg saai, maar haalde alles. Later, toen ik meer vrijheid kreeg eigen onderwerpen te kiezen, werd het leuker. Daarnaast volgde ik de minor Practicum Musicae aan het conservatorium in Den Haag.
‘Mijn ouders zijn pianisten. Mijn oma zong opera en gaf zangles. Ik had vanaf jonge leeftijd les. Daar deed ik niet veel voor, maar het ging altijd prima. Toen ik doorkreeg welk talent ik had, dacht ik: hoe ver kan ik gaan?
‘In mijn tweede studiejaar vormde ik een zangduo en ging ik meer optreden. Mijn techniek verbeterde, ik kreeg een nieuwe docent en begon het steeds leuker te vinden. Opeens ging alles als een speer en zeiden docenten zelfs: jij moet gewoon naar het conservatorium. Zo’n kans krijgen maar weinig mensen, het is echt een once in a lifetime opportunity. Het is topsport: over vijf jaar zou ik te oud zijn. Het was nu of nooit.
‘Ik heb toch nog een jaar gewacht, zodat ik nog meer geschiedenisvakken kon afmaken. In mijn derde jaar – tijdens corona – heb ik een fout gemaakt. Ik ben de minor educatie gaan doen. Dat was extreem zwaar. Ik gaf twee dagen les op een middelbare school, roeide selectie - dat deed ik er al die jaren nog naast - en moest me voorbereiden op de toelating van het conservatorium. Lesgeven was mijn back-upplan. Achteraf heb ik mijzelf te veel druk opgelegd. Toen heb ik mijn scriptie moeten uitstellen.'
‘Eenmaal op het conservatorium had ik veel contacturen, alsof ik weer terug was op de middelbare school. Je moet daarnaast veel studeren, dat is gewoon heel zwaar. En ik moest dus nog steeds mijn scriptie schrijven. Na een halfjaar heb ik die maar terug in de lade gestopt. Nu, na bijna drie jaar, is die eindelijk klaar.
‘Misschien heb ik mij te veel laten afleiden door mijn hobby’s. Ik roeide bij Njord, coachte, speelde dwarsfluit in een orkest en gaf ook nog les in catamaran zeilen. Ik heb mijn hele studententijd vijf à zes keer per week geroeid. Je kan een training niet zomaar afzeggen, je moet het doen voor de ploeg. Die discipline heb ik meegenomen naar het conservatorium. Als je iets graag wilt, moet je daar elke dag voor trainen. Het orkest was een herinnering dat het ook gewoon heel leuk is om met vrienden muziek te maken en dat te delen met anderen. Op het conservatorium is de druk soms zo hoog, dat je dat vergeet, terwijl het de kern is van musicus zijn.
‘Zonder die tweede studie was alles waarschijnlijk veel makkelijker geweest, dan had ik inmiddels een researchmaster voltooid. Maar nu is mijn leven heel rijk, ik ben echt een kunstenaar en artiest. Het is heel gaaf om fysiek in staat te zijn om zo te kunnen zingen. Het geeft een euforisch gevoel en adrenalinekick om op een podium te staan en je publiek te betoveren.
‘Het conservatorium is niet voor iedereen weggelegd en je komt daarna in een harde wereld terecht. Ik ben blij dat ik nog altijd mijn geschiedenisdiploma heb om op terug te vallen. Als er een langstudeerboete was geweest, had ik een rekensommetje moeten maken of het betaalbaar zou zijn. Maar lang studeren is heel verrijkend, het is zonde als die mogelijkheden worden ingeperkt. Ik ga nooit in mijn leven spijt hebben dat ik iets niet heb gedaan.’
‘Het is cru dat je al op je achttiende moet kiezen’
Camiel Kluizenaar (24) begon met de bachelor Recht en Economie. In het eerste halfjaar haalde hij maar vijf studiepunten. In september start hij met het vijfde jaar van de bachelor geschiedenis. ‘In de lockdown verloor ik al mijn motivatie. Het waren mijn vier muren en ik.’
‘Ja, god, waarom ben ik nou eigenlijk uitgelopen? Ik ben bijna zesdejaarsstudent, dat is al een confrontatie op zich. Maar het is echt een hele rits aan factoren: het niet begrijpen hoe je persoonlijk werkt, wat jouw brein doet tikken en tot twee jaar toe een verkeerde studiekeuze maken.
‘Ik ben een her-gediagnosticeerde ADHD’er. Op mijn zesde ben ik al in dat traject beland en meteen kreeg ik ritalin voorgeschreven. Toen hebben mijn ouders heel snel aan de noodrem getrokken door te zeggen: “Wacht even, we gaan ons kind niet meteen speed voeren.” Ik ben ze daar heel dankbaar voor.
‘Daarna is het een beetje in de vergetelheid geraakt. Rechten klonk als een veilige keuze. Ik heb mij laten beïnvloeden door mijn broers, die het allebei studeerden. Ik vond het een grappige gedachte: we hebben drie zonen in de familie, allemaal advocaat. Maar ik ging studeren met totaal geen schooldiscipline. In mijn eerste jaar liep ik daar heel erg tegenaan en besloot: dit gaat hem niet worden. Ik heb toen een halfjaar in de horeca en in een fietsenwinkel gewerkt.
‘Toen ik met geschiedenis begon, had ik het gevoel dat ik bezig was met dingen die ik echt heel interessant vond. Maar toen kwam de lockdown. Ik ben daardoor echt al mijn motivatie verloren. Je hebt geen afwisseling meer om je heen: het is jij en je vier muren. Bij gebrek aan prikkels ga je de hele tijd op zoek naar prikkels. Die ga je dan niet vinden in je studieboeken.’
‘Als ADHD’er heb je veel te hoge verwachtingen van jezelf. Je bent geneigd dingen groter te maken in je hoofd en kan slecht omgaan met tegenslagen en frustraties. Dat heeft, achteraf gezien, mij meer dan een jaar depressie opgeleverd. Daar heb ik hulp voor gekregen; ik zit nu ook lekker aan de medicijnen. Dat helpt echt enorm.
‘Het studentenleven is een bijzonder hectische tijd. Die wereld is veel groter dan alleen maar een papiertje halen. Zelfontplooiing hoort er ook bij. In mijn eerste jaar ben ik lid geworden bij Njord. De sociale ontwikkeling daar was heel waardevol: je hebt opeens tweehonderdtachtig mensen in jouw jaar met wie je elke week borrelt. Je staat de hele tijd alleen maar te vlinderen.
‘De gitaar is ook een stukje zelfontplooiing. Na een dag studeren ben ik soms twee uur achter elkaar aan het spelen. Ik heb periodes gehad dat ik er dag in, dag uit mee bezig was. Gewoon weer, ADHD, ik ga op een prikkel af. Let’s go!
‘Afgelopen halfjaar deed ik de educatieve minor, verschrikkelijk zwaar, maar tegelijkertijd ook ontzettend leuk. Dat was heel waardevol. Nu weet ik dat ik de master wil doen.
‘Het is cru dat je al op je achttiende je studiekeuze moet bepalen, terwijl je nog niet eens goed bent doorontwikkeld. Een langstudeerboete schiet daarom zijn doel voorbij. Het werkt nog meer in de hand dat je een veilige en stabiele optie kiest, in plaats van een risicovollere opleiding die beter bij je past. Studenten zullen worden gedwongen hun sociale en emotionele ontwikkeling drie jaar lang aan de kant te schuiven en als een academische robot boven hun boeken te hangen.’
‘Ik dacht altijd dat ik dom was’
Myrthe (25) ging in 2017 psychologie studeren. Na vier bachelor- en drie masterjaren hoopt zij deze zomer af te studeren. ‘Door mijn bestuursjaar weet ik dat ik juist heel veel kan.’
‘Ik heb altijd hard gewerkt en veel geleerd. Zo begon ik ook met mijn bachelor. Maar al snel kwam ik heel erg in de knoop met mijzelf. Ik heb bij een psycholoog gelopen vanwege een angststoornis. Ik zat in een heel slechte relatie. Ik kon het allemaal niet meer aan. Het heeft een jaar gekost om alle stress bij mijzelf weg te kunnen nemen.
‘Eigenlijk vind ik één jaar uitloop best redelijk, zeker als je er nog dyslexie, taalontwikkelingsstoornis, ADHD en de pandemie bij optelt. Veel mensen begrijpen ADHD niet en zeggen: “Je moet gewoon beter focussen.” Ik heb medicatie, maar ik ben dan niet opeens “normaal”. Het helpt, maar het lost het niet op.
‘Toen ik mij ging oriënteren op masters zeiden ze in Leiden tegen mij: “We moeten de master éénjarig maken, maar niemand haalt dat.” Als je er dan nog iets naast wilt doen, zit je automatisch al op twee uitloopjaren. Ik ging een bestuursjaar doen, mijn begeleider kreeg een burn-out en degene met wie ik samen aan een scriptie werkte deed er langer over. Dit resulteerde erin dat ik nu mijn scriptie nog moet afmaken.
‘Binnen mijn bestuur had ik twee functies, wat best veel is. Het jaar daarvoor deed ik een hele zware master en was ik ook nog deel van een grote commissie. Dit heeft er mede voor gezorgd dat ik in een burn-out belandde die in mijn bestuursjaar volledig escaleerde.
‘En toch zou ik het weer doen. Ik heb toen een introductieweek georganiseerd. Je bent niet alleen bezig met iets draaiende houden, maar je organiseert veel evenementen en alles wat daarbij komt kijken. Ik heb daar echt mijn plekje gevonden, mijn thuis.'
‘Ik dacht vroeger altijd dat ik dom was. Mijn bestuursjaar heeft mij laten zien dat ik juist heel veel kan. Ik heb er ontzettend veel geleerd en ik weet nu wat ik wil in mijn leven en waar ik goed in ben. Het zijn vaardigheden die er gewoon niet uitkomen bij een studie. Mensen in mijn omgeving die zijn afgestudeerd, vallen een beetje in een gat omdat ze niet weten wat zij willen. Ik weet dat nu juist heel goed: marketing en design, daar wil ik verder mee. Zonder mijn bestuursjaar, had ik die kant niet op gekund.’
‘Studeren is amazing, maar het duurt ook lang, het is nooit af. Mijn depressieve periodes worden beter als ik bijvoorbeeld een commissie erbij doe. Dan werk je aan iets concreets en dat geeft je een doel. Nu doe ik ook een commissie: ik organiseer een festival.’
‘In het begin werkte ik veel naast mijn studie, maar daardoor gingen mijn cijfers naar beneden. Ik heb daardoor niet altijd maximaal hoeven lenen, maar vaak ontkwam ik er gewoon niet aan. Ik leefde heel zuinig, ik weet nog de periode dat je voor minder dan twee euro een hele dag kon eten. Tot mijn 21e dronk ik ook geen alcohol, dus daaraan ging het geld ook niet op. Huur en studieboeken waren wel ontzettend duur. Ik heb inmiddels een studieschuld van 80.000 euro, dus ik ben op zoek naar een sugardaddy. Ik maak mijzelf niet zo druk om die schuld, maar die mentaliteit heb ik echt moeten creëren.
‘Mijn ouders maken zich wel heel erg zorgen. Zij proberen mij te ondersteunen, maar ik ben niet de enige thuis. Eén van mijn ouders is ook vrij ziek en kan nu niet werken. Zij hebben uitspraken gedaan die erg pijnlijk zijn, zoals: “Wij moeten maar eerder overlijden, dan kunnen jullie je studieschuld afbetalen.” Hoewel het een grap was, raakt het mij veel meer dan de financiële schuld.’
‘Als je niet meteen goed kiest, word je gestraft’
Robbert (32) startte in 2016 met bestuurskunde. Na zijn propedeuse begon aan geschiedenis. Inmiddels doet hij politicologie waarvoor hij alleen nog een scriptie moet schrijven. ‘Je moet proberen om je zo breed mogelijk te ontwikkelen.’
‘Café Van der Werff is waar mijn studentenleven begon. Bij de introductieweken van Leiden kwam ik een leuk meisje tegen en hier heb ik mijn eerste date gehad. Het leek mij een leuke plek voor dit interview, nu is de cirkel weer rond.
‘Na de middelbare school was ik zoekende. Ik ben toen eerst een tijdje werkzaam geweest bij een financiële instelling voordat ik ging studeren. Dat heeft het lastiger gemaakt om daarna mijn studie weer op te pakken. Vanwege het leenstelsel moet ik alles terugbetalen, met rente. Ik heb ook geen recht op compensatie omdat ze al die jaren meerekenen, dat wist ik in het begin ook niet. Het is een knelpunt in ons onderwijssysteem: als je niet gelijk de goede keuze maakt, word je gestraft. Je mist een soort menselijkheid, dat er rekening wordt gehouden met persoonlijke omstandigheden.
‘Bij bestuurskunde schrijf je alleen maar beleidsstukken, heel cru gezegd. Daar heb ik geen behoefte aan. En alhoewel ik geschiedenis erg leuk vind, is het heel moeilijk om bij werkgevers aan te geven wat je nu precies kan als je dat hebt gestudeerd Bij politicologie ontwikkel je een bepaalde visie op de maatschappij.
‘De primaire reden dat ik uitliep was de coronapandemie. Je mist het sociaal contact, je zit de hele dag achter je scherm. Het is heel moeilijk om de hele dag in de boeken te zitten zonder uitlaatklep. Je merkt ook dat de colleges niet effectief zijn. Het besmettingsgevaar was groot. Ik woonde in een studio in een studentenflat, maar studenten zijn nogal makkelijk wat betreft hygiëne. Mijn ouders hadden een kamer voor mij beschikbaar en daar ben ik niet meer weggegaan. Het was gemak, je hebt ook gewoon drie maaltijden per dag, een soort luxe.'
‘In de academische wereld mis ik soms een soort gemeenschapszin, een soort broederschap. De pandemie heeft dat versterkt. Ik moest twee jaar, koste wat kost, voorkomen dat ik besmet raakte. Dat heeft mij gehinderd om bijvoorbeeld een bestuursfunctie uit te oefenen.
‘In het najaar hoop ik mijn scriptie in te leveren. Er zijn juridisch bindende nakijk- en inlevermomenten waarvan niet kan worden afgeweken. Dat zorgt ook voor wat studievertraging. Daarnaast heb ik ook commissiewerk gedaan bij de golfclub. Golfen is goed voor mijn netwerk, je komt daar iedereen tegen. Ik heb ook een paar cursussen gevolgd waaronder academisch schrijven en een cursus bij Clingendael over internationale betrekkingen.
‘Door de langstudeerboete wordt studeren een soort ratrace. Dan kun je alleen je studie doen en niks erbij: geen bestuursjaar, geen cursussen. Mijn filosofie is dat je moet proberen om je zo breed mogelijk te ontwikkelen. Je wilt de praktijk met de theorie combineren. Daarom ben ik naast mijn studie bij een andere financiële instelling blijven werken.
‘Over mijn ambities kan ik nog niks concreets zeggen. Ik ga gewoon mee met de grote beweging van het leven. Hoewel ik nog niet actief ben bij een politieke partij, sluit ik een politieke carrière niet uit. Maar ik vind dat ik mij nog beter ideologisch moet ontwikkelen en wil meer investeren in een relevante maatschappelijke carrière. Ik vind het belangrijk dat je ervaring opdoet zodat je wat kan bijdragen aan de Staten-Generaal. Ik vind het prettig om bijvoorbeeld eerst werkzaam te zijn geweest in het bedrijfsleven. Maar eerst maar eens zien hoe het met mijn bachelorscriptie loopt.’
De langstudeerboete is terug van weggeweest. Die maatregel werd in 2011 al ingevoerd, maar een jaar later met terugwerkende kracht ook direct weer afgeschaft. De boete had destijds wel effect: er waren meer studenten die afstudeerden, alleen betekende dit vermoedelijk ook dat er meer studenten stopten met hun studie.
De boete bedraagt 3000 euro extra bovenop het collegegeld per jaar dat je ‘te’ lang studeert. Dit geldt als je meer dan één jaar uitloopt, per studie. Als je een master gaat doen, mag je dus wel nog een jaar extra uitlopen.
In de situatie van 2011 vielen stages, buitenlandervaring, bestuursjaren en schakelprogramma’s (zoals een pre-master) allemaal in dat ene uitloopjaar. Ook voor deeltijders of studenten die twee opleidingen volgen, werd toen geen uitzondering gemaakt.
De langstudeerboete zal naar verwachting ingaan vanaf het collegejaar 2026-2027. Hoe de regeling er dit keer precies uit zal zien, is nog onduidelijk. Pieter Omtzigt (NSC) zei in het Kamerdebat over het Hoofdlijnenakkoord dat er ‘nauwkeurig naar uitzonderingen moet worden gekeken’.