Wat houdt je werk in?
‘Ik werk in de Leidse Schouwburg en de Stadsgehoorzaal. Tijdens voorstellingen hebben we verschillende functies: bij de garderobe of de bar staan, kaartjes scannen, mensen naar hun plaats wijzen. Tussendoor ruimen we op en zetten we drankjes klaar. Bij feesten sta je met zijn allen achter de bar. Dat is heel hard werken en tot laat in de nacht, maar heel gezellig.’
Waarom wilde je hier werken?
‘Mijn moeder werkte vroeger in een theater en vertelt daarover vaak leuke verhalen. Een dispuutsgenootje van me werkte hier al, dus dat was een makkelijke ingang.
‘Mijn collega’s zijn echt heel leuke mensen. Met uitroeptekens! Heel veel collega’s zijn vriendinnen geworden. We zien elkaar veel buiten werk, en gaan elk jaar met z’n veertigen naar het horecavoetbaltoernooi. Een paar om te voetballen en de rest gaat de hele dag, ja, zuipen.’
Had je baan nog meer verrassingen?
‘Toen ik voor het eerst werd ingeroosterd voor een feest stond er als begintijd half zeven. Maar de eindtijd was zes uur ‘s ochtends. Ik had twee feesten achter elkaar, dus ik dacht: dat kan niet, dan werk ik bijna 24 uur in een weekend. Maar dat was dus wel zo. En als je eenmaal bezig bent, vliegen de uren voorbij.
‘Daarna drinken we altijd met z’n allen nog wat en eten we pizza. Ik ben wel eens om kwart voor negen ’s ochtends vertrokken.’
‘Bij de klassieke voorstellingen komen meestal oudere mensen, wat chiquer, formeler. Cabaretiers trekken weer heel ander publiek. We hadden een volkszanger die per se in de Schouwburg wilde, en niet in de Stadsgehoorzaal waar de stoelen uit de zaal kunnen, zodat je kunt dansen. Het zat vol enthousiaste – met alle respect – wat volksere mensen die allemaal flessen wijn en Bacardi-cola’s bleven bestellen terwijl we helemaal geen glazen meer hadden. Toen moesten we die tijdens het concert uit de Stadsgehoorzaal gaan halen. Iedereen hing over die stoelen en over het balkon. Het was echt cha-os. Zulke diensten blijven je bij.’
Zijn er ook vervelende bezoekers?
‘99 procent is leuk, maar er zit er een paar tussen van wie je denkt: waar ben jij opgevoed? Er zijn feesten geweest waar we zijn uitgescholden, of met vechtpartijen waarna de bloedspetters op de kamerschermen zitten.
‘Op een feest waar van die jongere, een beetje macho, gasten op afkomen was ik de koolzuurfles van de tap aan het verwisselen. Toen stond er opeens een jongen naast me die zei: “Ga maar even aan de kant. Ik doe het wel, want vrouwen kunnen niet tappen.” Toen dacht ik echt: WAT?! Dat was bizar. Niet echt je standaard theatergangers.
‘Er is veel beveiliging bij feesten en een zero-tolerancebeleid. Wie iets vervelends doet, wordt er meteen uitgezet. En over sommige feesten hebben wij zo geklaagd dat ze hier niet meer worden gehouden. Dat is fijn: daar wordt echt rekening mee gehouden.
‘Gelukkig zijn de meeste bezoekers hartstikke aardig. Laatst had een mevrouw, een vaste gast, een doosje Merci’tjes gegeven aan degene die bij de garderobe stond, en gezegd dat die het wel met al haar collega’s moest delen. Toen kwam ze achteraf aan ons allemaal vragen of we wel een chocolaatje hadden gehad. Echt superlief.’