Als er één woord is dat ik niet meer kan horen, is het wel het woord pechgeneratie. Als ik het internet mag geloven, staan de laatste acht jaar van mijn leven al in het teken van pech.
Het feest begon toen ik in 2 havo zat: men besloot het eindexamen wiskunde weer te verplichten en de leeftijd waarop alcohol gedronken mag worden te verhogen van 16 naar 18. Alles leek nog te overzien, maar helaas was het pas, zoals Mark Rutte dat zo mooi kan zeggen, het einde van het begin.
Een paar jaar voordat ik ging studeren werd de basisbeurs afgeschaft. Aan het begin leek dat niet zo heel erg, aangezien werd beloofd dat het bespaarde geld geïnvesteerd zou worden in verbetering van het onderwijs. Helaas bleek niets minder waar: in het onderwijs was toch niet goed genoeg geïnvesteerd, concludeerde men na een paar jaar.
Fatsoenlijke compensatie krijgen we echter niet, en van de studievoucher die ons nu lijkt toe te komen kan nog geen jaar collegegeld worden betaald – óók niet voor de net aangekondigde verhoging.
Tegelijkertijd zijn complete bachelors omgegooid naar (steenkolen-)Engels om meer internationals aan te trekken, worden studies met het jaar massaler, is de begeleiding steeds minder persoonlijk en wordt de tijd om je studie af te ronden steeds korter. Eisen voor masters, traineeships en startersfuncties worden alleen maar strenger en als je zessen en zevens hebt gehaald zonder relevante praktijkervaring, bestuursjaren, commissies, stages en/of buitenlandervaring kan je al helemaal fluiten naar een leuke baan.
In 2022 studeren is een beetje als zo snel mogelijk door een paar hoepels springen en heel erg hopen dat je niet op je bek gaat. En oja, alle hoepels staan in de fik. En oja, jij staat ook in de fik. En oja, iemand heeft je net heel hard met een koevoet op je schenen geslagen.
En de trein dendert maar door en door: ineens telt ook onze studieschuld mee voor de hoogte van een eventuele hypotheek en is het voor vrijwel iedereen zonder jubelton zo goed als onmogelijk een huis te vinden. Van 800 euro per maand voor 10 vierkante meter in onze hoofdstad kijkt niemand meer op en de inflatie blijft maar stijgen terwijl je als 21-jarige in de horeca nog steeds niet meer dan zo’n 11 euro per uur verdient.
In het licht van dit alles, wat betekent pech dan nog?
Waarom noemen we actieve politieke keuzes pech?
Pech is naar je trein rennen en hem net missen. Pech is kaartjes willen kopen voor een concert en net te laat zijn. Pech is een was willen draaien en je huisgenoot op de startknop van de machine zien drukken als jij met je volle mand het washok in loopt.
Overheidsbeleid is geen pech. Actieve keuzes die keer op keer resulteren in het benadelen en/of vergeten van een specifieke groep is géén pech.
Inzendingen voor een nieuwe term (beflikkerd? besodemieterd? belazerd?) ontvang ik met open armen, maar laten we tot die tijd alsjeblieft stoppen met dat belachelijke P-woord.
Maia de Quay is student rechten