Voor alles altijd bang geweest, zag ik ertegen op om in mijn eentje naar de UB te gaan. U weet wel, dat gebouw dat tegenwoordig geloof ik de LUL heet.
En hoewel een hele dag alleen studeren niet zo eng en vreselijk is als het onvoorbereid, brak afleggen van een tentamen inleiding burgerlijk recht – weet, u bent niet alleen – is alleen studeren in de UB eng en vreselijk, en ik zal u vertellen waarom.
Ten eerste is er het naar binnengaan.
Nadat je je fiets tussen de schroothoop aan spaken, banden en bellen hebt weggezet, waggel je met tegenzin naar de ingang. Aldaar staat altijd een stel cool kids in groepjes te roken.
En ja, ik hoor u denken: maar je mag sinds 1 augustus 2020 toch helemaal niet meer roken rond en naast de ingang van de UB? Ja, daar heeft u volkomen gelijk in. Maar daar hebben die cool kids dus schijt aan.
Daarom zijn zij ook cool, en jij niet.
Goed. Nu kun je er natuurlijk voor kiezen om deze snelle-rook-uitpuffers (want écht róken, ho maar!) met opgeheven neus te passeren, je er weinig van aan te trekken. Maar dat gaat dus niet.
Deze mensen, die altijd in groepjes van vier à vijf personen gegroepeerd staan, zijn niet bezig met elkaar of het gesprek dat zij voeren. Nou ja, ze voeren uiteraard een gesprek, en in zoverre zijn ze daarmee bezig. Maar waar ze écht mee bezig zijn, is De Ander.
Laat me dit uitleggen. Naar de UB ga je niet om te studeren. Naar de UB ga je om te zien of gezien te worden.
Als je een sukkel bent, zoals ik, blijft het bij het eerste. Ben je gaaf en tof, dan hoor je uiteraard bij de tweede groep. Zo beschouwd valt De Ander dus altijd in een van die twee groepen. En iedereen in de UB lijkt met deze categorisering bezig te zijn.
Dan de pauze.
Je hebt hard gestudeerd. Het is 12.04 uur en met een rommelende maag kijk je nogmaals naar je samenvatting. Nog 26 minuten dan. Tot half. En dan ga ik pauzeren. Je focus is echter reeds als sneeuw voor de zon verdwenen en je weet: ik moet pauzeren. Je pakt je kleffe bammetjes – opnieuw, niet cool – en begeeft je richting de kantine. Ook daar zie je weer die groepjes mensen, hun aandacht verdelend tussen het gevoerde gesprek en De Ander.
Gelukkig vind je daar echter ook altijd nog de andere loner. Alleen op zijn of haar mobiel scrollend. Slaperig voor zich uit turend boven het zoveelste bakkie automatenpleur.
Verzonken in een column uit de pen van een columnist, die weliswaar niet wordt gezien, maar evenmin onopgemerkt is gebleven…
Mathijs de Jong studeert rechten