Noem me Hannah Montana, want ik leid een dubbelleven. Oké, misschien niet helemáál op dat level: in beide ‘werelden’ ben ik gewoon Zahra. Toch is student-Zahra best een beetje een anders dan hometown-Zahra. En ik zal vast niet de enige student zijn van wiens persoonlijkheid er twee versies bestaan.
Elke keer als ik in mijn geboortestad uit de trein stap, is het alsof de tijd stil heeft gestaan en ik wakker word uit een droom waarin ik een volwassene ben.
De spullen van toen ik vijftien was brengen mij weer terug naar mijn tienerjaren. De stofvangende gitaar, de la vol schriften met wiskundesommen die ik niet meer snap. De oude feestoutfits.
Opeens krijg ik zin om mijn vuile bord op tafel te laten staan en tot twee uur ’s middags in bed te blijven Netflixen.
Als ik nu zeg ‘ik ga naar huis’ is alleen uit de context op te maken welke van de twee plekken ik bedoel. Zowel mijn ‘kamer’ als mijn ouderlijk huis voelt nog steeds als thuis, alleen heel anders. Onder studenten is er de afkorting thth, voor “thúis-thuis”. Meestal bedoelen ze dan de plek waar hun krib stond.
Is dat voor iedereen zo, en hoe snel verandert dat? Verandert het ooit?
Je tijd als student is een overgangsfase. Of je het nou wil of niet, als je uit huis gaat, draag je meer lasten op je schouders. Zelfs als je ouders je huur betalen, krijg je ongetwijfeld te maken met gemeentelijke bureaucratie, vervelende huisgenoten of elke dag zelf moeten verzinnen wat je wil eten. Voor sommige studenten verloopt die overgang als een schok.
Jezelf in het diepe gooien door naar het buitenland te gaan of te gaan samenwonen met je partner is ook een manier om volwassen te worden. Ik heb respect voor vrienden uit het buitenland die voor hun studie hierheen zijn verhuisd. Dan kom je in dit verregende land terecht, krijg je een herfstdepressie, hoge huur en plaatsnamen die je met geen mogelijkheid kan uitspreken. Je kan nooit makkelijk even terug voor een warme maaltijd bij je ouders en een omhelzing van de mensen met wie je bent opgegroeid.
Voor studenten die binnen hun eigen land blijven, gaat de overgang geleidelijker. Toch kan het plotseling moeten dealen met een compleet andere omgeving ook schokkend zijn.
Ikzelf kom uit een middelgrote stad waar alles binnen een kwartier te fietsen valt, over rustige fietspaden door groene parken en over dijken. Mijn eerste keer fietsen in Den Haag, ’s nachts door de stromende regen over de kilometerslange rechte straten in Laakkwartier, was beslist geen pretje. Toch loop ik inmiddels blindelings door de tram-fatbikebezorger-auto-chaos van Spui en word ik blij van de levendige drukte van Chinatown. Alles went.
De droom over volwassenheid wordt steeds meer de realiteit, en de oude realiteit steeds meer de droom.
Maar tussendoor thuis kunnen komen bij je ouders, waar je je rommelige kamer en huurachterstand even kan vergeten, waar je je vrienden uit je kindertijd weer in de armen kan sluiten, waar je je even wat kinderlijker kan gedragen, is een voorrecht. Dan is een dubbelleven helemaal niet zo erg.
Zahra Menguellati is student International Studies