Begin dit jaar verbleef ik in Namibië voor archiefonderzoek toen de coronapandemie mijn werk ineens aan banden legde en ik op verzoek van de Universiteit Leiden terugkeerde naar Nederland. Een wijs besluit, omdat al snel het internationale verkeer stil kwam te liggen en de toekomst onzeker was.
Nu er ruim een half jaar is verstreken en we de aard van de crisis beter begrijpen is het tijd om serieus na te denken over het hervatten van internationaal veldwerk. Helaas verbiedt de universiteit vooralsnog alle reizen, die in management speak ‘business trips’ worden genoemd, terwijl ze toch echt wetenschap als doel hebben.
Het reisverbod heeft grote consequenties voor het onderzoek aan de universiteit, met name voor promovendi en postdocs die afhankelijk zijn van bronnen in het buitenland. Zij werken op tijdelijke contracten en de tijd tikt door, terwijl ze meestal geen verlenging krijgen.
Anonieme managers
De beslissingsbevoegdheid ligt frappant genoeg niet bij wetenschappers (via de wetenschappelijke besturen) maar bij het Internationaal Incidententeam, een anonieme groep managers wiens wegen ondoorgrondelijk zijn.
Een land als Zuid-Korea, bijvoorbeeld, heeft dezelfde besmettingscijfers als Zoetermeer, en niet eens een lockdown. Waarom mogen wij hier dan niet heen?
Internationaal verkeer is in de praktijk mogelijk. Het ministerie van Buitenlandse Zaken kleurt een groot deel van de wereld oranje - niet uit vaderlandsliefde, maar om aan te geven dat deze gebieden toegankelijk zijn voor noodzakelijke reizen. Wetenschappelijk onderzoek valt hier zeker onder en is juist in tijden van crisis hard nodig.
Risico’s inschatten
Ik werk bij het Afrika-Studiecentrum, een instituut met ruime veldervaring in crisisgebieden, van oorlogszones tot dictatoriale regimes. Er is in onze brede academische gemeenschap veel diepgaande landenkennis aanwezig om risico’s in te schatten en voldoende praktijkervaring om buitenlandbezoek voor te bereiden en te begeleiden.
Helaas - aan de universiteit botsen bestuurlijke logica met inhoudelijke overwegingen. In het begin van een crisis is het logisch dat het eerste prevaleert. Maar nu we enkele maanden verder zijn, kunnen we rationeel kijken naar maatwerk. Ik wil er dan ook voor pleiten dat de Universiteit Leiden haar verbod op reizen heroverweegt, om te beginnen specifiek voor urgente zaken zoals promotieprojecten.
De spreekwoordelijke sluizen hoeven uiteraard niet open, het is begrijpelijk dat de universiteit een vinger aan de pols houdt. Laten we de weg der geleidelijkheid bewandelen en eerst kijken waar maatwerk nodig en noodzakelijk is. Dit is een discussie die niet of nauwelijks wordt gevoerd, maar met gedegen afspraken is meer mogelijk dan nu het geval is.
Tycho van der Hoog werkt als PhD-student bij het Afrika-Studiecentrum Leiden