Een paar weken geleden verliet ik Leiden voor een weekje Wenen. Ik reisde met de trein naar m’n beste makker die daar een half jaartje aan het studeren is. Ik waande me als die grijze vrouw in die reclame van NS-International die in volle rust een treinrit maakt naar Wenen terwijl er Take this Waltz van Leonard Cohen gespeeld wordt. Met die rust viel het wel mee, want ik miste mijn overstap in Keulen en een groot gedeelte van de tijd lag er een te grote hond van een medepassagier onder mijn tafeltje mijn schoeisel lastig te vallen. Gezien ik vliegen nog meer haat, moest ik het er maar mee doen. Eenmaal aangekomen was het zowat een barokke voorstelling van De terugkeer van de verloren zoon, want ik vind weinig ontroerender dan om een beste vriend over de landsgrens op te zoeken.
Wenen, wat een schone stad. Er wonen tien keer zoveel mensen als in Leiden, terwijl het er wonderbaarlijk genoeg rustiger op straat was. Zelfs rond 1800 had Wenen al meer inwoners dan Leiden nu heeft, maar dat is ook niet zo verbazingwekkend gezien hoe werelds deze stad op politiek en cultureel vlak was. Dat merk je al snel aan de architectonische parels die Wenen kent, zowel qua interieur als de bouwstijlen. Ik stond bijvoorbeeld weg te kwijnen in het Kunsthistorisches Museum voor De schilderkunst door Johannes Vermeer. Bij het zien van dit werk wil je er instappen en de schildertrucage van Vermeer in volle aanwezigheid zien ontsluiten. Ik droom ervan om dit werk te bezitten, helemaal nadat ik erachter kwam dat dit werk ooit in het bezit was van een Leidenaar.
Opgedragen symfonie
In Leiden zelf is hij niet heel bekend, maar de geboren Leidenaar Gottfried van Swieten heeft een gouden stempel gedrukt op de kunsten in Wenen ten tijde van de achttiende eeuw. Vooral voor de klassieke muziek speelde hij een mooie rol: hij was de begunstiger van zowel Haydn, Mozart als Beethoven, wiens eerste symfonie is opgedragen aan Gottfried. Van Swieten schreef mee aan stukken van Haydn en nodigde Mozart elke zondag uit.
Zijn vader Gerard kon er overigens ook wat van. Gerard van Swieten was vooral in de weer met het artsenbestaan, studeerde onder Herman Boerhaave in Leiden en verving hem dan ook regelmatig als docent. Op een gegeven moment werd hij gevraagd om de lijfarts te worden van keizerin Marie Theresia te Wenen. Na wat aarzelen stemde hij toe en vertrok met onder anderen Gottfried naar deze parel van Europa.
De rest is geschiedenis, zijn standbeeld rust inmiddels op het plein voor het Kunsthistorisches Museum onder Maria Theresia’s scepter. Ik heb vaak gemompeld over vrienden die er weer op uit trokken om ergens in het buitenland te studeren of te werken en dan lees ik weer zoiets als hierboven. Dan denk ik: ja, het is ook wel weer een zegen dat sommige Leidenaren de universitaire moederschoot verlaten.
Olaf Leeuwis is student International Relations