In mijn eerste column beloofde ik dat ik vaker vanuit Den Haag in Leiden zou langskomen. En nou, dat heb ik gedaan: elke vrijdag. Ik ben de stad tijdens mijn wandelingetjes langs (toen nog) zonovergoten terrasjes steeds meer gaan waarderen.
Halverwege november betrapte ik mezelf met een AH To Go havermelkcappu(ccino, ik kan het nog niet helemaal aan om dat weg te laten) en een matchakoekje. Maar dat is nog niet alles. Intussen rijd ik op een Swapfiets rond, heb ik al eens dronken van studentenverenigingsbier een kapsalon besteld (althans, een poging gedaan tot) en is Harlem 6 mijn favoriete boetiekje.
Eind vorige maand leidde ik mijn vriendin met enthousiasme rond en eindigden we de middag met red-velvet koffie bij Paco Ciao. Je zou dus wel kunnen zeggen dat het Marie-Claireschap enigszins besmettelijk is.
Wat is daar eigenlijk zo erg aan? Op het internet is het trendy om studenten belachelijk te maken vanwege hun taalgebruik en levensstijl. Ze worden uitgelachen vanwege hun afko’s en zelfs dé eigenaar van @dehaarclipvanmarieclaire schaamt zich als ze die in het dagelijks leven gebruikt. Eigenlijk zijn ze toch heel leuk en origineel? Matcha-lattes zijn oprecht echt heel lekker (en beter voor je dan koffie). Haarclips zijn superhandig.
We ontkomen als studenten niet aan veryupping. Voor velen is de studententijd een overgangsfase naar Randstedelijke young urban professional.
Als je gaat studeren in een grote stad, ga je toch bij trendy zaakjes eten. Het begint bij Bagels & Beans en eindigt bij, nou, Paco Ciao. Misschien moeten we dat omarmen en gewoon schara (schaamteloos Randstedelijk) zijn. Er is niks mis mee om als student een eigen gemeenschap en cultuur te hebben. Ook als je lam zuipen in een kroeg daarbij hoort.
Waar we wel voor moeten waken, is eenheidsworst. Mensen hebben een probleem met de uitsluitende studentenverenigingscultuur. Verenigingen met alleen blonde koppen, die moet je als student met een migratieachtergrond vermijden. Ze hebben nou eenmaal niet de beste reputatie als het gaat om diversiteit en vrouwvriendelijkheid. Of dat klopt, verschilt per vereniging en dispuut, maar er zitten altijd rotte appels tussen.
Juist hierom moeten we ons niet afscheiden van elkaar. Multiculturaliteit zit ingebakken in de Nederlandse samenleving, laten we het niet uit de weg gaan in het studentenleven. Neem een voorbeeld aan mij; de kebab bestelde ik in dronken Arabisch, de Swapfiets kreeg ik van mijn werk bij een Libanees restaurant, matcha heb ik ontdekt door snacks te proberen uit een Japanse winkel.
Sure, we kunnen best grapjes maken over afkortingen. Laten we ons echter niet schamen of verontschuldigen voor student-zijn. In plaats van onszelf te verdelen in het archetype internationale student en Marie-Claires, kunnen we zowel inclusief als schara zijn.
Zahra Menguellati is student International Studies