Ik denk dat de pest in veel opzichten erger was dan corona, maar in die jaren hoefde men ‘deze uitdagende tijd’ tenminste niet te verwerken in de openingszinnen van e-mails. En zo zijn er meer moderne bijverschijnselen van corona. Veel docenten zien deze crisis namelijk als een uitgelezen kans om studenten nog wat extra te pamperen.
Vanwege het coronavirus zitten studenten namelijk thuis, zonder sociale activiteiten of afleiding. De perfecte omstandigheden om eens diep in de boeken te duiken, papers te schrijven en tentamens voor te bereiden, zou je denken.
Op universiteiten denken ze daar anders over.
Docenten zijn inmiddels zo gewend aan mentaal kwetsbare jongvolwassenen dat breekbare poppetjes de standaard zijn geworden. Dat heeft ertoe geleid dat er bij veel studies in Leiden milder beoordeeld wordt bij tentamens en scripties. Meestal wordt dit binnenskamers gehouden, maar sommige docenten mailen de aankondiging plompverloren naar hun studenten. Onvoldoendes uitdelen zal vrijwel niemand durven, want die zullen nooit standhouden wanneer studenten bij het College van Beroep voor de Examens opdreunen in wat voor ongekende omstandigheden ze hun scriptie of tentamens hebben moeten maken.
In Oxford heeft mijn opleiding een zogenoemde Safety Net Policy opgetuigd: voor elke student wordt op drie verschillende manieren een gemiddelde berekend waarbij de verschillende studie-onderdelen telkens anders worden gewogen. De berekening die het hoogste gemiddelde oplevert, belandt op je diploma. Bovendien is de deadline voor onze scripties, waarvoor we twee jaar de tijd hebben gehad, om onduidelijke redenen twee weken opgeschoven.
Ook van hogerhand regent het tegemoetkomingen. Het bindend studieadvies en de harde knip (pas aan je master mogen beginnen als je je bachelor hebt afgerond) zijn opzijgeschoven. ‘Corona is het beste wat me ooit is overkomen’, zei een vriend die ook op alle mogelijke manieren gematst wordt euforisch.
Alles wordt in het werk gesteld om studenten te steunen en door deze zware tijd heen te loodsen. En de studenten zelf? Die zitten ‘vooral heel veel buiten in de zon wijn te drinken’. En nieuwe hobby’s te ontdekken, en te borrelen. In de kranten zijn de afgelopen maanden legio reportages verschenen over de bezigheden van studenten in de coronatijd.
De stukken gaan alleen maar over lol maken en verveling, het komt niet eens in de journalisten op om te vragen of de jongeren ook nog iets aan hun studie doen, waaraan ze veertig uur per week zouden moeten besteden. Dat doen ze namelijk niet.
Er blijkt plotseling een astronomisch aantal studenten te bestaan met een laptop zonder webcam, die al tien jaar bijna niet meer wordt verkocht, en het regent mysterieuze internetproblemen op strategische momenten.
Bij de met coronazesjes strooiende docenten gaat het er allemaal in als zoete koek. Op aanwezigheid bij online colleges wordt überhaupt niet meer gecontroleerd. Natuurlijk zullen er her en der studenten zijn die daadwerkelijk last hebben gehad van de quarantaine, maar die kunnen prima via de bestaande wegen worden gecompenseerd.
Vlak voor de pandemie tweette een universitair docent dat ze in de trein een groepje studenten hoorde overleggen hoe ze onder een deadline uit konden komen. ‘Dan mail ik gewoon dat ik even niet lekker in m’n vel zit of depressief ben, krijg ik zo twee weken uitstel’, zei een van de studenten. De docent in kwestie was nog net niet in shock. Dat studenten op zo’n manier misbruik maken van de goedgelovigheid van medewerkers aan de universiteit kon en wilde ze eigenlijk niet geloven. Het tekent de wereldvreemdheid en naïviteit van de gemiddelde academicus.
Een hoogleraar blogde dat het waanzin was dat de intellectuelen van de toekomst ‘in deze omstandigheden’ bezig zijn met studiepunten verzamelen in plaats van zich te verdiepen in wat er om hen heen gebeurt, terwijl iedereen weet dat deze ‘intellectuele voorhoede’ zich de afgelopen maanden voornamelijk heeft beziggehouden met Animal Crossing en TikTok – ze vertellen er nota bene zelf honderduit over in alle kranten.
Het wil er gewoon niet in. Studenten zijn extreem maatschappelijk betrokken en hebben het vreselijk zwaar, is de mantra die docenten net zo lang tegen elkaar herhalen tot ze het allemaal geloven.
Op dit gebied zijn studenten dus een stuk slimmer dan hun docenten. Toch nog een lichtpuntje.
Marit de Roij studeerde geschiedenis en Russische studies in Leiden en volgt nu een vervolgmaster in Oxford.
Op dit stuk is een reactie binnengekomen: 'De legitimiteit van coronazesjes'