‘Er is geen academische vrijheid totdat die geldt voor ons allemaal’, zegt Joods-Israëlisch antropoloog Maya Wind. Er klinkt gejuich en applaus. Twee dagen na drukbezochte walk-outs in Leiden en Den Haag, waarbij studenten en docenten hun colleges onderbraken om te demonstreren tegen universitaire banden met Israël, hebben ze zich nu verzameld in een collegezaal van het Lipsius.
Een dag voordat activisten het Haagse Wijnhavengebouw zullen bezetten, betoogt Wind waarom de universiteit die banden moet verbreken en waarom dit wel degelijk verschil kan maken. ‘De studenten die protesteren laten nu al zien hoeveel macht wij samen hebben’, zegt ze tegen de volle zaal. ‘We kunnen niet de Nederlandse overheid en de zionisten het gesprek voor ons laten blijven voeren.’
Het optreden hoort bij een lange tournee waarin Wind de boodschap uit haar pas verschenen boek Towers of Ivory and Steel: How Israeli Universities Deny Palestinian Freedom verkondigt. Het boek, waarin ze de rol van Israëlische universiteiten bij de onderdrukking van Palestijnen beschrijft, ligt al klaar op verschillende uitgeklapte collegetafels. Sommige toehoorders dragen Palestijnse keffiyehs of speldjes van watermeloenen.
Scholasticide
‘Er wordt verwacht van onze studenten dat ze genocide accepteren en doorgaan met de orde van de dag’, zo leidt universitair docent op gebied van migratie Tsolin Nalbantian, die tevens een keffiyah draagt, de lezing in. ‘Maar gelukkig staan ze aan de juiste kant van de geschiedenis en zullen op een dag worden geëerd, net als de studentactivisten die hen voorgingen.’ Zij zegt nadrukkelijk dat een deel van de organisatie graag anoniem wil blijven uit angst voor mogelijke vergeldingen. Ook wordt er gevraagd geen ongewilde foto’s te maken van andere aanwezigen.
‘Het Westen is niet neutraal’, begint Wind. ‘Daar krijgen Israëlische universiteiten een bijzondere status als bakens van pluralisme, democratie en vrijheid. Geen enkele Palestijnse of Arabische universiteit ondervindt dezelfde voordelen of financiële steun van het Westen.’
Wind spreekt van scholasticide, de systematische vernietiging van Palestijns onderwijs, als onderdeel van genocide. ‘Toen ik begon met dit onderzoek, stonden alle Palestijnse universiteiten nog overeind. Nu is er niets meer van over. Geen enkele Israëlische universiteit heeft opgeroepen om de bombardementen, moorden op academici en vernietiging van Palestijnse educatie te stoppen.’
Volgens haar dragen de universiteiten juist actief bij aan de onderdrukking van Palestijnen. ‘Van begin af aan zijn ze neergezet als verlengstuk van Joods kolonialisme en zionisme. Het onderwijs van Palestijnen is altijd een bedreiging geweest voor de Joodse staat. De enige reden dat Palestijnen mochten deelnemen aan het hoger onderwijs is dat Israël hoopte daarmee hun geboortecijfer te verlagen.’
Op de universiteiten zijn speciale opleidingen ingericht om jonge militairen op te leiden, omdat zij anders alleen maar ‘dienstplichtige middelbare scholieren’ zouden werven. ‘Aan alle kanten wordt er duidelijk gemaakt dat Palestijnen er niet thuishoren.’
Op de campussen is segregatie duidelijk zichtbaar, zegt ze. In de collegezaal zitten Palestijnen en Joden gescheiden van elkaar. Als Joods-Israëlische kreeg ze volledige toegang tot alle archieven en kon zij altijd gewoon doorlopen bij toegangscontroles, terwijl haar Palestijnse collega’s zich altijd moesten onderwerpen aan strenge beveiliging en niet binnenkwamen als zij hun pasje waren vergeten. ‘Men verwachtte niet dat ik daar kritisch onderzoek kwam doen, mensen gingen er automatisch vanuit dat ik hun doelstellingen kwam promoten.’
Paniek
‘Wie zich kritisch uitspreekt, wordt gestraft’, benadrukt Wind. Zij noemt haar collega Nadera Shalhoub-Kevorkian, die werd geschorst van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem naar aanleiding van kritische uitspraken over het optreden van Israël in Gaza. ‘Universiteiten horen juist los te staan van de staat en kritisch denken te promoten.’
Wind benadrukt het belang van een academische boycot. ‘De Israëlische regering is in paniek. De internationale samenwerkingsverbanden met het Westen zijn de zuurstof van het Israëlische universitaire systeem en dat is weer de zuurstof van de Israëlische militaire industrie. Je zal verbaasd zijn hoe snel het in zal storten als dat wegvalt.’ Dat hoeft een dialoog met Israëlische wetenschappers niet in de weg te zitten, vindt ze. ‘Het is een institutionele en geen individuele boycot. Het gaat over de instituten en hoe zij een fundament zijn voor de apartheid. Het doel is niet om individuele wetenschappers ergens van uit te sluiten, zij worden juist aangemoedigd om mee te doen.’
Wind wijst iedereen op de richtlijnen die de Palestinian Campaign for the Academic and Cultural Boycott of Israel (PACBI) heeft vastgesteld. Die groep Palestijnse academici is onderdeel van de overkoepelende beweging Boycott, Divestment and Sanctions (BDS).
Wind zegt niet alleen te strijden voor de bevrijding van de Palestijnen. ‘Het gaat om een grotere kwestie: gaan we eindelijk over op een de-koloniale wereldorde, of blijven we leven in een door het Westen gedomineerd imperium? Iedereen moet vanuit zijn eigen rol als student, raadslid, docent of werknemer campagne voeren. Maar de dingen die nu al gebeuren, de protesten, zijn cruciaal. Het werkt, blijf doorgaan. Wij zullen overwinnen.’