Promovendi die niet in dienst zijn van de universiteit maken gebruik van werkplekken, labs, begeleiding en de bibliotheek. Faculteiten brengen daarvoor zogeheten fees in rekening. Het college wil deze tarieven nu universiteitsbreed gelijktrekken.
Buitenpromovendi gaan 1.400 euro per jaar betalen. Beurspromovendi moeten 15.000 euro neerleggen en extern gefinancierde promovendi een bedrag tussen de 5.000 en 15.000 euro. Al liggen deze bedragen nog niet vast, benadrukte rector Hester Bijl tijdens de universiteitsraadsvergadering waar de plannen werden besproken.
Wel is zeker dat het college eist dat beurspromovendi voldoende geld van de beursverstrekker krijgen om in Nederland een normaal bestaan te kunnen hebben. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft hier een norm voor opgesteld en daar houden de universiteiten zich aan. ‘We willen er zorg voor dragen dat promovendi hier geen honger lijden’, zei Bijl.
Nadelen belasting
Marie Kolbenstetter van personeelspartij PhDoc was het daarmee eens. ‘Dit beleid treft echter ook promovendi in landen waar we veel onderzoek doen, en banden mee hebben vanwege het koloniale verleden. Er waren universitaire potjes die de beurzen aanvulden. Kunnen we dat doen?’
‘Dat zijn we niet van plan’, aldus Bijl. ‘Uiteraard zouden we dat moeten financieren.’ Maar volgens de rector ontbreekt daarvoor het geld. ‘Maar ook belastingtechnisch zitten er nadelen aan.’
De raad wilde ook weten of het scherpe beleid specifiek gericht is op Chinese beurspromovendi omdat zij lang niet altijd voldoen aan de IND-norm. Bijl ontkende dat.
De universiteiten hebben de Chinese beurzenverstrekker China Scholarship Council (CSC) wel laten weten dat de beurzen moeten voldoen aan de IND-norm. ‘Als dat niet lukt, laten we geen promovendi toe.’
Gelijke kansen
Joost Augusteijn van personeelspartij LAG wilde weten of beurspromovendi die zelf hun te lage beurs aanvullen toch toegang krijgen. ‘Studenten van buiten Europa moeten alleen aantonen dat ze voldoende financiële middelen hebben om hier te mogen komen. Waarom is dat voor promovendi anders?’
‘Promovendi met rijke ouders hebben dan bijvoorbeeld een voordeel’, reageerde Bijl. ‘We willen mensen gelijke kansen geven.’
Augusteijn was niet overtuigd. ‘De doelstelling lijkt toch dat we beursverstrekkers proberen te dwingen meer te betalen.’
Bijl zag dat anders. ‘De doelstelling is breder. Bovendien is een masterstudent hier geen vier jaar, maar korter. Een promovendus moet hier vier jaar in volle gezondheid kunnen leven.’
Onjuiste signalen
De raad is ook kritisch op de fees, omdat die mogelijk gebruikt worden om de bezuinigingen op te vangen. De rector ontkende dat. ‘Het aannemen van nieuwe beurs- en buitenpromovendi is zeker niet gekoppeld aan besparingen. We moeten wel goed nadenken of er voldoende begeleidingstijd voor ze is. Je kunt alleen promovendi aannemen als ze ook voldoende begeleiding krijgen.’
De raad had verder signalen ontvangen dat promovendi die in dienst van de universiteit zijn mogelijk ook te maken zouden krijgen met extra kosten, bijvoorbeeld voor de deelname aan de graduate school.
‘Deze signalen zijn niet juist’, benadrukte Bijl. ‘We heffen geen fees aan medewerkers en gaan dat ook niet doen.’