De universiteit maakte op 18 oktober bekend dat een hoogleraar niet meer mag terugkeren naar de universiteit nadat hij zich schuldig had gemaakt aan verschillende vormen van machtsmisbruik en ongewenst gedrag. Het college wilde toen geen naam noemen maar Mare maakte woensdag bekend dat het een hoogleraar aan de Sterrewacht betreft. Meerdere bronnen hebben onafhankelijk van elkaar tegen Mare gezegd dat het gaat om Tim de Zeeuw.
NRC was vandaag de eerste die de naam openbaar maakte.
De Zeeuw is al sinds 1991 hoogleraar in Leiden, en was tussen 2007 en 2017 directeur van de European Southern Observatory (ESO). In 2018 is hij benoemd tot Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. De Zeeuw is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Machtsmisbruik
Volgens de klachtencommissie die de misstanden onderzocht was er sprake van ‘een stelselmatig patroon van zwartmaken, machtsmisbruik, genderdiscriminatie, kleineren in het openbaar en de voortdurende dreiging dat het carrièreverloop van de klagers zou worden beschadigd’.
Ook heeft de hoogleraar opmerkingen gemaakt ‘met seksuele lading’ en heeft de commissie in één geval geconstateerd dat hij een medewerker ‘ongewenst lichamelijk heeft benaderd’.
Het college van bestuur besloot dat De Zeeuw niet meer terug mag keren op de universiteit, geen promovendi meer mag begeleiden en geen gebruik meer mag maken van voorzieningen die hoogleraren en emeritus-hoogleraren hebben. Wel behoudt hij zijn hoogleraarstitel en salaris.
In de academische gemeenschap ontstond veel onrust over de zaak en werd door binnen- en buitenlandse wetenschappers druk gespeculeerd over de identiteit van de sterrenkundige. Meerdere onderzoekers kaartten aan dat het niet openbaren van de naam alleen maar bijdraagt aan de onveilige sfeer die de universiteit juist wilde tegengaan en leidt tot verdachtmaking van onschuldigen. Een enkele hoogleraar voelde zich zelfs genoodzaakt om op Twitter te melden dat hij niet de weggestuurde professor in kwestie was.
Transparantie
In een eerder interview zei collegevoorzitter Annetje Ottow dat de universiteit vanwege privacywetgeving de naam niet openbaar mocht maken. ‘Wij vinden het ongelooflijk belangrijk om transparantie te betrachten waar we kunnen en te laten zien dat we dit niet tolereren. Tegelijkertijd zijn we heel erg gebonden aan privacy, omdat het een persoon en werknemer betreft. Ik kan dus niets zeggen wat naar de persoon herleidbaar is’, aldus de voorzitter.
In een latere column op de universiteitswebsite voegde ze nog toe dat ‘schending van privacy nog veel meer schade voor betrokkenen kan opleveren’.
Het feit dat De Zeeuw zijn titel en salaris mag houden leidde op sociale media ook tot hoon. De universiteit geeft hiervoor als reden dat 'de wetenschappelijke kwaliteit van deze hoogleraar buiten kijf staat'. In de column verklaarde Ottow dat zij hierover niet meer uitleg kon geven zonder de identiteit van de professor prijs te geven. ‘De genomen maatregelen voorkomen dat het ongewenst gedrag nog kan plaatsvinden in onze gebouwen, want alleen daarover gaan we (en niet over het gedrag buiten de universiteit).’
Bronnen dichtbij de klagers vertellen daarentegen aan Mare dat de benadeelden juist willen dat de naam wel openbaar gemaakt wordt. 'Ze willen dat absoluut en zo snel mogelijk', zo zegt een bron. 'De klagers zijn bang dat hij bij andere instituten waar hij een aanstelling heeft (het Max Planck Institute for Extraterrestrial Physics in Duitsland, red.) door kan gaan met zijn wangedrag.' De klagers zelf wilden Mare niet te woord staan. Volgens de nabije bron is hen opgedragen niet met de buitenwereld over de zaak te spreken. De universiteit ontkent dat de klagers een spreekverbod opgelegd hebben gekregen.
De Zeeuw was ondanks herhaaldelijke pogingen van Mare niet bereikbaar voor commentaar.
Met medewerking van Anoushka Kloosterman