Zowel bewoners, verhuurders als studentenverenigingen hebben kritiek op het voorgestelde woonbeleid van wethouder Wonen Julius Terpstra (CDA).
De nieuwe maatregelen, die per 1 januari ingaan, hebben tot doel de problemen op de Leidse woningmarkt aan te pakken. Ze moeten er onder meer toe leiden dat huisjesmelkers harder kunnen worden aangepakt, dat de leefbaarheid in sommige wijken verbetert en het voor starters makkelijker wordt een huis te kopen.
Maar er komen ook nieuwe verkameringsmaatregelen. Zo kondigde Terpstra aan dat de gemeente gaat handhaven op panden die tijdens de verkameringsstop van 2021 tóch illegaal zijn verkamerd in wijken waar de leefbaarheid onder druk staat (geluidsoverlast, een tekort aan parkeerplekken, overlast door fietsen en vervuiling). Oftewel: die huizen moeten dicht.
In het Samenhangend pakket woningmarktregulerende maatregelen staat dat het gaat om ongeveer vijftig panden in de wijken Transvaal, Noorderkwartier en De Kooi waarbij er ‘een risico’ is ‘dat studenten op straat komen te staan’.
Woningnood
In oktober reageerde Studenten voor Leiden (SVL) ontstemd. ‘Er staat letterlijk dat dit beleid leidt tot het sluiten van vijftig huizen’, zei fractievoorzitter Mitchell Wiegand Bruss in Mare. ‘Het gaat dan om minstens honderdvijftig, maar misschien wel driehonderd studenten die hierdoor op straat komen te staan. Ik kan er met mijn kop niet bij dat de wethouder in tijden van extreme woningnood studentenkamers gaat onttrekken aan de markt.’
Volgens wethouder Terpstra hoeven deze studenten echter nergens voor te vrezen: ‘We handhaven niet van vandaag op morgen, dus studenten die in zo’n huis wonen krijgen een jaar om op zoek te gaan naar een andere kamer’, zei hij eerder in Mare.
Maar dat verhaal gaat er bij de studentengemeenschap niet in, bleek onlangs bij de commissie stedelijke ontwikkeling. ‘Een jaar overgangstermijn is veel te kort’, zei Auke Hofman, voorzitter van Augustinus, in de raadszaal. ‘Met de huidige woningnood zou die eerder vijf of zes jaar moeten zijn. Wat de gemeente zou moeten doen, is dit beleid uitstellen tot er überhaupt genoeg studentenwoningen zijn, in plaats van de woningnood juist te vergroten.’
Hofman sprak ook namens ongeveer twintig andere verenigingen die zich zorgen maken om het nieuwe beleid, waaronder Quintus, SSR, Catena, Njord, Asopos, De Blauwe Schuit, Plankenkoorts, NSL, Panoplia, Sempre Crescendo, Duivelsei, DAC en Prometheus.
Veilige haven
‘Wij vrezen dat het mentale welzijn van de honderden studenten die wellicht hun huis uit moeten verslechtert’, betoogde Hofman. ‘Zij hebben hier hun leven opgebouwd, het is hun sociale kring geworden. Een huis is een veilige haven waar je tot rust kan komen en je stress van je af kan schudden. Met dit beleid kan dat voor deze studenten worden afgepakt.’
Ook wees hij erop dat de betreffende studenten nog helemaal niet op de hoogte zijn van de voorgenomen sluiting. ‘Zij zullen zich kapot schrikken als de brief met het nieuws op de deurmat valt.’
Bovendien is het volgens hem niet reëel dat verhuurders hun verplichting om nieuwe woonruimte voor de gedupeerde studenten te zoeken kunnen nakomen. ‘In de huidige wooncrisis is dat een sprookje. Mijn oproep is: laat deze studenten niet in de steek.’
Ook Minerva maakt zich zorgen om de mogelijke sluiting van de panden. ‘Een vriend van me heeft anderhalve maand met een matje onder zijn arm door Leiden gelopen voordat hij eindelijk een kamer kon bemachtigen’, vertelde voorzitter Reinier Nijman. ‘En dan hebben we nog de internationale studenten, die zo wanhopig zijn dat ze bij studentenhuizen vragen of ze alsjeblieft op de bank mogen slapen en daar best voor willen betalen. Zelf heb ik overigens een jaar naar een kamer moeten zoeken.
‘Eerst vijf jaar lang als gemeente niks doen, en achteraf honderden studenten de dupe laten zijn van het illegaal handelen door verhuurders is geen optie. Studenten hebben onderdak nodig en kunnen hier geen slachtoffer van zijn. Een jaar de tijd krijgen om een nieuwe woning te vinden is te kort. Ik ken studenten die hun hele bachelor naar een kamer zoeken.’
Gemeenschappelijke ruimtes
Volgens de Plaatselijke Kamer van Verenigingen (PKvV) is ‘de woningcrisis enorm en doet dit beleid daar een flinke schep bovenop’. Bestuurslid Lisa Wetting: ‘In de coronacrisis is maar weer gebleken dat studentenhuizen een cruciale rol spelen in het tegengaan van eenzaamheid. Het is de basis van persoonlijke en sociale ontwikkeling.’
Maar met het sluiten van vijftig studentenhuizen, zullen ook meer gemeenschappelijke ruimtes verloren gaan. ‘De duizenden woningen die nu worden gebouwd, zijn woningen voor in je eentje’, aldus Wetting. ‘Hierdoor komt het studentenwelzijn wederom onder druk te staan.’
Bovendien wees ze erop dat de duizend eenheden die dit jaar zijn bijgebouwd, allang zijn bewoond. De studenten die mogelijk nieuwe woonruimte moeten zoeken, kunnen hiervoor dus niet in aanmerking komen. ‘Hoe wil het college voorkomen dat deze studenten na een jaar alsnog op straat komen te staan?’
Minerva-voorzitter Nijman vindt dat de wethouder terug naar de tekentafel moet. ‘Wij willen daarbij helpen. Ik ben ervan overtuigd dat we de leefbaarheid in heel Leiden kunnen verbeteren, maar dat kan niet door studenten op straat te zetten.’
‘Studenten zijn bereid mee te denken over creatieve oplossingen’, zei Wetting. ‘Maar het met terugwerkende kracht gaan handhaven op vijftig huizen vinden wij onrechtvaardig.’
Nijman deed alvast een voorzet. ‘Begin met een schone lei, waarbij zowel voor verhuurders als huurders duidelijk is wat de nieuwe regelgeving is. Dat is eerlijk voor alle aankomende en huidige studenten. In onze ogen moeten alle bestaande studentenhuizen een vergunning krijgen.’
En wanneer de wethouder de voorgenomen plannen tóch doorzet, wil Wetting een uitbreiding van het huurteam. ‘Gedupeerde studenten moeten kunnen rekenen op juridische hulp. We missen duidelijkheid over de rechten waar deze studenten zich op kunnen beroepen.’ De inhoudelijke bespreking van het nieuwe woonbeleid is op 14 december.
In een reactie op vragen van Mare laat woordvoerder Taylor Mae Bouwman van de gemeente Leiden weten dat de gemeente ‘niet van plan is om panden te sluiten’.
Dat is anders dan wat wethouder Terpstra in september tegen Mare zei, namelijk dat studenten die in illegaal verkamerde panden wonen een jaar de tijd krijgen om andere woonruimte te zoeken.
Ook staat in het document Samenhangend pakket woningmarktregulerende maatregelen dat er met het nieuwe beleid ‘een risico’ is ‘dat studenten op straat komen te staan’.
De gemeente zegt nu dat de verhuurder eerst ‘een waarschuwing’ krijgt en vervolgens ‘een dwangsom of bestuurlijke boete oplegt aan de verhuurder, met als doel de illegale situatie te corrigeren’. De verhuurder kan deze situatie herstellen door ‘het aantal verhuurde kamers terug te brengen naar maximaal twee, wat vergunningsvrij is’. Dat klinkt anders dan dat de huizen worden gesloten, maar betekent in de praktijk hetzelfde: er moeten dan alsnog studenten het pand uit, en de vraag is of de overige bewoners er nog wel kunnen blijven wonen omdat de huurprijs per persoon dan (mogelijk) verdubbelt of meer dan verdubbelt.
Zowel verhuurders als huurders ontvangen in de eerste helft van 2024 een brief waarin wordt aangekondigd dat de verhuurder geen vergunning voor omzetting heeft. ‘In de brief aan huurders wordt kort uitleg gegeven over hun rechten en wordt vermeld dat ze juridische ondersteuning kunnen krijgen van het huurteam’, zegt Bouwman. ‘Huurders genieten immers huurbescherming, ook in het geval van illegale kamerverhuur.’
Huurders kunnen via het huurteam vervangende woonruimte, compensatie en vergoeding voor verhuiskosten eisen.