In de faculteitsbegroting voor 2025-2029 zijn de verwachte bezuinigingsplannen die in het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet nog niet verwerkt. Waarschijnlijk gaat het om een bezuiniging van een miljard euro. Pas op Prinsjesdag, 17 september, komt daar meer helderheid over.
In de begroting staat wel dat ‘de vuistregel is dat tien procent van de bezuinigingen op het wetenschappelijk onderwijs voor rekening komt van de Universiteit Leiden’.
Halvering aantal promovendi
Maar ook zonder de besparingen van onderwijsminister Eppo Bruins heeft Rechten de nodige financiële problemen. Er zijn tekorten ontstaan door tegenvallende universitaire bijdragen. De voornaamste oorzaak is dat er fors minder studiepunten worden behaald, doordat er veel meer studenten vroegtijdig uitvallen dan verwacht. De faculteit moet maatregelen treffen om de voorlopig aanhoudende tekorten op te vangen. Veel instituten hebben ervoor gekozen promotieplekken voorlopig niet in te vullen. ‘Binnen het wetenschappelijk personeel is er een scherpe daling in het aantal promovendi’, staat er in de begroting. In 2024 zijn er nog 80,5 fte aan promovendi aan de faculteit verbonden. In 2026 zakt dat naar 58,2 en in 2028 zelfs naar 42,2.
Personeelsraadslid Roel Becker vond deze ontwikkeling zorgelijk. ‘Ik begrijp op zich heel goed dat de instituten dit doen, want het zijn tijdelijke contracten. Tegelijkertijd hadden wij de afgelopen periode heel veel moeite om UD’s te vinden. Als je minder promotieplekken hebt, dan leid je ook minder potentiële UD’s op.’ Dat kan op de langere termijn problemen opleveren. ‘Heeft het bestuur beleid om ervoor te zorgen dat we wel mensen blijven opleiden?’
Werkdruk
Personeelsraadslid Lara Hartman-Ohnesorge zag het probleem ook: ‘Het aantal promovendi vermindert met de helft. Een grote zorg is de combinatie van minder medewerkers en een stijgende werkdruk. Komt er specifiek nieuw werkdrukbeleid voor de instituten? Hoe gaan we dit opvangen?’
‘Het is belangrijk om te voorkomen dat we over een aantal jaar in dezelfde problematiek zitten als het gaat om het vinden van UD’s’, reageerde Gertjan Boshuizen, de directeur bedrijfsvoering. ‘We zijn nog aan het worstelen met hoe we dat gaan vormgeven. Het hangt er ook vanaf hoe hard het gaat met de maatregelen van het kabinet. Als die keihard zijn, dan is het moeilijk om te sturen.’
‘We begrijpen de zorgen’, stelde vice-decaan Jan Crijns. ‘Er zijn afdelingen die moeilijk UD’s kunnen vinden. Maar er zijn ook afdelingen die juist veel respons krijgen op UD-vacatures. We gaan een adviesgroep instellen die per afdeling gaat kijken wat deze ontwikkelingen betekenen voor het personeelsbeleid. Uiteindelijk moet je ervoor zorgen dat elke afdeling het werk kan blijven doen. Hopelijk kunnen we met andere geldstromen nog een beetje bijsturen.’