Het verzoek komt na een kritisch rapport over de sociale veiligheid op het instituut.
Uit mails die onder medewerkers van het MI zijn verspreid blijkt dat decaan Jasper Knoester vorige maand al de instituutsmanager Mieke Schutte en opleidingsdirecteur Floske Spieksma heeft gevraagd hun functie neer te leggen. Inmiddels hebben zij dat gedaan. Tot er nieuwe bestuurders zijn gevonden worden de taken tijdelijk door anderen waargenomen.
Vorig jaar beschreef Mare het onveilige werkklimaat binnen het instituut dat ertoe leidde dat meerdere statistici vertrokken. In een eerder gesprek met Mare zei interim-directeur van het MI Frans de Haas dat het rapport een nieuwe start voor het instituut moest worden.
‘We willen ophouden met discussiëren over wie nou wat deed, wie schuldig is en wie gelijk heeft. Dat heeft het instituut twee jaar in zijn greep gehouden. We willen nu vooruit kijken en dat kan het best met een bestuur waarvan niemand verdacht wordt een bepaalde kant te verdedigen’, aldus De Haas.
De twee vertrekkende MT-leden zeggen in een gesprek met Mare dat zij het besluit van het faculteitsbestuur om hen te laten vertrekken overhaast vinden. Volgens hen gaat het besluit ook in tegen de afspraak om de aanbevelingen uit het rapport eerst te bespreken binnen het instituut voordat er actie wordt ondernemen.
‘Er wordt op dit moment alleen gekeken naar de samenstelling van het instituutsbestuur, terwijl het faculteitsbestuur ook kritisch naar haar eigen rol zou moeten kijken.’
Naast het vertrek van de twee bestuursleden heeft de universiteit ook besloten dat hoogleraar Peter Stevenhagen niet meer in het Snelliusgebouw mag komen.
Op dinsdag vond een twee uur durende bijeenkomst plaats met medewerkers van het MI en rector Bijl, decaan Knoester en interim-WD De Haas. Mare mocht niet aanwezig zijn bij de bijeenkomst maar sprak achteraf enkele aanwezigen.
Volgens hen was er veel emotie bij de medewerkers en hekelden die het gebrek aan openheid over het rapport. Ook uitten ze kritiek over het gebrek aan continuïteit in het instituuts- en faculteitsbestuur en de moeizame relatie met de faculteit.
Wetenschappelijk directeur Frans de Haas laat na afloop van de bijeenkomst weten dat de universiteit niet kan ingaan op personele kwesties.
‘We willen de conflicten nadrukkelijk achter ons laten en met elkaar een volgende bladzijde omslaan om het instituut weer op de rit te krijgen. Dat kan voor sommigen pijn doen. Alle beslissingen die we nemen zijn steeds gericht op cultuurverandering en op de toekomst van het instituut. Dat staat voorop, net als de sociale veiligheid. We hebben er alle vertrouwen in dat dit ook de goede kant op gaat en werken er samen met de medewerkers hard aan.’
Ook decaan Knoester koestert hoop voor verbetering in de toekomst. ‘Mijn verwachting voor de toekomst van het MI is positief, ook vanwege de grote kwaliteiten die het instituut herbergt: de kwaliteit van het onderzoek en onderwijs is hoog, er is in de afgelopen tijd veel jong talent aangenomen en het instituut is financieel gezond.’